Foto: Louis van de Vuurst Ik ben de hitte van de stad en van de wedstrijd ontvlucht om de relatieve koelte en ontspanning van de Langweerder Wielen te zoeken. Het mobieltje gaat wel mee. Met een verkwikkend windje om het ontblote lijf en de zeilen strak gespannen, gaat het om kwart voor drie af. Mijn jonge Ajax- soulmate Jerry aan de lijn. Hij heeft beiderlei hitte getrotseerd en kan nu juichend contact maken met mij op dat Friese meer: 'Gefeliciteerd, Klaas! We hebben gewonnen!' Ik kan m'n oren niet geloven, net zo min als mijn ogen een paar dagen eerder tijdens de uitwedstrijd tegen Celtic. De wedstrijd in Glasgow tartte elke verwachting en ieder pessimistisch voorgevoel van elke ware supporter. Een fraaie herstart. Maar meer ook niet, want - ik schuw het cliché niet - één zwaluw maakt nog geen zomer. Maar ziedaar, tegen de aartsvijand en in het hol van de leeuw verscheen een tweede zwaluw aan het zwerk! Met dezelfde formatie en hetzelfde systeem. Ofschoon ik wel bindingen met de journalistiek heb, behoor ik niet tot de sportpers. Ik zit ook niet op de perstribune, maar in het ledenvak. Als er een complot is, hoor ik daar niet bij. Maar ook ik was en ben nog steeds van mening dat wat Co Adriaanse met het A-team aanvankelijk voor ogen had, naïef gedacht was, de (sterke) tegenstander in de kaart speelde en onszelf de das om deed. Dat we ermee tegen Liverpool wonnen, heeft alleen maar zand in de ogen gestrooid. Onder de vuurvaste supporters was en ben ik bepaald niet de enige. Ik weet dat er onder invloed van de grootkapitalisering van het voetbal sponsors, beleidsmakers en bestuurders zijn die supporters slechts beschouwen als 'vakkenvullers' en applausvee. Maar ik hou me aan de regelmatig uitgesproken woorden van onze voorzitter: 'Ajax is van jullie.' Daarmee wordt terecht erkend dat een supporter niet alleen z'n vreugde en liefde, maar ook z'n woede mag uiten. Elke supporter is ook een soort trainer. Niet vanuit het gezegde van de beste VOSmEKT PE EASSIE door Klaas Vos stuurlui aan de wal, maar omdat hij met al zijn vezels aan zijn club verbonden is. De club, dat is hij of zij zelf. En de echte supporter wil maar één ding: er moet gewonnen worden. Met welk systeem dan ook. In ieder geval: mij maakt het niets uit waarmee gewonnen wordt. Natuurlijk het liefst heel mooi, maar als het slechts minder mooi kan, dan maar zo. Bij Ajax hoort niet alleen een huisstijl van spelen, maar ook de absolute wil tot winnen. Gelijkspelen is doodziek zijn, verliezen is de dood zelf. En als ex-predikant weet ik hoe dogma's de kerk verzieken kunnen. Waar het dogma regeeert, zegeviert de dood. Zo ook in het voetbal, bij Ajax. Als het systeem allesbepalend is, gaat de geest eruit en sterft de vreugde van en voor het spel, bij spelers en supporters. In twee wedstrijden hebben we gezien hoe bepaalde spelers tot hun recht komen en hoe wij ervan hebben kunnen genieten. Wat een kwaliteit herbergt de selectie! Ondanks de vloek van een vloedgolf aan blessures, waarvan ik vooral die van Cruz een ramp vindt (wat een souplesse, techniek en inzicht!) staat er een elftal dat echt iedereen aankan. Een elftal dat, in wat voor systeem dan ook, des Ajax' is: techniek gekoppeld aan wilskracht, slimheid aan uithoudingsvermogen. Een Wille zur Macht', die ontroert en naar meer doet smaken. Niet zo lang geleden las ik het Hard Gras-nummer over een jaar Heerenveen, wat me deed beseffen dat er geen eenzamer beroep in de voetbalwereld bestaat dan dat van hoofdcoach. Foppe de Haan kon trainen, uitleggen, stimuleren, persoonlijke gesprekken voeren wat hij wilde, maar in zeventig procent van het hele seizoen kwam er niets terecht van wat hij voor ogen had. Je zal in je eigen vak zo weinig succes hebben, je zou gek worden en er de brui aan geven. En als je eens succes hebt, staan de 'vaders' ervan in dubbeldikke rijen te dringen om aandacht. Met andere woorden: ik hoop voor Co dat hem die eenzaamheid komend seizoen bespaard blijft en hij de 'vaders' van succes als vliegen van zich af moet slaan.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 137