'IK HE& WEE IETS
VANVEHÖUANVSE
NUCHWmiV
OVERGENOMEN'
mij. Niet zozeer omdat ik een enge
nationalist ben, maar omdat dat de plek is
waar ik als kind heb gedroomd van de
dingen die ik nu soms in het echt beleef.
Als ik dan naar huis bel, ben ik weer het
jochie dat daar liep en met een bal tegen de
garagedeur trapte. In Amerika is het op tv
altijd zoeken naar voetbal. Ik ben
opgegroeid met de Mexicaanse competitie.
Dan zat ik met een bal aan mijn voet voor
de televisie. Als er dan van iemand een
actie mislukte, deed ik in de huiskamer hoe
het wel had gemoeten, was ik die speler,
scoorde ik en werd ik toegejuicht door
duizenden Mexicaanse toeschouwers. En
daarna ging ik naar buiten. Iedereen was
aan het basketballen en ik oefende als een
buurtgek in mijn eentje alle trucs en
bewegingen.
'Als ik voor het Amerikaanse elftal speel,
kom ik ook weer dicht bij dat oude gevoel.
En eigenlijk vooral als we aan het trainen
zijn. Dan voel ik een soort
opgewondenheid. Alles gaat heel intens. Je
bent daar veel bewuster bezig. Gewoon,
omdat je veel minder tijd hebt om toe te
werken naar een wedstrijd. Het zou
natuurlijk hier bij Ajax ook zo moeten zijn.
Dat je elk moment honderd procent
bewust meemaakt, dat niets je ontgaat en
dat niets mag mislukken. Maar ik merk dat
het zo niet werkt. Ik leg me daar niet bij
neer. Het blijft het streven. Maar misschien
kan je niet ieder moment beseffen dat je
individueel en met de groep in een proces
zit. Dat proces dat moet leiden naar de
perfectie, naar het moment waarop
niemand meer 's avonds wakker ligt van
hoe mooi het had kunnen zijn. Omdat het
dan op het veld al zo mooi is geweest. Bij
Ajax weet je dat je je morgen weer
omkleedt om te gaan trainen, en volgende
week, en over twee maanden. Bij de
nationale ploeg is het allemaal altijd eindig
en is de wedstrijd als climax veel heftiger.'
Hebben de gebeurtenissen op 11 september
nog iets toegevoegd aan dat gevoel?
O'Brien: 'In feite heeft 11 september daar
niets mee te maken. Het gaat puur om het
voetbal en wat je daarmee wilt bereiken.
Maar daarmee wil ik niet zeggen dat
11 september niet een extra gevoel heeft
toegevoegd aan spelen voor de nationale
ploeg. Dat kan ook bijna niet anders. Het
publiek ervaart het zo en dus voel je dat als
speler. Bovendien speelden wij op de dag
dat president Bush de aanval tegen de
Taliban afkondigde een beslissende WK-
kwalificatiewedstrijd tegen jamaica. Onze
trainer Bruce Arena legde een verband
tussen onze wedstrijd en de
bombardementen. Hij wees ons erop dat
we de eerste nationale ploeg waren die zou
spelen sinds de aanslagen en dat het onze
taak was om de Amerikanen iets te geven
waardoor ze zich weer wat beter zouden
gaan voelen; iets waar ze trots op konden
zijn; waar ze kracht uit konden putten.
Toen we het volkslied hoorden, werkte dat
dan ook als een soort doping. Het hele
stadion werd erdoor meegesleept. Als
spelers waren wij natuurlijk ook geraakt
door wat er was gebeurd en wat er nu
gebeurde, maar los daarvan waren we met
wat anders bezig. Voor ons stond het WK
op het spel. Dat was ons doel altijd geweest
en was het nog steeds. Voor het publiek
was de wedstrijd een podium voor
patriottisme. Dat kan in Amerika ver gaan.
Ik begrijp de gefronste wenkbrauwen van
Nederlanders die dat zien. Ik moet zeggen
dat ik ook wel iets van de Hollandse
nuchterheid heb overgenomen. Op zich is
er niets mis met nationale trots, maar bij
trots hoort vaak neerkijken op. En dat is bij
Amerikanen soms het geval. Je zag het ook
bij Salt Lake City. De honger naar
medailles ging daar heel ver en veel landen
kregen er een negatieve smaak van in de
mond en stelden soms zelfs de eerlijkheid
ter discussie.'
Baywatch
Niet alles is in jouw land beter, maar zeker
wel de waardering voor sport.
O'Brien: 'Hier in Nederland is sport iets
voor erbij. Je hebt school en sport. En
school heeft de absolute prioriteit. In
Amerika gaat dat allemaal veel meer
samen. Daar is sport net zo'n belangrijk
onderdeel van de maatschappij als
opleiding, en vindt men niet dat het een
ten koste van het ander gaat. Daar steunen
de leraren je sportieve ontwikkeling. Als je
goed op het veld presteert, hebben ze er
alle begrip voor als je een keer je huiswerk
niet hebt gedaan. Dat komt ook omdat je
als sporter behalve voor je eigen eer ook
voor die van je school strijdt.'
Jij ging toch van school af vanwege de sport.
Hoe ingrijpend was de beslissing naar
Nederland te verhuizen en je volledig op het
voetbal te concentreren?
O'Brien: 'Toen ik op mijn zeventiende hier
naartoe kwam, had ik nog mijn twijfels. Ik
vond dat ik veel moest opgeven voor het
voetbal. Het laatste jaar op mijn
Brentwood Highschool heb ik moeten
missen. Dat is een belangrijk jaar, ook in
sociaal opzicht. Er wordt veel samen
gefeest aangezien je leven na dat jaar voor
een ieder een andere kant opgaat. Maar het
AJAX MAGAZINE APRIL 2002