'HET IS MET MIJ ALS MET
&ATAN: WE KMNNEN HEEL
VEEL, MAAK HET IS ER NGd
NIET UITGEKOMEN'
grote club in België; Ajax is een grote club
in de wereld. Dat is toch wel een verschil.
Iedereen in Egypte kent Ajax. Anderlecht
zegt niemand iets. Ik heb in Cairo altijd
heel veel jongetjes zien lopen in een Ajax-
shirt. Sommigen voetbalden erin. Terwijl
ze niet eens schoenen konden kopen,
hadden ze wel een Ajax-shirt. Denk je dat
anderen soms ook in een Anderlecht-shirt
lopen? Niet dus. Maar dat was niet de
reden waarom ik voor Ajax koos en niet
voor Anderlecht. De trainer, Anthuenis,
zei: "Hossam is een goede speler, maar hij
zal aan het begin van het seizoen niet in de
basis starten. Hij moet nog ervaring
opdoen." Dat is toch raar, als ze je zo graag
willen hebben, terwijl je aan de andere kant
leest dat de trainer je nog niet goed genoeg
vindt. Waarom zou ik bij Anderlecht op de
bank gaan zitten, vroeg ik me hardop af?
Koller ging weg naar Dortmund, Tomasz
Radzinski naar Everton. Wie zou er in de
spits staan bij Anderlecht als ik op de bank
zat? En daarom koos ik voor Ajax toen de
mogelijkheid er was. Niet eens omdat ik
beledigd was, maar omdat ik geen zin had
om niet te voetballen.'
Toch heb je bij Ajax ook niet kunnen rekenen
op een basisplaats. Hoe zag de toekomst eruit
die Ajax je in eerste instantie voorhield
Mido: 'Daar was het enige probleem dat ik
zelf stelde dat ik geen linksbuiten was. Ze
wilden dat ik daar toch ook zou spelen,
omdat ze dachten dat ik dat kon.
Natuurlijk kan ik het ook wel, maar ik ben
veel beter centraal. Het idee is misschien
ontstaan doordat ik bij Gent vanwege een
blessure een keer op de linkerflank speelde,
omdat ik de enige beschikbare linkspoot in
de selectie was. Die keer kwam Ajax kijken
en speelde ik erg goed. Daarom zagen ze in
mij een linksbuiten. Maar ik ben geen
linksbuiten. Echt niet. In het nationale
elftal speel ik in de spits; bij Gent speelde ik
in de spits; ik heb altijd in de spits
gespeeld. Dat heb ik ook direct duidelijk
gemaakt in het eerste gesprek met de
trainer. Adriaanse keek me enigszins
ontsteld aan, maar toen we er langer over
spraken voorzagen we beiden geen
problemen met de rol die ik bij Ajax zou
gaan vervullen. De trainer wist hoe hij me
het beste kon gebruiken. Het probleem is
dat iedereen enthousiast is geweest nadat ik
op links speelde. Het publiek, de trainer.
Iedereen, alleen ik niet. Ik voel me er als
een kat in een vreemd pakhuis. Omdat ik
weet dat ik veel meer kan. Alleen
Beenhakker weet wat ik echt kan. Mijn
vorm is verder nog niet optimaal geweest.
Maar vorm is vooral vertrouwen. En
vertrouwen ontwikkel je zelf, door goed te
spelen en te scoren, maar ook doordat
anderen je vertrouwen schenken.'
Hebben zich bij Ajax veel mensen
ingespannen om jou vertrouwen te geven?
Mido: 'Nee, niemand. Maar dat hoeft ook
niet. Het moet in eerste instantie van jezelf
komen. En daarbij heb je een beetje geluk
nodig, naast fysieke fitheid. Ik train goed
en ik doe er alles aan. Het is met mij als
met Zlatan: we kunnen heel veel, maar het
is er nog niet uitgekomen. Sterker nog, ik
heb nog te weinig laten zien, met die rode
kaart tegen Twente daar ook nog eens bij.
Ik beloof de fans dat het er opeens zal zijn.
Dan zullen ze hun ogen niet geloven. Dan
kunnen we alles. Vooral samen. We zijn als
tweelingbroers. We voelen elkaar heel goed
aan, hebben dezelfde manier van spelen en
ook hetzelfde karakter. Niet gemakkelijk
nee, dat karakter.'
Het is voor Ajax bepaald geen verrassing
dat er met Zlatan en Mido twee spelers in
huis zijn gehaald die niet met zich laten
sollen. Hoewel het beleid in eerste instantie
liefst Amsterdamse talenten zoekt, zou
volgens directeur Leo Beenhakker de
branie van Zlatan en Mido hen juist erg
geschikt voor Ajax maken. De redenering
van Beenhakker komt er parafraserend op
neer dat Ajax te weinig klootzakken in de
selectie heeft; te weinig ettertjes met een
grote mond. Die leemte lijken de twee met
een zeker genoegen op te vullen.
Mido: 'Hier ziet men ons als jonge jongens,
die nog alles moeten bewijzen. Dat is op
zich ook niet raar, dat men dat vindt. We
zijn jong, dat valt niet te ontkennen. Maar
in de jaren dat wij serieus met voetbal
bezig zijn geweest, zijn we door iedereen
die ons omringde opgehemeld; op een
voetstuk geplaatst. Iedereen heeft altijd
geroepen hoe bijzonder we zijn. En daarbij
hebben we dat ook waargemaakt. We
waren onmisbaar voor onze clubs. Als we
niet speelden, verloor de club. Niet dat je
dan arrogant moet worden en niets meer
van iemand moet aannemen, maar je kunt
alleen maar met die adoratie omgaan door
zelf je verantwoordelijkheid te voelen en te
nemen. Van een 18-jarige verwacht men
dat je overal ja en amen op antwoordt.
Maar zo zijn wij niet. We komen niet
vanuit het niets. Dat vergeet men weieens.'
Hersenletsel
De relatie met de ontslagen trainer Co
Adriaanse was niet optimaal, hoewel er in
interviews over het algemeen geen kwaad
woord werd opgetekend van Mido over
zijn oefenmeester, die hij 'slim' noemde.
Behalve een fundamenteel verschil in
inzicht over zijn ideale positie, ontstond
een ernstiger probleem toen Adriaanse zich
in het openbaar negatief uitliet over de
Egypenaar.
Mido: 'Net toen het begon te lopen, kreeg
ik die hoofdblessure in de wedstrijd tegen
Apollon Limassol. Dat was het raarste
moment in mijn carrière tot nu toe. Ik
voelde helemaal niets meer aan de
AJAX MAGAZINE JANUARI 2002
17