niet thuis in de Arena. Het was er killer,
groter en commerciëler dan in de Meer.
Om het ouderwetse voetbalgevoel vast te
houden, ben ik toen overgegaan op
zwartwitfoto's.'
Inmiddels is ook Witte meer vertrouwd
geraakt met de omgeving van de Arena en
fotografeert ze ook weer in kleur. Maar ze
blijft op zoek naar het melancholische
gevoel, de ontroering, een traan of een
glimlach. De actie interesseert haar weinig.
Ze vindt bovendien dat andere fotografen
dat veel beter kunnen. Eigenlijk
fotografeert ze 'non-momenten'. Bij een
actie kijkt ze juist de andere kant op. 'Ik
kijk met een ander oog. Ik weet niets van
tactiek, al zie ik wel de schoonheid van een
aanval. Ik ben gefascineerd door rituelen,
bijgeloof, kleine details langs de kant.'
Een foto in haar boek laat schoenen zien
die over het logo van Ajax het veld
oplopen. 'Ik weet dat de achterste
Litmanen is. Hij had adidas-schoenen
zonder strepen en zijn enkels helemaal
ingetaped als paardenhoeven. Voor
kenners is dat mooi om te zien. Zij zien
meer dan alleen schoenen die over het logo
lopen. Dat geeft de foto dus extra lading.'
Ook fotografeert ze graag iets wat symbool
staat voor iets anders. 'De mascottes voor
de wedstrijd bijvoorbeeld stralen voor mij
het wezenlijke van het fenomeen Ajax uit:
de jongensdroom. Al die kleine jongetjes
die op straat voetballen, dromen er nog
altijd van om in het eerste van Ajax te
voetballen. En dat gaat over van vader op
zoon. Het is een prachtig gegeven en heel
herkenbaar.'
Verder is ze op zoek naar de menselijke
relaties tussen de spelers of de trainers.
Omdat ze veel op de club rondloopt, hoort
en weet ze natuurlijk meer dan de
gemiddelde toeschouwer, maar zelf
uitkijken naar momenten van menselijk
contact is de belangrijkste bron. 'Ik zie dat
Machlas en Arveladze een bijzondere band
met elkaar hebben, dat is mooi om vast te
leggen.'
Speciale band
Zes jaar geleden keek men nog raar op van
dat blonde meisje met die camera.
Inmiddels zijn de spelers eraan gewend dat
ze er vaak bij is en vertrouwen ze haar.
166 AJAX MAGAZINE OKTOBER 2001