weet men van mijn liefde, ik word door vrijwel alle topclubs weieens uitgenodigd. Diep in mijn hart heb ik een zwak voor Beerschot, de club waar ik bijna ben gaan spelen. Dat zal altijd wel zo blijven. 'Ik was twintig toen ik op het punt stond te tekenen bij Beerschot. Er ging iets mis met de financiële afwerking van het contract. Ik heb een oefenwedstrijd gespeeld met de legendarische Rik Coppens, dat was op het Stade Lokeren. Coppens speelde in de spits, ik rechtsbinnen. Beerschot kocht dat jaar vijf nieuwe spelers, ik was zelf nummer zes op de lijst. Ze wilden me graag nemen voor een jaar met optie. Ik heb dat profcontract net niet gekregen. Was dat er wel van gekomen, dan zou ik waarschijnlijk nooit zo ver met biljarten zijn gekomen. 'Als het kan, bekijk ik alle wedstrijden op tv, hierboven bij mijn dochter. Op 1 september heb ik, tussen enkele biljartwedstrijden door, flarden gezien van zowel Ierland - Nederland als Duitsland - Engeland. Geloof me, dan zit ik echt te genieten. Maar ik kijk net zo graag naar wielrennen en atletiek. Het zijn mijn drie favoriete sporten.' U hebt gezegd: voetbal is leuker dan biljarten. Maar als u nu heel eerlijk bent, vindt u het dan achteraf niet best dat uw professionele voetballoopbaan nooit echt van de grond is gekomen? 'Voetbal is leuker dan biljarten, dat meen ik echt. Op het moment dat het misging met mijn contract, had ik heel veel spijt. Terugblikken is altijd gemakkelijker dan vooruitkijken. Niemand zal toen hebben vermoed dat ik zo'n groot biljarter zou worden. Ik stopte meteen met voetbal, zo teleurgesteld was ik. Maar, dat zeg ik eerlijk, ik had toen al met het biljarten een tweede pijl op de boog. Ik was toen al vrij goed. Was dat niet zo geweest, dan had ik het waarschijnlijk als voetballer opnieuw geprobeerd. Ik denk dat ik als voetballer redelijk kon meekomen in mijn tijd. Ik had behalve een goede techniek ook een prima conditie. Maar ik zou nooit een wereldvoetballer zijn geworden, daarvoor was ik te traag. 'Biljarten en voetbal zijn verwante sporten. Dat zit 'm in het balgevoel. Ik was een technische voetballer. In 1957 opereerde je muyzuuin yau bijna Jizr, Kiiaar hauida Uf£> djj da iiiial dri^bandan' met twee binnenspelers en twee echte halfs. "Het magisch vierkant" werden die vier genoemd. Op die plaatsen speelden de technisch meest begaafden van het elftal, zij moesten de spitsen bedienen. Ik speelde zowel rechts- als linksbinnen en was tweebenig.' Johan Cruijff 'In De Telegraaf merkte Johan Cruijff ooit op dat ik de sportman was die hij het meest bewonderde. Hij heeft hetzelfde ook in een andere krant gezegd. Er is altijd een speciale band tussen ons geweest. We zien elkaar niet regelmatig, maar als het zover is, zit het meteen goed. Ik heb hem voor de laatste keer ontmoet op het vliegveld van Barcelona, hij was met z'n ploeg op weg naar Tokio. Op zo'n moment is het nog altijd handen schudden en even een praatje maken. Heel fijn vind ik dat. 'Prachtig hoe die man over voetbal kan praten. De helft van de mensen begrijpt hem volgens mij niet, maar na een maand blijkt dat hij toch weer gelijk had. Op het veld was het niet anders. Hij had een ongekende ritmeverandering. Johan stond het ene moment stil en was dan ineens weg. Zomaar, en niemand die hem kon pakken, hè. Dat zijn de grote klasmannen. De selectie van het grote Ajax uit de jaren zeventig is ooit een keer komen kijken bij het Europees kampioenschap biljarten voor teams in Amersfoort. Toen heb ik de meeste jongens leren kennen. Keizer en Cruijff konden behoorlijk biljarten. Cruijff haalde bij het libre een moyenne van bijna vier. En Keizer haalde 0,6 op de grote tafel driebanden. Die had er echt een goed gevoel voor. En het was tevens een plezierige man. 'Op het veld was Cruijff de veldheer. Dergelijke voetballers heb ik immer bewonderd. Hij voetbalde niet alleen als de beste, hij deed daarnaast al het organisatorische werk. Hij speelde twee wedstrijden, zeggen we hier in België. Als Cruijff nu op tv is, wil ik hem altijd zien.' Denkt u bij het vallen van de naam Ajax meer aan het verleden of aan het heden 'Aan het verleden. Ik heb te weinig contact met het huidige Ajax om te weten wat ze precies in hun mars hebben. Het Ajax dat ik voor ogen heb, was een absoluut wereldteam. Dat ligt nu duidelijk anders. Van de latere generatie vond ik Marco van Basten een grote voetballer, maar die hebben ze helaas kapot gestampt...' Ceulemans is even stil, kijkt ontdaan, geschokt zelfs. Hij vervolgt: 'Het Ajax van toen was een team met elf individuen, elf persoonlijkheden ook. Van die elf waren er twee die daar nog eens bovenuitstaken, maar dat waren tevens de beste voetballers van de wereld. Nou, vind dat maar eens terug! Het Ajax van nu is een jong team en wellicht zullen er nieuwe persoonlijkheden opstaan. Dat moet de toekomst uitwijzen. 'Ik volg de Nederlandse competitie nog steeds en wil ieder weekend graag de (jj ?giiT)rïïxrjn'J'ziii haaJda bij ij AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 159