KATERN
Foto: Guus Dubbelman
achtereenvolgens Frank Rijkaard, Marco
van Basten, opnieuw Frank Rijkaard en
John van 't Schip tot aanvoerder te
benoemen, hoopte Cruijff dat ze meer
verantwoordelijkheid zouden nemen, wat
volgens hem paste bij hun grote
voetbalkwaliteiten. Marco van Basten leek
daar het beste mee om te kunnen gaan,
hoewel ook hij - aanvoerder of niet -
weieens door Cruijff van het veld werd
gehaald. Rijkaard en Van 't Schip gingen
meer gebukt onder dat aanvoerderschap.
In 1987 raakte Cruijff zijn aanvoerder
Rijkaard zelfs helemaal kwijt toen de
Ajacied tijdens een training wegliep en
later bij Ajax vertrok, moe geworden van
de betweterij van Cruijff. Door zijn spel
kon Rijkaard een leider op het veld zijn,
daar hoefde van hem geen
aanvoerdersband bij. Dat etaleerde hij
helemaal tussen 1993 en 1995 toen hij -
teruggekeerd bij Ajax - voorop liep bij het
veroveren van de Champions League.
Roerige tijden
John van 't Schip was een prachtige,
sierlijke, technische speler, en hoewel hij
ook gezegend was met een groot
spelinzicht, was zijn positie op het veld,
rechtsbuiten, te statisch om een grote
invloed op het spel te kunnen uitoefenen.
Dat vond hij zelf ook want zowel onder
Cruijff en later nog sterker onder Leo
Beenhakker en Louis van Gaal gaf
'Schippie' aan een meer vrije rol op het
middenveld te ambiëren. Van 't Schip had
bovendien de pech dat hij aanvoerder was
in bijzonder roerige Ajax-tijden. Er was het
vertrek van Rijkaard en in januari 1988 het
verdwijnen van Cruijff. Van 't Schip raakte
bekneld in de machtsstrijd tussen Cruijff
en bestuur. Natuurlijk had hij als Cruijff-
adept zijn trainer liever behouden, maar
hij wist niet wat er allemaal tussen het
bestuur en Cruijff was voorgevallen. Later
kreeg Van 't Schip het verwijt dat hij zich
sterker had moeten maken voor het
aanblijven van Cruijff, maar Van 't Schip
zag door de bomen het bos niet meer.
Bovendien leed zijn spel sterk onder al het
gedoe en zijn verantwoordelijkheid als
aanvoerder. Een jaar later kwamen daar
het staafincident bij Ajax - Austria Wien en
de bommen bij Ajax - Feyenoord nog
overheen. Op die momenten kweet Van
't Schip zich duidelijker van zijn taak, maar
hij zal het niet betreurd hebben dat vanaf
1988 Jan Wouters de nieuwe aanvoerder
was.
Dat officiële leiderschap was een ultiem
bewijs voor Wouters dat hij volledig
geaccepteerd was bij Ajax. Bij zijn komst in
1986 werd de Utrechter nog argwanend
bekeken, met nota bene aanvoerder Van
Basten voorop. Technisch te beperkt en
(dus) ongeschikt voor Ajax, luidde kort
gezegd de kritiek. Aan het eind van het
seizoen had Ajax, met een sterke en
'onzichtbaar' dominerende Wouters de
Europa Cup 2 gewonnen.
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 2001