KATERN Dit verhaal gaat over het droge Ajax. Je hebt ook het natte Ajax, maar dit zit een verdieping lager achter een deur met een slot erop. Daar woont het Ajax van de bal, de kicksen en het roodwitte shirtje - een wereld van mannen, jongens vaak nog, die na gedane trainingsarbeid onder de douche springen of in een zwembad met ruimte voor rugslag. Boven, bij het droge Ajax, werken ook vrouwen, meisjes vaak nog. Daar is Ajax geen voetbalclub maar een beursgenoteerde NV die in Ajax-spelers doet. En in Ajax-behang, Ajax-horloges of Ajax- pyama's. Ook geven ze daar Ajax-bladen uit en zorgen ze ervoor dat het de Ajax-sponsor, de Ajax-aandeelhouder en de Ajax- businessseater aan niets ontbreekt. Heel soms klopt een Ajax-voetballer van beneden op de dichte deur naar boven. Er moet dan toevallig iemand door de gang lopen die dat hoort, want anders kan hij wachten tot hij een ons weegt. Andersom komt er vrijwel nooit een Ajax-NV'er van boven beneden bij de kleedkamers. Beneden hebben ze, heet het, hun rust nodig. Het is voorgekomen dat een natte Ajacied boven door de gang liep en dat een droge Ajacied vroeg: 'Goh, werk jij ook hier?' 'Yes Sir,' was het antwoord. 'That comes, I am an Ajax player.' 'Op een dag laat de vorige directeur, de heer Kales, de spelersbus voorrijden met in grote letters 'AFC AJAX NVerop. Ik ben naar hem toegegaan en ik heb gevraagd: wil je dat NV er als de sodemieter afhalenV Wim Schoevaart, erelid en archivaris Over het natte Ajax staan de kranten dagelijks vol. Er kan daar geen pink gekneusd raken of hij haalt de sportpagina. Over het droge Ajax verneem je zelden iets, of het moest zijn dat het daarboven op kantoor wemelt van de kille types die als er een bal op de paal belandt, niet denken: godsklere, weer een kans gemist, maar wel: verdorie, daar gaan de winstcijfers. Zes weken lang heb ik bij het droge Ajax rondgelopen. Ze wilden daar zelf ook weieens weten hoe kil en zakelijk ze zijn. En dus vroegen ze het aan een buitenstaander. Ze gaven me een 'klikker' waarmee ik alle deuren kon openen. Ze gaven me alle vrijheid. En ze vroegen niet of ik eigenlijk wel dol ben op Ajax. Jazeker, dank u. Soms ga ik zelfs met mijn zoon naar een thuiswedstrijd. We hebben dan een ritueel, ontleend aan de beroemde Ajax-film. We klimmen de trappen op naar de tweede ring, we zoeken onze plaatsen op, we gaan voor de kuipstoeltjes staan en dan vraag ik: 'Wat zijn we bij Ajax?' En dan moet mijn zoon antwoorden: 'Nooit tevreden.' En dan gaan we zitten. Het leuke van bij Ajax werken is dat hier de maandag na een nederlaag iedereen misselijk is. Waar ik vroeger werkte had je een Feyenoord-supporter. Wat heerlijk dat ik die big smile nooit meer hoef te zien. Carla van Lier, secretaresse In de weken dat ik bij Ajax rondliep mocht ik de termen kil en zakelijk inderdaad veelvuldig vernemen: voornamelijk uit de mond van de doorgewinterde clubmensen die vroeger nog meegemaakt hebben toen Nico in de Meer de administratie deed en Peter de kaartverkoop, en dat was het toen wel, qua kantoor. Bob Haarms, de ex-trainer die nu de grasgroei van de Arena in de gaten houdt, vraagt zich op een stoeltje langs de zijlijn af of 'ze daarboven eigenlijk wel van voetbal houden'. Ton Pronk, oud- eerste-elftalspeler en nu hoofd scouting, zegt dat de opkomst van het droge Ajax de club van 'zijn warmte, zijn familiegevoel' heeft beroofd. En David Endt, oud-perschef en nu de teammanager van Ajax 1, vreest dat de commercie 'de ziel uit Ajax heeft gehaald'. Moest men hen en de andere oude clubrotten geloven dan is het Ajax-kantoor op één hoog in de Arena bevolkt met een verzameling cijferaars die zich minder voor de ruststand interesseren dan voor de aandelenstand. Gezamenlijk en in vereniging hebben ze daar van het geliefde duppie Ajax een Zakelijke Onderneming gemaakt die het scoreverloop uit het oog heeft verloren maar het koersverloop danig in de gaten houdt. Eerlijk gezegd was dat ook mijn verwachting toen ik voor het eerst de trap opklom naar kantoor. Daar trof ik aan de wanden weinig grafieken met winst- en verliescijfers aan, maar wel een uitputtende hoeveelheid foto's van halfnaakte spelers met een grote fles spuitchampagne in hun midden en een nog grotere zwaarverzilverde beker. Gezellig kon je de lange gang waarlangs de werkkamers gedrapeerd zijn, moeilijk noemen. Maar dat het daar om voetbal gaat, word je wel ingepeperd. Menige kille cijferaar heeft het clubshirt met zijn naam erop ingelijst achter het bureau hangen. 'We verkopen echt niet alles. Ik zal nooit aan Ajax-wc-papier meewerken. Frans Schoofs, account manager merchandising In de weken die volgden, nam ik de ene droge Ajacied na de andere mee naar het café Soccer World onderin de Arena waar we, vermoedde ik, vrijuit konden praten. Ik geloofde mijn oren soms niet. Kil? Zakelijk? AJAX MAGAZINE JANUARI 2002 93

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 93