TON WEIJMER reed heel slecht. De examinator had drie keer ingegrepen en mijn motor was een keer afgeslagen. Normaal gesproken ben je dan dik gezakt. Ik zag het niet meer zitten. Maar de examinator had misschien vrijkaarten van Frits gehad of zo, want ik slaagde toch. De volgende dag had ik al een auto. Ook via Soutekouw, want Frits regelde alles.' Qua voetbal stond Weijmer echter voornamelijk alleen in Amsterdam. Weijmer: 'Ik kon niet zo goed wennen aan Ajax. Bij OSV trainden we twee keer per week, bij Ajax elf keer. Niemand begeleidde me, ik moest alles zelf uitknokken. Alleen met Groot en Soetekouw praatte ik wat. En Velibor Vasovic was een sociale man. Een echte gentleman. Maar mensen als Gert Bals, Bennie Muller en Sjaak Swart lieten me links liggen. Dat Ajax later zo'n grote succesvolle eenheid zou worden had ik toen niet durven voorspellen. Er was een kleine selectie van dertien, veertien man. Iedereen was op zichzelf, men was een grote concurrent van elkaar. En ik was als aankoop helemaal een buitenstaander.' 'Op een gegeven word je minder aangespeeld. Ze kunnen toch een keuze maken. Als de bal naar mij of naar Swart gespeeld kon worden, gaven ze hem aan Swart. Op dat moment merk je dat niet, maar later ben ik er wel over gaan nadenken hoe gek dat eigenlijk was. De sfeer onderling was keihard, misschien wel harder dan in het tegenwoordige voetbal, AJAX MAGAZINE OKTOBER 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 155