KATERN
Voorafgaand aan Ajax
- Feyenoord op
1 november 1987 leest
Ajax-captain John van
't Schip namens de
spelers een verklaring
voor waarin een
beroep gedaan wordt
op een sportieve
houding van het
publiek.
Jan Wouters
onderhoudt zich met
de Oost-Duitse
scheidsrechter Prokop
in de UEFA-
Cupwedstrijd tegen
Sporting de Portugal
op 5 oktober 1988.
Twee jaar later was hij aanvoerder. In zijn
in 1994 in boekvorm verschenen
'levensverhaal' vertelt Wouters dat het
aanvoerderschap op zich hem niets deed:
'Het dragen van de aanvoerdersband
betekende dat ik alleen maar vervelende
dingen moest doen, zoals het overhandigen
van het clubvaantje aan de tegenstander...
Kijk, praten en coachen in het veld deed ik
toch al, dus daar heb ik geen band voor
nodig. Maar als aanvoerder mag je de
cadeaus en bloemen voor huwelijken
kopen, daar vind ik niets aan. Ja, ik heb het
wel gedaan tot ik na de affaire-Pastoor
(tijdens Volendam - Ajax op 11 maart 1990
gaf Wouters Volendamspeler Alex Pastoor
een elleboog in het gezicht die de
scheidsrechter ontging, MvH) de band niet
meer mocht dragen. Ik mocht geen
aanvoerder meer zijn omdat ik een slecht
voorbeeld voor de jeugd was. De
aanvoerdersband heeft geen enkele waarde
voor me, dus dat maakte niet uit, maar de
actie op zich, daar heb ik me echt voor
geschaamd.'
Laatbloeier
In Danny Blind had Ajax in de jaren
negentig opnieuw een aanvoerder die bij
zijn komst naar Ajax in 1987 met argwaan
Foto: Guus Dubbelman
was bekeken. In zijn eerste jaren bij Ajax
was Blind ook niet meer dan een goede,
plichtsgetrouwe mandekker. Leiderschap
was nog niet aan hem besteed, hoewel hij
zich ook toen al zeer verantwoordelijk
gedroeg: in 1987 gaf Blind zelf aan dat hij
vanwege een blessure toch niet kon
meedoen in de Europa-Cup-2-fïnale tegen
Lokomotive Leipzig.
Voor laatbloeier Blind kwamen de rijke
jaren vanaf 1991. Als aanvoerder leidde hij
Ajax allereerst naar de winst in de UEFA
Cup. Blind was op dat moment al een
geboren leider, met een verantwoordelijker
positie in het veld, in de as, als laatste man.
Blind voelde zich thuis in het centrum van
de verdediging. 'Ik kijk altijd goed naar de
vrijstaande man. En dat moet ook, want bij
die rol in het team moet ik snel een goede
diepe pass kunnen geven. Ik heb het talent
om goed om me heen te kijken.' Hier
spreekt de ware aanvoerder.
Zelfbewust, opofferingsgezind,
onvermoeibaar, een ijzeren wil, een
fantastisch gevoel voor de positie en een
mooie trap zijn kwalificaties die op Blind
van toepassing zijn. De bekroning volgde
in 1995 toen hij als aanvoerder zowel de
Europa Cup als de wereldbeker in
ontvangst mocht nemen. In Tokio had hij
Ajax in de strafschoppenserie met zijn
laatste trap hoogstpersoonlijk de
wereldtitel bezorgd.
Blessures hielden Blind in zijn laatste
seizoenen steeds vaker uit het elftal. Qua
aanvoerderschap was dat geen
onoverkomelijk probleem: Frank de Boer
had leiderskwaliteiten, klasse en ervaring
genoeg om als aanvoerder te functioneren,
net als Edwin van der Sar.
In 1999 maakte de legendarische
aanvoerder met tranen in de ogen een
einde aan zijn loopbaan. De geest wilde
nog wel, het lichaam niet meer. Een van
Blinds laatste belangrijke daden buiten het
veld was het bij Aron Winter informeren
of hij misschien oren had naar een
terugkeer naar Ajax.
En zo vertrok enige maanden later het ene
vertrouwde gezicht en kwam het andere
kwam ervoor in de plaats. Aron Winter
mocht ondanks een doorlopend contract
weg bij Inter Milaan. Trieste
familieomstandigheden dreven hem terug
naar de vertrouwde omgeving, dus ook
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001
107