Medeplicht
Februari 1995. Het Olympisch stadion is het mooist bij avondlicht
en dit is zo'n avond waarop het beton en ijzer tot leven komen.
Want Ajax speelt tegen Feyenoord en voor een dergelijk klassiek
duel gooien de voetbalgoden hun agenda's om want daar wil men
bij zijn. Dat Feyenoord op voorsprong komt in het uitverkochte
bastion, is een verrassing. Maar Ajax zet orde op zaken. Bij rust is
het 1-1 en vlak na de thee maakt Frank de Boer er 2-1 van. Dan, de
57ste minuut. Op rechts is Finidi aan de bal en die ziet links van
hem een man met wapperend blond haar de vrijheid zoeken. Alsof
het gemakkelijk is, speelt Finidi de bal tussen en over tegenstanders
naar het vrije veld. De man met de blonde haren toomt zijn
snelheid in, kijkt, wacht op de bal, zoekt naar waar het ogenblik
van de waarheid zal vallen, tempert nog wat meer en plaatst de op
zijn voet vallende bal direct met een heerlijk boogje voorbij de
kansloze handen van de Rotterdamse keeper. De schoonheid van
het doelpunt breekt het genot los van Peter van Vossen. Zwevend
op het oergevoel van blijdschap laat hij zich gaan. Scoren, scoren
vobr zijn club. Is er iets mooiers?
Twee seizoenen lang voetbalde Peter van Vossen voor Ajax. En hij
deed dat steeds met de hartstochtelijke overgave van de ware
liefhebber. Zijn inzet was de supporters uit de ziel gegrepen en
maakte hem populair. Hij gaf zijn bloed aan Ajax en bleek een
originele voetballer en een warm mens.
Een oktoberavond in 2001. Doorheen het zilveren regengordijn
buigen zich de bogen van het stadion de Toekomst. Een klein,
knus terrein voor een bijzondere wedstrijd. Jong Ajax speelt
bekervoetbal tegen het eerste elftal van De Graafschap. Fantastisch
dat voetbal nog op zo'n veld kan worden gespeeld, de
aanrakingsfactor is groot. Mensen dicht langs het veld, je ruikt het
gras, je kijkt de voetballers in de ogen. De Graafschappers hebben
het te moeilijk tegen de mooi en effectief voetballende ploeg van
coach Olde Riekerink. Jong Ajax zingend door naar de volgende
ronde!
Maar Ajax verliest ook. Verliest zwaar. Zo zwaar als alleen het
gewicht van eer kan wegen. Want die heerlijke aanrakingsfactor,
die zo ontwapenend terug deed denken aan hoe het zou moeten
zijn, wordt op schandalige manier misbruikt. Peter van Vossen,
dezelfde voetballer die ooit twee jaar lang alles van zichzelf gaf
voor onze club en nu voor De Graafschap uitkomt, wordt
beschimpt en bescholden. De aanrakingsfactor blijkt gevaarlijk.
Wanneer hij de hoekschoppen neemt, worden gekken die achter
de lage omheining staan, handtastelijk.
Dreiging, kleine afschuwelijke waanzin.
Waarom wordt deze vroeger Ajax-zoon zo
beschamend bejegend? Men zegt omdat hij
zich ook voor Feyenoord inzette. Omdat hij
de liefde voor die club beleed. Een
professionele amateur. Omdat zijn
COLUMN
door David Endt
Foto: Louis van de Vuurst
Feyenoorderschap voor hem de vervulling van een jeugddroom
was. Hij gaf zijn bloed aan Feyenoord. En, mag dat niet? Waar
gaan we heen met het voetbal? Waar gaan we heen met de meest
elementaire vormen van respect en sportiviteit? Hetzelfde hart dat
zowel voor Ajax als voor Feyenoord streed en zwoegde, werd in de
oktoberregen op de Toekomst gekerfd. Een diep verdriet kroop in
dat sterke, stoere lijf en verbittering stroomde door zijn bloed. Zijn
warmte bevroor. En dat leed deed hem het meest pijn. De
hartstochtelijke voetballer, de professionele amateur. Peter, die
met evenveel spelvreugde en zegedrang voor Ajax én Feyenoord
speelde. Dat is prachtsport in plaats van doodzonde. Peter, die
knakte. Zieke geesten langs de lijn, ongecorrigeerd door
omstanders, voeren hun eigen wetten uit. Zij stenigen de eer van
Ajax. De eer die gebiedt dat tegenstanders medestanders zijn, zeker
wanneer die hun bloed aan de club hebben gegeven. De ene winst
weegt niet op tegen het andere verlies. Op de Toekomst zullen
zulke wedstrijden niet meer kunnen worden gespeeld.
Kan het erger? Het kan erger! Ajax - NAC. Men waagt het de
armen omhoog te steken bij een treffer van de gasten? Sla er op!
Rol de mouwen op, laat de spieren zien, mep erop los. Met brutaal
geweld worden de bezoekers op een tribunevak geïntimideerd,
gemolesteerd. Angst in de ogen van kinderen, van volwassenen.
Schuimbekkende afstammelingen van mensen zaaien paniek.
Afgrijzen rolt door het stadion, het voetbal is niet belangrijk meer.
Wat bij blijft is geen uitslag of doelpunt maar de blinde
struikelvlucht van mensen, jong en oud. Zij waren voor een fijne
middag naar Amsterdam gekomen. Zij houden van hun eigen
club. Red je lijf, red je dochtertje! Waarheen, hoe? Waarom?
Blijvende pijn veroorzaakt door schoftentuig dat niets op heeft met
de club waarvan men de kleuren draagt, maar dat slechts leeft van
misselijkmakend terrorisme. Blijvende schade. Dertig hersenloze
kerels rammen met hun vuisten, blazen hun
holle basten op, genieten van de angst die
zij zaaien. Gekken wanen zich helden. De
voetbalgoden keren zich af. En tussen het
verbijsterde, machteloze publiek op de
tribune juichen een paar duizend mensen
het terrorisme toe, allen medeplichtig.
AJAX MAGAZINE JANUARI 2002