KATERN
Potharst kwam tussen 1939 en 1952 in 237
competitiewedstrijden tot het
onwaarschijnlijke aantal van nul
doelpunten. Niemand die daar om maalde,
want Potharst was een ijzersterke
rechtsback die nimmer opgaf, een echte
leider die voorop ging in de strijd. Voor
aanvang van zijn laatste
competitiewedstrijd, tegen Heracles in
1952, ontving de gewaardeerde aanvoerder
onder andere een vulpotlood en aansteker.
Ook deze aanvoerder schopte het later tot
bestuurslid (commissaris betaald voetbal
en tussen 1976 en 1978 was Potharst
plaatsvervangend voorzitter). In 1995 sloeg
hij op 78-jarige leeftijd de eerste paal van
de Toekomst.
Jan Potharst op de schouders nadat Ajax in 1952
met nog vier wedstrijden te gaan
afdelingskampioen was geworden. Links Hans
Boskamp.
Foto: Collectie Ajax
De opvolger van Potharst was niet moeilijk
te vinden. De in 1950 debuterende Ger van
Mourik was zo mogelijk een nog grotere
rots in de branding. Ook voor deze
aanvoerder waren doelpunten niet zijn
stiel: in 245 wedstrijden kwam hij tot één
doelpunt. Eigenlijk nog niet eens gek voor
een speler die als jong keepertje naar Ajax
was gekomen. Van Mourik was de
personificatie van de kameraadschap
binnen het Ajax van de jaren vijftig, dat in
1954 overging tot semiprofessionalisme.
Van Mourik was onverzettelijk, had een
ferme tackle en een sterk lichaam.
Aanvoerdersbanden waren er in zijn tijd
nog niet, die kwamen pas midden jaren
zestig. Maar de natuurlijke uitstraling van
Van Mourik was dermate groot, dat hij
zo'n band ter identificatie niet nodig had.
Ger van Mourik, de geboren aanvoerder.
In het jubileumboek Ajax 1900-2000 zegt
hij hierover: 'Ik ben altijd en overal
aanvoerder geweest. In de jeugdelftallen, in
het Amsterdams elftal, in het militair elftal
en het eerste elftal. Waarom? Ik was een
gewone jongen van de Eilanden maar ik
nam het voor iedereen op, stond voor
iedereen klaar. Van jongs af aan had ik de
kwaliteit om dingen over te brengen. En ik
las de boel goed, ik was secuur en wist wat
er wel en wat er niet mocht. Zelfs een
jongen als Henk Groot had vragen over
zijn contract. Dan hielp ik hem, wees hem
op de kleine lettertjes.'
Van Mouriks loopbaan kendde één smetje:
in 1958 werd hem een tijdje door de KNVB
het aanvoerderschap ontnomen, nadat
Ajax zich tijdens een wedstrijd in Zuid-
Afrika had 'misdragen': uit ergernis over de
arbitrage was het elftal tegen een
Transvaalse selectie van het veld gelopen.
De net aangetreden Ajax-voorzitter fan
Melchers had in het clubblad geen goed
woord over voor de handelwijze van de
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001