ophanden zijnde regels van het inmiddels ingegane transfersysteem binnen Europa bij te sturen. Zo ook bij bezoeken in dat kader aan de FIFA. Ajax is dus overal vertegenwoordigd, praat actief mee, en dat komt ook onze club ten goede. Ik zeg u dit niet om te pochen, maar wel omdat enkele media, onder aanvoering van Mark van den Heuvel van Sportweek (Mark laat zich tegenwoordig op de televisie zelfs als Ajax-deskundige aankondigen), niet aflaten te roepen dat de voorzitter van Ajax een teruggetrokken leven leidt en geen toegevoegde waarde voor de club meer heeft, zodat u dat wellicht ook nog eens zou kunnen gaan denken. Nou, een goed ingevoerde deskundige, hoor. Bovendien toont het aan dat wij door deze actieve en veel energie vergende rol onze verantwoordelijkheid voor de voetbalsport in zijn totaliteit onderkennen, en daar ook onze nek voor uit willen steken, in tegenstelling tot zo velen die vanaf de zijlijn achteraf roepen hoe het allemaal had gemoeten. Het merendeel van het journaille is vooral hier erg goed in. Ik heb dit werk altijd met veel plezier voor mijn club gedaan en zal eraan meehelpen dat mijn opvolger in staat wordt gesteld deze rol van mij over te nemen. Want het ging hier niet om mij, maar om Ajax, en de uitstraling die het aan onze club geeft, maar vooral om het belang dat dat we hebben om op deze manier mee kunnen sturen aan de gevolgen die bepaalde ingrijpende veranderingen in de voetbalwereld voor onze club nu eenmaal hebben. Alles overziende kijk ik met voldoening terug op het feit dat ik mede sturing heb kunnen geven aan het overgangsproces van de bestuursvorm door vrijwilligers naar die van vakbekwame professionals. Ik weet dat enkele Ajacieden mij dit niet altijd in dank hebben afgenomen, maar ik weet natuurlijk dat zij zich zo op stelden uit liefde en bezorgdheid voor hun club, net zoals ik dat deed en zo hoort dat tussen Ajacieden. Afsluitend: Ajax is gewoon een bruisende en gezond club en we gaan een veelbelovende sportieve en als gevolg daarvan ook goede financiële toekomst tegemoet. Maar... dat kan alleen als team. Een team dat zijn op- en aanmerkingen louter intern bespreekt en een team dat in alle geledingen uitstraalt: wie kan me wat. Dat zelfbewuste 'maar wij zijn Ajax' moet weer bij ons terugkomen. We hebben het allemaal nog in ons, maar het lijkt wel alsof we het niet meer durven tonen. Dat moeten en kunnen we met zijn allen onmiddellijk veranderen, nu, vandaag al, wat de buitenwereld daar verder ook over schrijft, denkt of roept. Daarmee snoeren we de buitenwacht op de beste wijze de mond. Ik zal onze club daar dit jaar nog in voorgaan en ga ervan uit dat u me niet in de kou laat staan. Daarbij is ook nodig, dat we vanaf heden eens wat vaker eerst van de mogelijkheden uitgaan en daarna pas van de onmogelijkheden. Die kracht wens ik u, in het belang van onze club, naast een heel gezond en prettig 2002, van harte toe. AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2002

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 29