muiiviHQ
om aan nflinnen, verplaats dat doel eens!
et z'n pnien, dan is 't zo gepiept.' Het doel
er een van het massieve soort. Palen, lat
jin anoir ijzerwerk lijken smal maar zijn uit
if
Ijzer gegote^Hhiks geen til-licht
[aluminium, van die^doelen die je met zijn
jprieën even opzij schtóft. De stemming is
goed, na de oefeningen van kort
combinatiewerk, het passen en trappen en
de één-tegen-één-duels weten de spelers
dat er een heerlijk afscheidstaartje aan
komt in de vorm van de Partij Scherp. Dus
tillen veertien paar vereende handen het
doel van de grond, wrikken het naar
heuphoogte en torsen het naar de
denkbeeldige lijn, twintig meter van het in
de grond geplante andere doel. Het is eind
oktober. Misschien is het begin november.
Zoals de bladeren de bomen goeddeels
hebben verlaten, zo hebben de laatste
resten zomerbrons afscheid genomen van
de gezichten. Geen korte broeken meer
maar warme trainingspakken. Op
sommige dagen is de eigen adem te zien.
Til op dat doel, plant het elders neer.
Topscorer, waterdrager, reserve, trainer,
doelman, routinier en jong talent. Vele
handen maken licht werk en daarom slaan
we die handen ineen, al voelen we in de
handpalm het ijzig koude ijzer. Er wordt
een grap gemaakt tijdens het voortstappen.
Tja, het zijn altijd dezelfden die doen alsof
ze geen plek kunnen vinden tussen hun
maats en het zijn altijd dezelfden die de
juiste plek weten te vinden, daar waar het
torsen van het doel begeleiden wordt.
Kijk naar de aarde. Het is aarde van de
Meer. Nee, niet het grazige hoofdveld-gras
maar de kale aarde van het trainingsveld.
door David Endt
foto Hans van Tilburg
Daar, achter de herfstgrauwe bomen ligt de
Middenweg met de tramrails van Lijn
Negen en daar weer achter ligt Betondorp.
Een paar jongens slaan de bewegingen van
de sportmannen vanaf de overkant van de
sloot gade.
Hoe vaak is er al een ijzeren doel verplaatst
op dat trainingsveld? En hoe vaak zal het
nog gebeuren? Luister, dit is een bijzonder
doel. Waarom? Omdat het eind oktober of
misschien begin november is van het jaar
1991. Een doel wordt verplaatst. Een ander
doel, een ander doel voor ogen. Deze
mannen, jongens vaak nog, hier en daar
een buitenlander, sjouwen goedgemutst
hun doel. Ze zijn sterk. Sterker dan zij
denken. En zij volgen die ouwe trainer die
voorop loopt en al zoveel keren in zijn
leven heeft geroepen dat het doel verplaatst
moet worden. En die al zo vaak heeft
geroepen dat ze het met zijn allen moeten
doen omdat het op die manier zo gepiept
is.
Ze zijn op weg naar de geliefde Partij
Scherp waarin de stukken ervan af zullen
vliegen. Dat zie je aan hun koppen. Die
staan goed. De Partij Scherp is intensiever,
is meer eisend dan een zondagse wedstrijd.
In de Partij Scherp wordt de reserve
gekweekt voor de wedstrijddag. Met dat
doel in handen hebben ze een doel voor
ogen. Ze zullen Europa gaan veroveren.
Een bescheiden Europa, zal er later gezegd
worden. Want de UEFA Cup wordt,
voorbij de overstelpende en meeslepende
vreugde, niet als het echte Europa
beschouwd. Maar in dit jaar, op dit al
kalende trainingsveld van de Meer wordt
een doel bijgesteld, sorry, verplaatst.
Verplaatst van landelijke glorie naar
internationale triomf. Wie van de veertien
jongens die hier het doel vervoeren zullen
er zes jaar later bij zijn wanneer het bal is
in een Weense nacht waarin het echte
Europa is veroverd?
De Deense stilist Dan Petersen is er niet
meer bij. Marciano Vink en Dennis
Bergkamp ook niet. Stanley Menzo, Bryan
Roy, Aron Winter, Michel Kreek, ook
vertrokken. Stefan Pettersson en Rob
Alflen? Weg. Loopt er ergens verscholen
nog een Wim Jonk of een Johnny van 't
Schip? Weg. Sonny Silooy, ja, hij nog wel.
De anderen zijn elders aan het voetballen
maar ooit hebben zij dat doel verplaatst,
een nieuw doel gesteld.
In het seizoen van de Champions League
zal het team van Ajax een stille
metamorfose hebben ondergaan. Anderen
dragen dan het doel, verplaatsen het met
zijn allen naar een plekkie op het
trainingsveld van de Meer, een meter of
twintig van het gewortelde doel vanwaar de
Partij Scherp kan beginnen. Het ijzer is
koud op een dag in eind oktober of
misschien begin november van 1994. En er
klinkt een witz en er wordt gelachen. Nog
steeds rijdt dan Lijn Negen over de
Middenweg achter de bomen. En aan de
overkant van de sloot staan een paar
jongens te kijken. Aan de overkant van de
straat leeft Betondorp zijn dagelijks leven.
Vereende handen tillen, torsen, sjouwen.
'Komaan mannen, verplaats dat doel eens,'
roept de trainer. 'Met z'n allen, dan is 't zo
gepiept.'
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2001