KATERN 'Dat Aron en Richard en straks misschien Bogdan naar een andere club gaan, dat vind ik verschrikkelijk. Het zijn altijd de leuke jongens die weg moetenV Christel Veld, commerciële zaken Arm Ajax. Nauwelijks was de club tot bedrijf omgebouwd of het elftal kreeg te Nederland de grootste moeite met NEC en NAC. En amper had de vereniging plaatsgemaakt voor een naamloze vennootschap of er werd te Europa roemloos verloren van het onaanzienlijke Lausanne. De zojuist benoemde manager shirtjesverkoop cum annexis zag zijn omzet teruglopen met de helft. De zojuist benoemde manager imagerechten raakte het portret van de spelers, op een enkele adonis als Chivu na, aan de straatstenen niet meer kwijt. En het ergste van al: de zojuist benoemde manager supporterszaken zag de lange wachtlijst voor seizoenkaarten slinken totdat er, ongehoord, een hoop plaatsen óver waren! Daar stond Ajax met vijftien nieuw benoemde managers op de loonlijst en met drie dure nevenvestigingen tot in Zuid-Afrika toe en met tachtig mensen op kantoor! Is het een wonder dat de oude verenigingsmensen de kop weer opstaken, het kille koude kantoor de schuld gaven en gezamenlijk een potje gingen verlangen naar de Meer, naar de tijd dat Ajax nog geen noemenswaardig kantoor had en wel de Europa Cup won? Geen mens weet wat er gebeurd zou zijn als Ajax, na de grote leegloop van de Europa-Cupgeneratie, toevallig weer een Cruijff en een Keizer, een Kluivert, een Van Basten en een Bergkamp in de aanbieding gehad zou hebben. Die waren er niet. Waren ze er toevallig wel geweest: wie weet zou iedereen nu de bedrijfsmatige aanpak en de commerciële toer de hemel in prijzen. Maar helaas, ze waren er niet. Op zichzelf is dat niet opmerkelijk. Veel opmerkelijker is dat Ajax ze ooit, zo nu en dan, wél in het veld heeft kunnen brengen. Het is geen wonder als Ajax buiten de Europese prijzen valt. Het wonder is dat Ajax, met een relatief klein achterland, zó vaak zó veel geniale voetballers voortgebracht heeft dat er vier Europa Cups in de kast staan, los nog van de wereldbekers en de nationale kampioensschalen. 4 Stel dat ik bij Fortuna Sittard zou werken en mijn club speelde in groen en geel, daar word je toch niet vrolijk van?' Carla Smit, Supportersvereniging Op de eerste avond van het Amsterdam Tournament schaduw ik Simone Freling, het hoofd gastvrijheid althans hospitality, die me aanschouwelijk onderwijs geeft in de commerciële wereld waaraan het gezellige duppie uit de Meer zich verkocht heeft. Men had mij tevoren gewaarschuwd: wie Simone wil schaduwen, mag eerst wel een week in trainingskamp. Die faam maakt ze waar. Trap op trap af rennen we de Arena door. Van ABN- tot KPN- en van Staatsloterij- tot Grolschzaal checken we de stand van de hapjes en de drankjes waarmee de dames en heren businessseatbekleders hun voetbalavondje tot zich nemen. Staat het Indisch buffet wel tijdig klaar? Waarom zijn er geen schaaltjes met pinda's in de Koninklijke Loge? Hoe bestaat het dat het dessert in het restaurant nog niet op tafel staat terwijl de aftrap al verricht is? De aanwezigen wachten geduldig op hun ijsje terwijl het stadion loeit om een vuile overtreding. In het heilige der heiligen, de bar voor de bestuurskamer, lopen we Freek de Jonge tegen het hemelsblauw geklede lijf. 'Heb je het al gehoord?' vraagt hij. 'Co Adriaanse heeft een kompas gekocht. Kan hij in de kleedkamer uitzoeken waar Mekka ligt.' En ondertussen kijk ik, als eenvoudig bezoeker van de tweede ring aangewezen op lange rijen voor de Big Macs, mijn ogen uit. Zo! Dus dit is het moderne eersteklasse-voetbalavondje voor de meer vermogende! Tegen middernacht hapt zelfs Simone Freling naar adem. Zo ongeveer alles wat fout kón gaan, is fout gegaan, zegt ze. Waar bleven in de ene bar de beloofde tapas? Waarom stonden er in de andere geen broodjes klaar? Daar gaan, zegt Simone, harde woorden over vallen. Ajax leeft van de sponsor. Die moet je wel in de watten leggen. Lang na middernacht wist Simone zich de zweetdruppels van het voorhoofd. Haar hoofdtribune is, royaal voorzien van drank en spijzen en mondjesmaat van doelpunten, naar huis toe. Tijd voor een kroketje. 4 Ik ben tegen de Arena. Voetbal hoort op een voetbalveld. Niet in een theater. Shoaib Hameed, financieel administrateur Wie van kantoor ik er later ook over spreek, iedereen heeft er een licht ongemakkelijk gevoel over. Natuurlijk, de skybox en de businessseat zijn uit het moderne topvoetbal niet meer weg te denken. Een eenvoudige stoel op de hoofdtribune levert al gauw tienduizend gulden in het jaar op. Money mancommercie, als Ajax kunnen we niet zonder! Maar tegelijk schuurt de gedachte dat het uitgebreide partycentrum dat bij Ajax hoofdtribune heet, het voetbalspel losgezongen heeft van zijn volkse wortels. In de kantoorgang op één hoog loop ik tegen een kaalhoofdige jongeman van plat Amsterdamse origine op. Hij roept 'Celtic', want daar heeft Ajax volgens de e-mail zojuist tegen geloot, en 'kut!'. Hij rent direct door naar de werkkamer van Ajax Travel om, op eigen kosten, een driedaagse reis naar Glasgow te boeken. AJAX MAGAZINE JANUARI 2002

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2002 | | pagina 101