KATERN
De plaatjes van Panini waren wat saaier.
Geen afgezakte kousen of shirts uit de
broek meer, maar keurige portretten (een
gemis dat de laatste jaren werd
goedgemaakt met portretten én
actiefoto's). De omschrijvingen van de
speler waren voorzichtig (Pim van Dord:
'linkervleugelverdediger, ook als
voorstopper in te zetten'), maar soms kon
de auteur zijn persoonlijke mening niet
onderdrukken (Simon Tahamata:
'gehandicapt door zijn geringe
afmetingen'). Die visie was aan
verandering onderhevig; in het boek van
het jaar daarop (1979) geen woord meer
over Tahamata's gebrek: 'lieveling van het
Amsterdamse publiek'. Ook Tscheu-la
Ling (de spelling van Tjeu wisselde nogal
eens) had zich bewezen: van 'een grillige
rechterspits die zelden negentig minuten
aanwezig is' had hij zich in een jaar
opgewerkt tot een 'grillige rechterspits,
heeft soms fabelachtige ingevingen'. Een
jaar later prijkte Ling ('erg populair in
Amsterdam') zelfs op de cover.
Vanaf 1989 ontbraken helaas de
omschrijvingen van de spelers en moesten
we het doen met statistieken, veelal
nutteloos maar toch lekker meegenomen
(eerste club van Hans Werdekker: DIO,
gewicht van Ron Willems: 78 kilogram).
Ajacied Richard Witschge was een groot
liefhebber van de statistieken, zoals bleek
in het voorwoord van Voetbal '91, waarin
voor het eerst en het laatst
ontboezemingen van een voetballer een
Paniniboek openen: 'Toen Panini met
Voetbal 78 voor het eerst een Nederlands
voetbalalbum uitgaf was ik net 9 jaar. Bij
ons op school werden de plaatje van Panini
vanaf dat moment meteen driftig
verzameld. Ik weet nog dat er toen van
iedere speler een korte beschrijving onder
de foto stond. Maar ik moet zeggen dat ik
de statistische gegevens die de laatste jaren
in het album staan toch interessanter vind.'
In het voorwoord van 'Voetbal '91verklaarde
Richard Witschge de statistische gegevens van de
spelers interessanter te vinden dan de
beschrijvingen die voorheen gegeven werden.
Playcard
Statistieken of niet, de toekomst van het
voetbalplaatje is nog nooit zo onzeker
geweest als nu. In Italië geeft men niet op.
Om de op hol geslagen transfermarkt het
hoofd te bieden (want hoe stel je een
selectie samen als spelers constant van club
verwisselen?) is men bij Panini bezig om
iets te verzinnen waardoor de
plaatjesspaarders de getransfereerde spelers
zelf een nieuw shirt kunnen aantrekken
(tip: doe net als Vanderhout dertig jaar
geleden en kleur die speler zelf opnieuw in;
over de lijntjes mag). Verder wordt er
gespeculeerd over ruilen via de computer
(tip: inkleuren kan óók via de computer;
over de lijntjes mag niet) en het
ontwikkelen van de playcard, een
computerkaartje van negen bij zes
centimeter, waarop de speler in beweging
is te zien. Mocht dit laatste idee in Italië
aanslaan, dan overweegt Panini er ook in
andere landen mee te beginnen.
Mocht dat gaan gebeuren, dan eis ik
meteen dat met terugwerkende kracht
playcards van de oudere plaatjes worden
gemaakt, zodat ik die verdraaide doelman
Sies Wever eindelijk eens écht kan zien
koppen!
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2002
117