tevreden als buitenstaander
Pt PUITtNSVAANP
Insider Jansma
Kees Jansma (1947) is sportjournalist. Hij heeft alle facetten van het vak
uitgeoefend: krant, tijdschrift, radio en televisie. Zijn contactenkring is zo groot
dat Jansma eerder insider is dan buitenstaander, maar zelf ziet hij dat anders:
'Het bewaren van een zekere afstand is noodzaak.' Een interview met een van de
bekendste gezichten uit de sportjournalistiek over Ajax en de media, zijn vader,
zijn huidige werkgever Canal+, Co Adriaanse, het niveau van de sportjournalistiek
in Nederland, faalangst en zijn liefde voor film en theater.
H|t is druk op de redactie van Canal+, op
de dag van onze eerste afspraak. Een grote,
open ruimte waarin een aangenaam
chaotisch en soms jongensachtig sfeertje
heerst. Het is 12 november, de dag waarop
Canal+-medewerker Wim Kieft zijn 39ste
verjaardag viert. Een redactielid ontdekt
dit, min of meer toevallig, bij het lezen van
De Telegraaf. Hij aarzelt niet en belt
onmiddellijk naar huize Kieft. 'Zeg Wim,
gefeliciteerd jongen! We zitten hier
eigenlijk met z'n allen op die taart te
wachten. Wanneer komt die?' De overige
redactieleden volgen elkaar snel op. Als de
één heeft opgehangen, hangt de volgende,
tot groot genoegen van de anderen, aan de
lijn bij Kieft. En steeds maar weer die
slotvraag: waar blijft de taart?
Kees Jansma geeft sinds het najaar van
1997 leiding aan de sportredactie van
Canal+. Aan de muur van zijn kamer
herinneren enkele foto's aan een ander
verleden: als voetballer en als beginnend
verslaggever. Hoewel hij verkouden en
druk is (regelmatig wordt Jansma
onderbroken door de telefoon), blijft hij
ruim anderhalf uur rustig en vriendelijk de
vragen beantwoorden, ook als hij, op
verzoek van de fotografe, de regen moet
trotseren om in het nabij gelegen bos te
poseren voor een gedeelte van de
fotosessie.
door Jeroen van den Berg
foto's Wanda Tuerlinckx
Kan het eigenlijk wel, een sportjournalist,
een autoriteit zelfs, interviewen voor de
rubriek De BuitenstaanderGlimlachend:
'Ja hoor, dat kan zeker. Iedere journalist,
ook al is hij nog zo betrokken bij het
onderwerp waarover hij moet berichten, is
een buitenstaander. Dat geldt ook voor
mij. Zodra journalisten van zichzelf
denken dat ze meer zijn dan een
buitenstaander, denk ik dat zij hun eigen
rol overschatten. Het bewaren van een
zekere afstand is noodzaak.'
1957, Ajax - PSV 1-0
'Ik houd van sport en kom daarvoor uit.
Daarom schaam ik mij er ook niet voor om
sportjournalist te zijn. Het is voor dit blad
misschien wel aardig om te vermelden dat
ik mijn eerste voetbalwedstrijd bijwoonde
in de Meer, als jochie van een jaar of tien.
Mijn vader, een echte Ajax-fan, nam mij
toen mee naar de wedstrijd Ajax - PSV.
Het begon allemaal niet best. We waren te
laat, en toen we eenmaal in het stadion
waren, was het al 1-0, door een doelpunt
van Piet van der Kuil. Dat was tevens de
eindstand. Vreselijk natuurlijk, want als
jong jochie wil je het liefst doelpunten zien.
Toen mijn vader met pensioen ging, hij is
nu 82, hebben wij hem een seizoenkaart
voor Ajax gegeven. Ik heb dat verhaal ooit
aan Michael van Praag verteld, waarop hij
heel gevat reageerde: "Ja, dat is wel een
Ajacied hè? Jij niet." Tot mijn verbijstering,
en dat bedoel ik positief, is mijn vader twee
jaar geleden door Van Praag persoonlijk
gebeld voor het bezoeken van een
thuiswedstrijd in de Arena, compleet met
rondleiding. Ze hebben hem thuis in
Veenendaal afgehaald en weer naar huis
gebracht. Mijn vader vond dat natuurlijk
prachtig en ik moet toegeven dat het mij
ook wat deed. Hij vond de Arena een mooi
stadion. Ik heb zelf weieens last van de
hang naar vroeger; zo houd ik van de Meer
en van het Zuiderpark. Toch is de Arena
mooi, het stadion beantwoordt volledig
aan de wensen van nu. De supporter van
nu is gehecht aan comfort en wil niet meer
in een achterafstadion met vieze pisbakken
worden weggeduwd.'
1969, Benfica - Ajax 1-3
'Hoewel mijn vader altijd hardnekkig
ontkent dat hij voor Ajax is, is hij dat
natuurlijk wel. Daarom vond ik het voor
hem zo leuk dat mijn eerste grote opdracht
AJAX MAGAZINE JANUARI 2002