Foto: Yvonne Witte Cruijff. Bij De Mos was dat anders. Zo klikte het niet tussen Jan Molby en De Mos. Op een keer gooide De Mos de handdoek van Molby in het zitbad van de Meer. Nou Molby gooide zo De Mos er achteraan. Bij Cruijff was zoiets uit den boze.' De Meijer maakte de hele seizoenvoorbereiding mee. In oefenwedstrijden bij amateurclubs liet Cruijff vaak in de tweede helft de jongere spelers opdraven. De Meijer speelde linksback: 'Ik was heel enthousiast, vroeg steeds om de bal, ging mee naar voren, gaf voorzetten. Ik wilde heel graag laten zien wat ik allemaal wel niet kon. Maar in een wedstrijd haalde Cruijff me er een kwartier nadat ik was ingevallen, weer uit. Ik was stomverbaasd, want ik dacht dat ik aardig speelde. Maar hij zei niks tegen me. Een dag later legde hij me in zijn kantoor uit dat ik als linksback eerst de rechtsbuiten moet uitschakelen, en dan pas aan andere dingen mag denken. Het was keihard aan de top. Als je je man laat lopen op de training, wordt je de huid vol gescholden. Dat was wel even wennen voor me. Ik wilde acties maken, leuke dingen doen. Ik was te veel met mezelf bezig.' Cruijff vond dat De Meijer in het tweede meer moest brengen. In november kwam het bericht dat hij na de winterstop zou gaan voetballen bij Telstar, waar Ajax een samenwerkingsverband mee had. De 152 Meijer: 'Als ik me daar goed zou manifesteren, kon ik aan het eind van het seizoen misschien terugkeren. 'Ik vond het erg dat ik weg moest. En helemaal als je dan ziet waar je bij Telstar in terechtkomt. Dan pas merkje hoe goed je het bij Ajax eigenlijk gehad hebt, qua voetbal, qua organisatie. Telstar was geen goede satellietvereniging voor Ajax. Fred André was geen grootse trainer, alles eigenlijk was zoveel minder dan bij Ajax. Het niveauverschil was in alle opzichten te groot. 'Bij Telstar ging het met mij niet zo best. En in plaats van dan 150 procent mijn best te doen, ging ik andere interesses zoeken. Ik ging vaker stappen met vrienden. Langzamerhand verwijderde ik me steeds meer van het voetbal. Na Ajax is mijn loopbaan eigenlijk alleen maar bergafwaarts gegaan.' Tot zijn 26ste speelde De Meijer nog bij PEC Zwolle, FC Den Bosch en Haarlem. 'Het schoot niet op. Op zo'n leeftijd moet je bij een goede eredivisieploeg zitten. Na een jaar heb ik mijn contract bij Haarlem laten ontbinden. Ik vind het belangrijk dat je gewaardeerd wordt, dat ze het leuk vinden als ik binnenkom. Bij Haarlem had ik dat idee niet meer. Dat was wederzijds. Als amateur heb ik daarna nog op een aardig niveau gevoetbald, onder andere bij FC Omniworld in Almere.' Politieagent De Meijer koos voor een maatschappelijke carrière, maar had weinig diploma's. Vlak na zijn debuut in Ajax 1 was hij gestopt 18-3-1984: Ajax - Haarlem 0-3 (0-2) Scoreverloop: 5. Balm 0-1, 32. Balm 0-2, 86. Verschoor 0-3 Scheidsrechter: Blankenstein Toeschouwers: 10.000 Ajax: Galjé; Silooy, Haatrecht (46. Molby), Ophof, Boeve; Vanenburg, Schoenaker, Gasselich (67. De Meijer) Van 't Schip, Van Basten, Bosman Haarlem: Metgod; Masefield, Verschoor, Huyg, Verkaik; Leysner, Nijholt, Kleton (87. Verkuyl), Balm; Böckling (76. Van der Waart), Keur met school. De Meijer: 'Ik zat nota bene een paar maanden voor het eindexamen mavo, maar ik had er geen zin meer in. Heel stom, achteraf gezien. Bij Ajax kon je schoolonderricht krijgen, maar daar moest je op eigen initiatief naar toe. Ik heb niet ervaren dat je daarover verantwoording moest afleggen. Pas later stelde Ajax schoolbezoek verplicht. Alle adviezen heb ik in de wind geslagen. Ik vond het zo prachtig dat ik bij het eerste kon spelen, dat ik de school niet meer interessant vond. Het huiswerk schoot er op een gegeven moment bij in. Ik kon de discipline niet meer opbrengen.' Na het beëindigen van zijn betaald- voetballoopbaan kon De Meijer via een uitzendbureau bij Ajax Brandbeveiliging aan de slag. 'Ik controleerde bij bedrijven brandblussers en brandhaspels. Daar waren echter weinig interessante promotiemogelijkheden. Twee jaar geleden heb ik bij de politie gesolliciteerd. 'Uiteindelijk hoop ik politieagent te worden. Op het moment heb ik een contract voor 35 maanden als arrestantenverzorger. Dat hield in eerste instantie in dat ik op het hoofdbureau klaarstond om binnenkomende arrestanten te fouilleren, verder te brengen en hun natje en droogje te verzorgen. Nu rijd ik in een arrestantenbus, waar arrestanten bijvoorbeeld naar andere cellen worden gebracht. Het is spannend werk. Geen dag is hetzelfde. En de verbondenheid tussen de collega's is groot. Je bent met elkaar begaan. Dat was in de voetballerij wel even anders. 'Ik geef niemand de schuld ervan dat het niet gelukt is. Ik heb een mooie tijd bij Ajax gehad. Geluk speelt ook mee: maak je je debuut in een goed draaiend team, krijg je nog meer kansen, hoe is je relatie met de trainer, enzovoort. Na Ajax ben ik weinig goede trainers meer tegengekomen, behalve Co Adriaanse bij PEC Zwolle. Ik had zelf meer moeten laten zien. Op doorzettingsvermogen en mentaliteit heb ik het laten afweten. Jongens als Rob de Wit en Aron Winter hadden niet meer voetbalkwaliteiten dan ik. Winter was zelfs minder. Maar hij werkte ongelooflijk hard. Als we vier rondjes om het veld moesten lopen, vroegen sommigen, onder wie ik, waarom dat nodig was. Aron Winter was dan bij wijze van spreken al halverwege.' AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 152