Raak! Winterstop. Mooie periode voor herstel, bijkomen, recupereren en opladen voor de tweede helft van het seizoen. Niet alleen voor de voetballer. Ook voor mij. Alleen ik ga niet skiën en ook niet naar een warm land om anoniem aan een strand te liggen. Zoals eerder ging ik naar vrienden die in een pittoresk dorp in zuidwest- Hongarije wonen. Heerlijk wild eten uit de bossen rondom, lokaal gerijpte wijn en huisgestookte pruimenjenever drinken en ouwehoeren; af en toe een uitstapje. M'n vriend Peter - oud- radiocollega - geeft weinig om sport, maar is wel nieuwsgierig naar mijn drijfveren en voorliefdes op dat gebied. Op een avond rond de hout gestookte kachel stelt hij mij de vraag hoeveel procent van de doelpunten in het voetbal puur op toeval berust en hoeveel het gevolg zijn van weloverwogen en perfect uitgevoerd aanvalsspel. Hoeveel toevalstreffers zitten er tussen, hoeveel zijn er letterlijk 'lukraak'? Ik doe een poging om duidelijk te maken dat de meeste doelpunten toch echt het gevolg zijn van intelligent, uitgekiend spel, technisch en tactisch vernuft, maar een echt antwoord op de vraag heb ik niet. Zijn vraag komt niet zomaar uit de lucht vallen. Daarvoor hadden we gekeken - m'n vriend heeft een schotel - naar het jaaroverzicht van het NOS-journaal. Terwijl de NOS doorgaans in het dagelijks journaal reportages heeft van folkloristische, meer jolijtige gebeurtenissen, zeg maar 'goed' nieuws, kwam daarvan niets terug in het jaaroverzicht. Dat was een en al ellende en narigheid; het was meer een overzicht van rampen die ons en de hele wereld hebben getroffen. Daaronder ook beelden van de intifada, het verzet van Palestijnen tegen Israël. Stenen gooiende jongeren, helaas een al te lang vetrouwd beeld. Er viel me iets fleurigs op. Ik keek nog eens goed en opeens zag ik het: een van de Palestijnse jongens droeg een Ajax-shirt! Of onze club een jodenclub is valt te betwisten, maar in Israël worden we zeker als zodanig gezien. Kijk maar naar de wedstrijd die we een paar jaar terug voor de UEFA Cup tegen Haifa speelden. Ajax werd omarmd als een van hen, als bondgenoot van Israël. Nu zag ik een 'vijand van Ajax' in een Ajax-shirt de 'vriend van Ajax' aanvallen. Een Ajacied probeerde 'vrienden van Ajax' zo doeltreffend mogelijk te raken! Zal hij daar zelf van geweten hebben? Deed hij mee omdat dat zo hoorde; hij niet anders kon? Was het dragen van het Ajax- shirt een stille vorm van protest: jegens z'n eigen groep of juist omgekeerd jegens de Israëliërs in de zin van: Ajax is niet exclusief van jullie, maar van de hele wereld, in ieder geval ook van ons? Gaf het shirt de jonge Palestijn extra moed, een gevoel van wij zijn de besten, zoals ook spelers van Ajax dat horen te voelen als ze het veld opgaan? Wat deed dat shirt voor hem in de in zijn ogen gerechtvaardigde strijd? Was zijn gooien trefzekerder in dat shirt of gooide hij ook maar 'lukraak', was hij voornamelijk afhankelijk van toevalstreffers? Ik zou het hem graag vragen. Nog in Hongarije hoor ik van het overlijden van Paul Huf. Ongetwijfeld een groot fotograaf. Maar ik vond z'n werk te gestileerd, te geconstrueerd, te bedacht. Het onverwachte, avontuurlijke, spontane was eruit 'weggeflitst'. Er is maar één foto die ik echt mooi gevonden heb. Die uit 1967 van de vier Ajacieden Cruijff, Keizer, Swart en Nuninga. Hoeveel keer zal Huf geklikt hebben voordat hij kwam tot het resultaat van dat prachtige portret? Of was het toch hoe dan ook een toevalstreffer? Fotografen klikken wat af voor het in hun ogen 'raak' is. Ik hoop - ik schrijf dit op de dag van Ajax' nieuwjaarsreceptie - dat er in elf Ajax-shirts zoveel raak geschoten wordt dat opnieuw door Klaas Vos een kampioensschaal en/of beker foto Paul Huf omhooggehouden mag worden. Dat mag VÖS PREEKT t>£ PASSIE ook best met toevalstreffers. 139

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 139