Een geluidwerende muur beperkt het uitzicht, maar hier, ter linkerzijde van de AIO, ligt heilige grond. De Meer. Park De Meer in wording. In een flits is het werk daar beneden waarneembaar. Een onwezenlijk gezicht voor wie daar hardnekkig nog steeds een met lover omgeven stadion verwacht, lichtmasten, trainingsvelden. Op Anfield Foto: Louis van de Vuurst Omdat het confronterend is wordt de afslag Watergraafsmeer ongaarne benut. Toch ligt er in die streek ook een magneet. Ergens tussen de in aanbouw zijnde huizen huist een stuk ziel van Ajax en die ziel wil gezien, erkend worden. Toch maar de afslag Watergraafsmeer genomen, tanden op elkaar, de Middenweg op. Daar waar eens Lijn 9 zich naar een tijdelijke rustplaats krulde en waar conducteurs zich in een eenvoudige maar verwarmde keet laafden aan een kop koffie, staat nu een bijzonder bouwwerk. Het is een klein bastion, een waak- en uitkijkpost van aparte vormgeving. Het is het knalnieuwe gebouw van de Dierenambulance. Vlak daarnaast lag de Diemenzijdse opgang naar het stadion. Het restant daarvan is nog zichtbaar en wordt benut door zwaar verkeer. Tweehonderd meter stadwaarts ligt die andere opgang die toegang gaf tot het Stadszijde-gebied. Er is een plek om de auto te parkeren en er is gelegenheid om van daar Park De Meer te betreden. Wembleylaan geeft het straatnaambordje aan. En even verderop, daar waar nog niet eens zo lang geleden de dranghekken naar kassa's stonden, wordt de Wembleylaan gekruist door Anfield Road. Mooie namen, fijne waakvlammen van een heldhaftig voetbalverleden. Anfield Road klieft naar links een brede voor in het eerste veld van WGA, dat er niet meer is, en snijdt naar rechts een brede straat in de trainingsvelden die aan de frontkant van het stadion lagen. Aan weerskanten van Anfield Road staan huizen. Links keurige woninkjes met erfjes en een overkapping voor de automobiel. Rechts een vier verdiepingen hoge woonmuur. Een meisje skate over de betonnen galerij. In de herfst lag het hier vol met bladeren, was het trainingsveld donkerder door de Middenwegbomen en zompiger door de sloot. Nu is de Middenweg met aan de overkant de Brinkstraat alleen te zien bij een doorkijk in het woonblok. De trappenhuizen ruiken naar verse nieuwbouw. Stoffige plavuizen, kraakheldere liftschachten, verse wanden. Op de galerij van de vierde verdieping weet een werkman te vertellen dat er al een flink verloop van bewoners is. De huizen zijn populair, er wordt gespeculeerd en de woningen 'doen' al het dubbele van de oorspronkelijke koopprijs. Terug naar de Wembleylaan want die voert langs de romp van Park De Meer. Alles geurt naar bouw. Zand, steen, hout, vrachtwagenolie. Loom zwaaien kabels aan de neuzen van de kranen boven de daken van de flats. Links over de sloot ligt levend verleden: het COLUMN door David Endt clubhuis van WGA, de tennisbanen en het 'hoge' tweede veld van die club die Ajax vaak zijn velden afstond voor de wedstrijden van de amateurs en de junioren. Rechts is het woonpark nog onherbergzaam. Snerpende cirkelzagen, holle woningen. Het is lastig het beeld van de Meer te projecteren op de wijk die nog levenloos is verrezen, maar daar moet toch de eretribune hebben gestaan, en daar lag zeker het veld en hier, dichterbij, het hoekhuisje en de trap naar tribunevak Q. Het hart van Park De Meer en dus het hart van de Meer is ondoordringbaar, de straten dragen er nog slechts op papier de namen van andere historische plekken waar de zielbewoner van dit park triomfen vierde. De Wembleylaan eindigt bij de brede dwarsstraat die over 'Voorland' loopt, Stade de Colombes. De huizen hier zijn luxueuzer en dragen een eigen karakter. Veel houtwerk, maar ook hier is de straat nog geplaveid met betonnen platen die binnen niet al te lange tijd toch plaats moeten maken voor elegante klinkers en speelvriendelijke stoepen. De buurt moet nog groeien en groenen maar biedt perspectief. Aan het eind van Stade de Colombes ligt het woonhuis nummer 63. De buitenste hoek van het vers aangelegde tuintje heeft plaats genomen op de plek waar ooit de hoekvlag van het Voorlandse trainingsveld in de grond geduwd werd. Nu staat er een plastic reiger onhandig de wacht te houden. De sloot die Ajax' Voorland scheidde van het Voorlandpad is ongerept en heeft door de daarop uitkomende tuintjes aan allure gewonnen. Parallel aan Stade de Colombes terug over het onaangetaste Voorlandpad. Een eind op weg vormen vijf doorbuigende planken over de sloot een bruggetje dat weer toegang verschaft tot de ruwe entree van de Wembleylaan. Ach, op deze plek waar zich nu een werklift aan de flank van een holle flat omhoog trekt, moet Pjotr, de hond die het andere hoekhuis aan de Stadszijde met knallend geblaf verdedigde, begraven zijn. Daar is Anfield Road weer. Het wordt een prachtige wijk, ongetwijfeld. Het wordt ook een bezienswaardige wijk wanneer de beloofde kunstzinnige Ajax- elementen in het straatbeeld zijn ingepast. En wanneer spelende kinderen er een balletje trappen zal er zelfs weer gescoord en gejuicht worden. Wanneer ik wegrij denk ik aan het hoekhuis nummer 63 op Stade de Colombes. Was ik de eigenaar, dan zou ik de reiger in de schuur zetten en een hoekvlag in de neigende aarde steken. AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001 37

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 37