Trabeisi
is easy ici
Het wordt steeds idioter, dachten velen toen Ajax blij gewag maakte van nu weer
een Tunesische aankoop. Het VN-gehalte was al zo onwaarschijnlijk. Wat
moesten we hier nu weer mee? Het overtuigende antwoord werd snel gegeven
door Trabeisi zelf, die zich niet zozeer aanpaste aan Ajax, maar meer Ajax zich liet
aanpassen aan Trabeisi.
LSI
In den beginne motiveerde Leo
■Hnhakker de exotische aankoop nog
d®r te wijzen op het grote nut van de
giBte snelheid van de rechtsback. De
traditionele ruimte achter de Ajax-defensie
verlangde immers snelle verdedigers. Niet
wetende dat de tactiek zo veranderd zou
worden dat juist de ruimte vóór de
vleugelverdedigers groot zou worden.
Ideaal voor de aanvallend ingestelde
Tunesiër, die vliegensvlug en met een
opzienbarend technisch vermogen over de
gehele flank dartelt. Perfecte aankoop uit
een ongewoon land. Tunesië was nog maar
zelden het jachtterein van de voetbalscouts.
Als voetbalnatie spreekt het Noord-
Afrikaanse land nog niet erg tot de
verbeelding, ondanks de tweede WK-
kwalificatie op rij. Maar wat zegt dat nog
tegenwoordig?
Er zijn vier grote clubs in Tunesië,
Espérance Sportive de Tunis, Club
Africain, Etoile Sportive du Sahel en Club
Sportif Sfaxien. Sfaxien is dus een bekende
club in Afrika. Toen
Hatem een jaar oud
was, is hij met zijn
familie van Ariana
naar Sfax verhuisd,
een andere grote
door Raymond Bouwman
foto's Niels Tess
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001
stad meer zuidelijk. Op zijn vijfde werd hij
lid van Sfaxien. Elk jaar organiseren de
grote clubs een groot toernooi. Daar
komen alle talenten van de kleinere clubs
uit het hele land op af. Het werkt iets
anders dan de Talentendagen bij Ajax,
maar het lijkt er wel op. Er wordt druk
gescout bij die toernooien. Maar dan door
de nationale clubs, niet door de
internationale.
Trabeisi: 'Ik heb altijd gewoond in een
buurt waar voetbal enorm populair was.
Iedereen was er altijd aan het voetballen.
En ik dus ook. Elke dag na school werd er
op straat gespeeld. Door de week mocht ik
na school altijd voetballen. Maar ik moest
ook op tijd thuis zijn om mijn huiswerk te
maken. Er zat toen al behoorlijk wat
discipline in. Alleen op zaterdag en zondag
mocht ik de hele dag voetballen. Dan ging
ik alleen naar huis om even wat te eten.
Maar iedereen was altijd binnen de kortste
keren weer terug om verder te gaan. We
speelden op een soort plein, vlak bij mijn
huis. Maar dat was
geen plein zoals ze
hier in Amsterdam
zijn. Geen gras, geen
tegels, maar gewoon
zand en gruis. Twee
13