Foto: Louis van de Vuurst Een zonovergoten zondagmiddag in het zomerseizoen. Maar nog voor het nieuwe voetbalseizoen. Ik woon al ruim vijftien jaar in Amsterdam en was nog nooit in het Amsterdamse Bos geweest. 'Natuur is mooi, maar je moet er wat bij te drinken hebben.' Ik weet niet meer wie dat zei, maar ik kan me er goed in vinden. Sterker nog: ik sla de natuur liever maar direct over en richt me meteen op het drinken. Ik ken meer monumentale drankgelegenheden dan natuurmonumenten. Ik woon niet voor niets in een stad. En als ik de natuur in ga, wil ik ook wel wat zien wat de moeite waard is: een groot hert, een everzwijn, een vos, een flinke roofvogel. In ons land blijft dat dus toch behelpen. Enfin, op die bewuste zondag besloot ik er per fiets op uit te gaan, naar het Amsterdamse Bos. Ik reed op goed geluk, dus sloeg ik paden in die doodliepen op een brede sloot of in dicht struweel. Weer richting stad reed ik langs een zwembad, waar op dat moment John Bosman met zijn zoontje naar buiten kwam. Als ik een doorgewinterde voetbaljournalist - van VI of Sportweek bijvoorbeeld - was geweest, had ik in de remmen geknepen en de AZ-spits benaderd voor mogelijk nieuws over de nieuwe trainer van de Alkmaarse club, de selectie en eventuele nieuwe strapatsen van voorzitter Scheringa. Maar ik ben geen sportjournalist, laat staan doorgewinterd, ik ben Ajax-supporter, niet meer, ook niet minder. Dus golfde 'slechts' een sensatie van ontroering en opwinding door me heen. Wat gebeurt in ontmoetingen met elke oud-Ajacied, gebeurde ook hier: even werd hij, John Bosman, weer van ons, van mij. Welke weg een Ajacied na Ajax ook gaat, via via of zelfs rechtstreeks naar PSV, de warme herinnering dat hij ooit 'van ons' was, overheerst. Daarom begrijp ik niet - en ik heb me daar ook kwaad over gemaakt - dat tijdens de bekerwedstrijd Jong Ajax tegen De Graafschap Peter van Vossen voor alles en nog wat werd uitgemaakt door VGS VKttKT VI MSSIH door Klaas Vos F-sidepubliek. Alleen omdat hij via Turkije bij Feyenoord terechtkwam. Terug naar John Bosman: als ik hem persoonlijk zou kennen, was ik uiteraard ook gestopt. Maar dat is niet het geval. Ik reed door. Op het zoontje heb ik niet gelet. Ik herinner me slechts dat hij z'n linker knuistje in vaders rechterhand had geklemd. De competitie is al in volle gang als juist dat joch door het lot dodelijk getroffen wordt. Ik hoor het en probeer me het joch voor de geest te halen. Het lukt me niet. Wel zie ik z'n vader, die kopzekere spits, die mij en al ons Ajacieden zoveel plezier heeft bezorgd. Wanhoop, machteloos verdriet, onzekerheid die de fundamenten van het bestaan doet kraken. Een weggeslagen bodem, een toekomst als een zwart gat. Maar op de rol staat AZ - Feyenoord. Zeist, d.w.z. de KNVB doet niets. Het competitieleven gaat door. Scheringa, die over miljoenen in een seconde beslissen kan, durft niets waar het gaat om meer dan miljoenen alleen. Feyenoord reikt ook geen helpende hand. Toen op 11 september in New York twee torens doorboord werden, durfden Go Ahead Eagles en Emmen het voetbal voetbal te laten. Nu wordt de beslissing gelegd bij iemand te vol van verdriet om te kunnen beslissen. En dus wordt er gespeeld. Jawel, met vooraf een indrukwekkende stilte en met rouwbanden, maar wel gespeeld. Waar nooit gespeeld had moeten worden. Waar een gevoelige bond en een moedige club hadden moeten zeggen: dit lot is zo wreed dat er geen spel tegen op kan. Feyenoord won, gemakkelijk en goedkoop. Met een breed lachende Van Marwijk na Feyenoords eerste doelpunt. Zo zag ik bij Studio Sport. Camera's zijn genadeloos. Verslagen en kwaad keek ik ernaar en dacht terug aan het moment dat ik op die zomerse zondag John Bosman - voor altijd Ajacied - vergenoegd tegen z'n zoontje zag lachen. Oprecht, gemeend en onwetend van het wrede lot dat genadeloos op de loer lag. AZINE J ANUAi 2 082 137

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 137