KATERN Leeuwezegel-margarine of Blue Band- boter om voetbalplaatjes in ons bezit te krijgen. Vanderhout Internationale Uitgaven BV uit Utrecht kwam met de serie Voetbalsterren 1968-1969waarvan de plaatjes los te koop waren in een zakje. Voor een kwartje kreeg je kleurportretten van eredivisiespelers als Henk Groot, Piet de Zoete, Guus Haak, Oeki Hoekema, Chris Kronshorst, Tom Soendergaard (de 0 bestond nog niet bij Vanderhout) en Piet Kamps of een ander illuster zevental. De prijs van de zakjes bracht menig hart aan het bonzen. Vrijwel ieder seizoen werd er een grotere aanslag gedaan op het zuurverkregen zakgeld. In 1971 kreeg je nog zeven plaatjes voor 25 cent, het seizoen erop weliswaar acht maar wel voor dertig cent, terwijl we in 1973 maar liefst twee plaatjes per zakje moesten inleveren (25 cent). Knickerbocker Die prijsstijgingen hadden te maken met de geportretteerde voetballers, die ook buiten het veld steeds meer geld roken. Stond in het allereerste Voetbalsterrenalbum nog op de laatste pagina deze vermelding: 'Geen van de op de portretten voorkomende spelers, noch hun clubs hebben enige financiële of andere beloning gehad met betrekking tot de produktie van de portretten of het album', een jaar later bleek dat 'deze exclusieve uitgave tot stand kwam met medewerking van de Vereniging van Contract Spelers (V.V.C.S.)'. Oftewel: dokken voor die plaatjes. Op de voorkant van het eerste album prijkte een solerende Johan Cruijff. Een jaar later was dezelfde pingelende Cruijff op de cover te zien, die daarmee de toon Johan Cruijff soleert op het omslag van Voetbalsterren 1969-1970, zoals hij het seizoen ervoor ook al gedaan had. zette voor de inhoud van het album: die kende namelijk precies dezelfde plaatjes als zijn voorganger, met als enige verschil dat de twee gedegradeerde teams Fortuna SC en Volendam vervangen waren door de promovendi AZ '67 en Holland Sport. Deze 'frauduleuze' handelwijze was tekenend voor de begin- en hoogtijdagen van de Voetbalsterrenplaatjes. De (portret)foto's waren lelijk (Heinz Schilcher) en schaamteloos ingekleurd (nt over de lijntjes) en spelersnamen werden verkeerd gespeld (Nico Reinders, Theo Vonck), veranderd (Cor Overweg i.p.v. Niels Overweg) of zaten bij het verkeerde plaatje. De arme jo Peters van NEC stond vanaf 1969 drie jaar achter elkaar met precies dezelfde foto in het boek. Het enige verschil was dat zijn shirt iedere keer anders was ingekleurd. Bovendien werd zijn naam geen enkele keer correct weergegeven. Jo was tweemaal Jan en één keer Joop voordat hij in 1972 teleurgesteld afhaakte. Dat jaar werden de portretfoto's vervangen door actiefoto's. Dit maakte de weg vrij om twee jaar na dato dezelfde koppende doelman Sies Wever op te voeren. Dit maakte de fascinatie voor de plaatjes alleen maar groter. Urenlang staarde je naar een Cor Kooistra van AZ '67 die in zijn knickerbocker stond te keepen; zijn beschrijving in het album stichtte nog meer verwarring ('handige speler die op verschillende plaatsen in het elftal kan worden opgesteld'). Oud zakje Het ruilen was een kunst op zich. Ik bewaarde mijn dubbele in een oud zakje; anderen verkozen een simpel elastiekje. In ieder geval was het not done om de nummers van de plaatjes die je 'nog moest' op een papiertje te schrijven: die behoorde je eenvoudigweg uit je hoofd te kennen. Minstens zo belangrijk was en is het zo lang mogelijk doorruilen. In de tijd van de reclameplaatjes kon je met je dubbele in het uiterste geval naar de kruidenier of groenteman, om ze (twee oude voor één nieuwe) om te ruilen. Nu was je aangewezen op de uitgever, waarbij je de ontbrekende plaatjes kon nabestellen. De slappelingen kozen (soms onder druk van tirannieke ouders) voor die optie; wij (de echte verzamelaars) gingen net zo lang door tot we die ene ontbrekende, vervloekte Flip Stapper eindelijk te pakken kregen. Voor de gemakzuchtigen bracht begin jaren zeventig het voetbalblad I -0 ook twee keer plaatjes uit. Die zaten echter gewoon in het blad of werden per strook in de winkel te koop aangeboden, zodat er van het krijgen van dubbele geen sprake was. Wel werd voor de 1-0 Foto galerij uit 1970 een overschot aan verschillende plaatjes gemaakt, zodat ze (kleiner) verknipt in het album terechtkwamen. Opmerkelijk: bij Ajax schopte ene Bob Hoogeboom het tot 1-0 voetbalplaatje (Hoogenboom zou - zelfs met een 'n' - nooit in Ajax 1 spelen). Tot 1978 was de Voetbalsterren-serie (met ook WK-uitgaven) de onbetwiste leider in de vaderlandse voetbalplaatjeswereld. Maar nu verschenen, het boek het eerste jaar als bijlage bij het blad Eppo, ook in Nederland de al jaren in andere landen gerenommeerde Panini-stickers. De drie Italiaanse gebroeders Giuseppe Benito en Gino Panini waren zelf fanatieke verzamelaars toen ze ruim 25 jaar geleden op het idee kwamen om hun eigen plaatjesserie te gaan vervaardigen. Als handelsmerk koos men voor de ridder die afgebeeld stond op het eerste plaatje dat zij als kind ooit kregen. Tegenwoordig heeft het bedrijf in Modena zo'n zeshonderd werknemers en verspreidt het plaatjesverzamelingen (naast voetbal ook van andere sporten, televisieseries, popsterren, dieren enzovoort) over de hele wereld. Alleen Siberië en Mongolië zijn AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2002

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 109