'IK$ESC^ÖMW MEZELF NIET
ALS EEN STCAATVÖElMLLER.
IK HE& HETER BELEERD,
MAAR IK KAN MEER'
speelwijze van Ajax heel erg past bij mijn
manier van spelen. Niemand heeft mij
hoeven uitleggen wat de verstandigste
beslissing zou zijn. Niet mijn
zaakwaarnemer, niet mijn vader.
Natuurlijk praat je erover met de mensen
die voor jou belangrijk zijn, maar het was
niet zo dat ik anderen liet beslissen.
Bovendien was iedereen om me heen het
ook helemaal eens met mijn keuze. Er is
nooit iemand geweest die tegen me zei dat
ik toch beter naar een andere club kon
gaan. En als dat wel door iemand was
geprobeerd, was dat toch kansloos.
Iedereen die me een beetje kent - en
daartoe behoren natuurlijk mijn vader en
mijn zaakwaarnemer - weet dat ze me toch
niets uit het hoofd kunnen praten.'
De straten van Rosengart
Ajax had ooit een Zweedse verdediger in de
persoon van Peter Larsson. Zijn verblijf
werd geen doorslaand succes. Anders
verging het de twee Zweedse spitsen die
Zlatan voorgingen bij Ajax. Inge
Danielsson ('68-'69) scoorde in
27 competitiewedstrijden 21 doelpunten,
en vooral Stefan Pettersson (l88-'94) werd
ongemeen populair bij het Amsterdamse
publiek. Zlatan heeft alles in zich om zich
net zo geliefd te maken bij de verschillende
Amsterdamse sfeerteams.
Dat de speelwijze van Zlatan en die van
Ajax perfect op elkaar passen, viel iedere
clubscout op, tot en met Adriaanse en
Beenhakker. Lang leek Jan Vennegoor of
Hesselink de voornaamste kandidaat om
als spits te worden aangetrokken.
Adriaanse suggereerde de Amsterdamse
belangstelling openlijk. De oefenmeester
van Ajax had het grappenderwijs over 'een
type Appie Happie', refererend aan de
beroemde voetbalfiguur van de hand van
striptekenaar Dik Bruynesteyn. Maar toen
de vaderlandse pers Zlatan begroette als de
nieuwe Appie Happie van Ajax, viel de
typering minder goed in Ajax-kringen. Leo
Beenhakker reageerde zelfs ronduit
kribbig, geheel tegen zijn natuur in.
Inderdaad is de omschrijving niet bepaald
flatteus. Appie Happie was een rouwdouw,
zonder al te veel gevoel in de voeten. En
juist dat kan van Zlatan niet gezegd
worden. Ondanks zijn lengte van
1,92 meter heeft hij een opmerkelijke
techniek. Hij heeft meer van Kanu dan van
Appie Happie. De straten van Malmö
leerden hem de bal controleren. De zoon
van een Bosnische moslimvader en een
Kroatische katholieke moeder werd
geboren in Rosengart, een wijk van Malmö
die is omschreven als criminele achterbuurt
en als gewelddadig getto, maar die door de
voetballer in kwestie slechts arm wordt
genoemd. Zoals de voetballeerlingen van
de Amsterdamse school ook nog altijd
beter gedijen op het Balboaplein dan in de
hofjes van de Rivierenbuurt.
'Ik heb nog steeds contact met sommige
jongens met wie ik op straat voetbalde in
Malmö,' zegt Zlatan in de perskamer van
Ajax. 'Er is er een die ook hogerop is
gekomen. Hij is op dit moment uitgeleend
aan een club in Noorwegen. Maar er is er
niet een jaloers op mij. Ik heb het gevoel
dat ze het leuk voor me vinden. Ze weten
allemaal hoe graag ik deze stap wilde
maken.'
'In mijn buurt speelden alle jongens
straatvoetbal. Ik ben ermee opgegroeid.
Het was het enige dat mij echt
interesseerde en waarmee ik me bezig
wilde houden. In Zweden is ijshockey
natuurlijk ook een populaire sport, maar
in mijn omgeving was iedereen vooral met
voetbal bezig. Ik helemaal. IJshockey heeft
nooit enige aantrekkingskracht op me
uitgeoefend. Ik liep altijd met een bal,
maar niet altijd met het idee dat ik
profvoetballer wilde worden. Dat kwam
pas later. In het begin gaat het alleen maar
om het plezier dat je hebt als je speelt. Pas
toen ik een jaar of vijftien was, begon ik er
meer ideeën over te ontwikkelen, en dacht
ik, eerst voorzichtig en later iets
duidelijker, aan de mogelijkheid om er
mijn beroep van te maken. Op mijn
zestiende was ik nog klein. Ik ben opeens
omhoog geschoten. Dat was lastig in het
begin, omdat mijn spieren die groei maar
met moeite konden bijhouden. Er kwamen
wat blessures. Maar nu word ik ook sterker
en passen mijn spieren beter bij mijn
lichaam. Het was een voordeel om lang
klein te blijven, althans zo zie ik dat nu. Ik
was als voetballer al gevormd toen ik begon
te groeien. De techniek is beter aan te leren
als je niet zo groot bent. Die basis was er al,
waarna ik met techniek en al de lucht in
ging. Op mijn zeventiende tekende ik na
een test een contract bij Malmö FF. Toen
ik bij Malmö voetbalde, speelde ik al niet
zo vaak meer op straat. Niet omdat ik dat
niet wilde, of omdat het niet mocht, maar
omdat ik er gewoon weinig tijd voor had.
En ik beschouw mezelf ook niet als een
straatvoetballer. Ik heb het er geleerd, maar
ik kan meer. Op straat is het een ander
spel. Ik ben wel benieuwd naar het
straatvoetbal hier in Amsterdam. Ik heb
gehoord dat ze straattoernooien
organiseren. Daar hoop ik een keer te
kunnen kijken. Het schijnt dat hier vroeger
meer op straat werd gevoetbald, maar in
Zweden is het ook niet zo gewoon. Het is
niet zo dat ieder jongetje met een bal onder
zijn arm over straat loopt. Alleen in mijn
buurt, waar veel immigranten wonen, was
het zo. Mijn kleine broertje moest er eerst
ook niets van weten. Nu wel. Ik heb hem
het spel een beetje geleerd. Hij belt me
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2001
15