Gé van Dijkr aanvoerder 1952-1957 Sint in de goal VARIA In het Katern+ over de Ajax-aanvoerders in Ajax Magazine 3 is onvermeld gebleven dat Gé van Dijk na Jan Potharst van 1952 tot 1957 aanvoerder van Ajax 1 was. Van Dijk speelde veertien jaar lang, van 1943 tot 1957, in Ajax 1. Hij speelde op links, op rechts, in de aanval en op het middenveld en kwam bij elkaar tot 317 competitiewedstrijden waarin hij 89 maal scoorde. Bij zijn afscheid werd hij (in het midden op de foto) samen met Klaas Bakker (rechts) gehuldigd door Ger van Mourik (links). Op zaterdag 1 december vond in het Wethouder Duran-sportcentrum in Diemen het jaarlijkse Sint Nicolaas-zaalvoetbaltoernooi voor D-, E- en F- junioren plaats. De Sint ontpopte zich bij zijn bezoek behalve als goedheilig- ook als goed doelman. Foto: Louis van de Vuurst Deze verandering is geen 'parafrasering van de kanttekening die Van Praag mailde', zoals Bergsma betoogt, het zijn de letterlijke woorden van Oldenhof zelf. Hoezo manipulatie? Dan de stelling dat sommige citaten op 'onzuivere' manier zouden zijn verkregen. Volgens Bergsma zouden de auteurs de geïnterviewden in de waan hebben gebracht dat ze bezig waren met een verhaal over de merchandising bij Ajax. Citaten die op dit onderwerp betrekking hadden, zouden door de auteurs 'moeiteloos' in een ander, breder en diepgravender, kader zijn geplaatst. Opmerking 1: Bergsma was bij geen van de gesprekken die zijn gevoerd aanwezig en heeft dus geen kennis van de wijze waarop we ons bij de geïnterviewden hebben gepresenteerd. Opmerking 2: Bergsma poogt zijn bewering dat merchandising- citaten op slinkse wijze in een ander perspectief zijn geplaatst, te staven met een citaat van Maarten Oldenhof. Dat citaat was een deel van Oldenhofs antwoord op onze vraag: 'Klopt het dat het idee achter de beursgang was dat het merk Ajax los moest komen te staan van de resultaten op het veld?' In die vraag alleen al lag de intentie van 'Spookhuis Ajax' besloten: laten zien dat bij Ajax alles met alles is verweven en dat beursgang, internationale vestigingen, jeugdopleiding, rammelende bestuursstructuren, tegenvallende resultaten etc. niet los van elkaar kunnen worden gezien. Met die intentie hebben we ons ook bij onze gesprekspartners geïntroduceerd. Bergsma is zelf journalist geweest. Hij had zich zijn geblunder kunnen besparen als hij vooraf contact met ons had opgenomen om te checken of zijn veronderstellingen hout sneden (hoor- wederhoor, u weet wel). Dat hij dat niet heeft gedaan lijkt minder terug te voeren op (kwalijke) nonchalance dan op opzet. Opvallend in zijn verhaal is namelijk het ontbreken van enige inhoudelijke kritiek. Geen spoor van ontkenning ook over de crux van 'Spookhuis Ajax': dat Ajax al jaren wordt geleid door beleidsbepalers zonder visie en met een grote voorliefde voor management gebaseerd op de waan van de dag. Arm Ajax. Vroeger had de club een perschef die wist wat communicatie was. Tegenwoordig een 'hoofd communicatie' die zijn bazen in arrogantie en schaamteloosheid naar de kroon steekt. Arthur van den Boogaard Erik Brouwer auteurs van 'Spookhuis Ajax' AJAX MAGAZINE JANUARI 2002

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 123