in de schoot geworpen. Altijd heb ik het
gevoel gehad dat ik het twee of drie keer zo
goed moest doen als een ander voordat ik
die beloning kreeg. Sommige mensen komt
het aanwaaien. Ik zeg niet dat ik vond dat
ik een basisplaats verdiende bij Ajax, maar
ik had wel graag een kans gekregen om te
laten zien of ik het aankon of niet. En toch
bleef ik twee jaar doorzetten. Het was een
beetje tegen beter weten in, maar ik ging
gewoon door. Ajax is een hard bedrijf. En
toen ik er zat, was het ook niet de juiste
tijd. Het was crisistijd. Ik heb het ontslag
van Morten Olsen en dat van Jan Wouters
meegemaakt. Dat was jammer.'
In alles wat Douglas zegt, klinkt strijdlust
door. Hij laat zich niet weerhouden door
welke tegenslag dan ook. Hij wil die strijd
dan ook voeren tot het bittere eind. 'Dat zit
in me. Op school ben ik nooit een
whizzkid geweest. Toch heb ik doorgezet
en mijn havo- en mbo-diploma gehaald. Ik
bij het eerste. In het tweede werden we niet
meer begeleid. Het leek alsof ik na de Al
was afgeschreven. Ze zeiden dat niet, maar
ik voelde het zo. Met een paar spelers werd
wel gesproken. Met mij niet. Het maakte
voor mijn gevoel ook niet uit wat ik deed.
Toch ging ik door. Bij RBC dacht ik me
weer in the picture te kunnen spelen, maar
als je elke wedstrijd verliest, wordt nergens
meer op gelet. Dat was weer een
teleurstelling erbij. Dan ga je je afvragen
wat het beste is en zo ben ik bij Haarlem
terechtgekomen.'
Karakter
Bij Haarlem werd Douglas verenigd met
Heini Otto, die hij nog van de jeugd kende.
Van deze trainer krijgt hij alle tijd en
ruimte om weer te spelen. Douglas heeft
een vrije rol, al staat hij eigenlijk nooit
meer op zijn favoriete plek achter de
spitsen. Vaak start hij als rechtsbuiten,
maar als de wedstrijd erom vraagt kan hij
ook op links uit de voeten. 'Ik wist hoe
Heini Otto met spelers omgaat. Ik heb
trainers meegemaakt die zich te veel lieten
leiden door de buitenwereld. Hier is dat
niet. Daarom heb ik voor Haarlem
gekozen.' Heini Otto had Douglas, toen
eind vorig seizoen bekend werd dat hij niet
terug naar Ajax ging, hoog op zijn lijstje
87
ben de oudste van het gezin
en je probeert het voor je
ouders zo goed
mogelijk te doen. Ik
voel me
verantwoordelijk
voor mijn vader
en moeder en
drie zusjes. Ik
ben heel
gedreven, altijd
geweest. Vroeger
ging ik gewoon op
de fiets naar DWV.
Andere jongens
werden gebracht. Dan
zat ik in de kou op de
fiets, maar ik ging altijd.
Vanaf de Dl bij Ajax heb ik
altijd gebikkeld, begrijp je.
Tot de Al ging het goed,
maar in het tweede zag ik
dat mijn droom niet uit zou
komen. Na die Al leek het
alsof het ineens afgelopen
was. We hadden een
superelftal. Maar nu
zitten alleen
Andy van der
Meyde en
Mitchell Piqué
NE JANUARI 2002