Herfstweer op een novemberzondag- morgen. Gaat het voetbal door? We fietsen in de vroege ochtend naar de sigarenzaak. Het slaapzand waait uit je ogen. Voor de deur staan meer jongens met hun fiets onder zich. Bij sommigen ontdek je als scheidslijn tussen broek en sokken een stuk pyamabroek. Op de ruit van de deur hangt een postergrote lijst. Gelig, slordig opgeplakt met cellotape. Daarop staan de namen van alle Amsterdamse voetbalclubs met daarachter een vakje. In sommige van die vakjes staat slecht nieuws gestempeld: afgelast of, hoopgevend of hoopbrekend afgelast tot 12.00 uur. Iedere jongen zoekt zijn eigen plek op de lijst des onheils. Opluchting, gevloek. Jouw wedstrijd gaat door. Snel terug trappen naar huis, ontbijt wegschrokken. Onderin je tas rust de geur van voetbalveld. Je plaatst er je vet gepoetste schoenen. Regenzware ballen, soppige velden, de waterkou op je bast bij het begin van de tweede helft. Voetbalplezier, voetballiefde, heerlijk doen, schoppen, schieten, koppen, vallen en weer opstaan. Juichen. Verdrieten. Geen tijd voor een colaatje of een koek: ijl terug naar huis. De schuine regen striemt je gezicht op de open weg naar het beschutte woongebied. Gooi in de hoek je tas, het is twaalf uur, de zondag wordt gebroken. Rust? Niks rust want voorbij de breuklijn ligt een nieuw doel: Ajax. De Meer! Geen benauwdheid om afgelasting. Als er op jouw niveau gevoetbald wordt, kan de eredivisie er nooit uit liggen, toch? Al regent het nu harder, al is de Watergraafsmeer vermaard om zijn zompige zoden. Tramlijn 17 is grijs, het rood van de VERfcEEEPINq door David Endt foto Collectie Ajax brievenbus op de achtersteven refereert aan het rood van een rechthoekig stuk karton achter de ruit. Diagonaal rood en wit bungelt de aankondiging van de wedstrijd aan twee haakjes die door twee geperforeerde gaatjes priemen. Zondag 14.00 uur. AJAX - N AC. Kartonnen goud, door de kaartjesverkoper met zijn ogen bewaakt souvenir, dat pas in een overvolle tram veroverd kan worden wanneer het nog niet door anderen gekaapt is. Voorin, bij de conducteurscabine dus onbereikbaar, zit er ook een tegen de ruit geklemd. Buiten groeit de stad aan. Binnen groeit de tram voller. Wasem op de vensters, vuisten hoog om de grepen. Zwijgende vuisten. Alleen droomogen zien daarin een voorbarig vreugdegebaar. Alle gedachten zijn voor de wedstrijd van straks. Alles is erop gericht om binnen die vier bakstenen muren van het stadion te komen. Spring eruit op het Koningsplein, haast-stappend langs die korte, toch te lange bloemengracht. Te veel mensen staan er op de halte van de Munt, het wordt dringen in Lijn 9. 'Vol, vol,' wordt er van binnenuit de tram geroepen, maar natuurlijk wring je je naar boven, tegen vochtige jassen aan, langs gebreide rood-witte dassen op zoek naar houvast-staal. Zou Keizer spelen? Hoe gaat Johan scoren? Moet Bals redden tegen Brouwers? Houdt Van der Merwe tegen? Sjakie? Daar voel je met het afdalen van de tram de scheiding tussen Amsterdam en Oost: Lijn 9 valt van de Linnaeusstraat de Middenweg binnen. Nieuw gebied. Nog een paar haltes mensenadem inademen en dan de vrijheid van een dorpse omgeving. Nog maar een paar druppels vallen eenzaam uit de lucht. Geurend van voetbalverwachting ligt daar de Meer. Een knaak voor een klein kaartje van donkergrauw papier met minuscule haartjes erin. AJAX - N AC. Vak G. Het is echt, het is waardevol, het is prachtig tot in alle poriën van zijn lelijkheid. Het is je sleutel tot de wedstrijd. De Meer zingt. Kaa-baa-lééro - Is De Si-ga-ret! De Meer schuimt. Dit Is De ManDit Is Zijn Bier. De Meer waarschuwt. Gebroeders Ballering - Onbetwist Üw Banden Specialist. De Meer zoemt. Spui Zes - His Masters' Voice. De Meer lokt. Dansschool Bonel, Bonel, Bonel... Je bent veilig op de tribune, waar twintig minuten wachten lang is. Het scorebord aan de overkant wordt bemand door een man gouden letters Ajax op zijn pet. Groot Ajax. Groeiend Ajax. Niet elke wedstrijd werd met twee vingers in de neus met 6-0 gewonnen. Zo geweldig waren we nog niet. Ajax liep op de schuine grens tussen kracht en macht. Twee Polen in de Bredase aanval en Keizer er niet bij. Geen goals tot een laat onmogelijk doelpunt van NAC. Hoe lang nog, op deze herfstige novemberzondagmiddag? Twintig minuten zijn kort wanneer je achter staat. Maar daar is Sjakie. Kopbal, goal! En daar is-ie weer. Ter plekke om van dichtbij de keeper te verslaan. We winnen, we gaan winnen, we hebben gewonnen. Kijk vanaf Vak G, hoe mooi heerlijk helder de scheidslijn tussen vreugde en verdriet, tussen jubel en verslagenheid, tussen Ajax en NAC. Sjakie straalt zijn geluk naar het Diemenzijdse tramvolk en houdt twee handgrepen van Lijn 9 vast! AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 25