Verliefd op Ajax Twee Goddelijk zomeravondvoetbalweer in de luwte van de Noord- Hollandse duinen. Stille bleekwitte maan in blauwwarme lucht. Een avond laat in juli waarop je met je geliefde een romantische wandeling door de zandpaden maakt. Of waarop je in een duinpan gezeten de vertaalde gedichten van Pablo Neruda tot je neemt en je laat kietelen door de milde zonnestralen. Of een avond waarop je daar helemaal in de kop van Noord- Holland eens gaat kijken hoe het er met Ajax Twee voor staat. Ajax Twee, die symbolische drempel naar het eervolle voetbalgebied. Soms is die drempel gigantisch hoog, een barricade, een moeras waarin je voeten geen houvast kunnen vinden. Soms is die drempel een glijbaan, het kleine tussenstation waar je de aansluitende verbinding naar de top snel en moeiteloos pakt. Onveranderd is de samensmelting van de verschillende ambities en de knagende teleurstelling die door een trainer in juiste banen moet worden geleid. Ach, die trainer van Ajax Twee. Zelden kan hij met een vaste werkgroep aan de slag. Zo vaak moet hij zich vormen naar het hogere doel dat een station verder ligt. Geblesseerden van de eerste ploeg moeten zich in Ajax Twee in ritme voetballen en duwen daarmee een kernkracht opzij. Of er zijn verbannen mannen die beseffen dat zij moeten spelen om het balgevoel te bewaren maar die zich moeten dwingen te houden van hun vak. Nee, nu nog niet. Nu nog niet op deze windstilzachte zomeravond in Den Helder. Deze ploeg is nog niet door virussen aangetast maar speelt gezond, fris en vrolijk. De tegenstander, dat blijkt al snel, is geen partij voor de getalenteerde groep van elf waarin alle mogelijke kleuren vertegenwoordigd zijn. Europa, Zuid-Amerika, Afrika, Australië, van alles zit erin. Prachtig om die tinten van voetbalspel te zien opgaan in een werk dat zo helemaal des Ajax is. De bal vlot van voet naar voet. Hier een tierelantijn, daar een arabesk. Hier een zoevend schot, daar een stiletto-passje dat de ribbenkast van de houten verdediging openrijt. Korte combinaties doen denken aan het Colombia van Valderrama, de hakbal is een pas uit de sambamaat, een nazaat van de Braziliaanse Socrates. Tanig en lenig zwiept Afrikaans oerwoudhout zich langs de verdediger, vindt stromend als een waterval een oplossing voor het opgeworpen probleem. Rechtlijnig, direct en vol van pragmatische passie draagt Australië zijn steentje bij. Dat alles mengt zich in het lauwe licht van de dalende zon in werkelijk Ajax-voetbal. Sieraad-voetbal. door David Endt Neutrale toeschouwers bestaan langs deze zijlijnen niet meer want iedereen wordt gevangen door de liefde voor het voetbal. En die liefde wordt vertolkt door Ajax. Ajax Twee. Het surplus aan voetbalschoonheid wordt gedragen door de individuele begaafdheid en het plezier dat de toeschouwers door hun aderen voelen bruisen, is ook zichtbaar in het collectieve spel van de Verenigde Naties binnen de lijnen. Verliefd. Op deze onvergetelijke zomervoetbalavond. Een kwartier voor tijd al treedt heimwee binnen in het weeë hart; naar de wedstrijd die gedoemd is tot een eind te komen. Dit voetbal is eeuwig genietbaar. Verliefd op een elftal dat vanuit de gave van intuïtie moet uitgroeien tot een elftal met de kwaliteit van inzicht. De loden wet die boven een Ajax Twee hangt deed zich ook dit seizoen gevoelen. Daar kwamen de eerste messteken in de bast: voetballers die afdaalden en een plek kwamen stelen. Niet omdat zij dat zelf zo wilden maar omdat de nood hen daarheen had gevoerd. Anderen voetbalden zich fluks omhoog, hup, zo de eerste ploeg in, een gat achterlatend. Blessures, virussen, tegenslagen, heimwee, woede. Elementen die de intuïtie ondermijnen, die voor kwetsbare onzekerheid zorgen. De trainer zucht, wetend dat dit zijn lot is. Dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is dat zijn kwalitatief zo formidabele team ook een kampioensteam is. Er wordt gehort en gestoten. Er is pijn en verdriet. Nederlagen, tegenslagen, puntverlies. Wind, regen, hagel, sneeuw en ijs. Voetbal in Ajax Twee is vaak ook ploeteren, worstelen en proberen boven te komen. Maar, steeds weer, zijn er momenten waarop je gaafheid ziet. De momenten waarop je herinnering je terugbrengt naar die Helderse zomeravond waarop je voetbalhart werd gestolen. COLUMN Er is veel geofferd aan het belang van Ajax Eén. Dat is geen wonder en geen schande. Het is de ijzeren wet die verlangt dat de ontwikkeling van talent en daarmee de toevoer naar de hoofdmacht boven de prijs verheven is. De prijs van kampioenschap, van tastbare glorie, van champagnegeluk, van het aanraakbaar maken van de trainerskwaliteit. Er is zoveel geofferd aan het belang van Ajax Eén dat de kans op de titel steeds verder van Ajax Twee wegdreef. Maar op de laatste speeldag was die kans er nog, gelukkig. En men toog naar het vijandig gebied van Utrecht om met een directe concurrent te duelleren. Op zijn Ajax' werd de titel veroverd. Met voetbal dat bij vlagen de beelden aan de zomeravond in Den Helder opriep. Een superieur elftal dat de tegenstander alleen in de verte ruimte liet voor een ijle, ijdele hoop op succes. Een klinkend succes en tastbaarheid in de spiegeling van de bleektinnen schaal. Een trainer wiens arbeid, zo moeilijk, oneigenlijk en soms bijna frustrerend, werd beloond door een proeve van voetbalbekwaamheid. Tintelende Ajax-tinten. Tastbare glorie, champagnegeluk. De prijs is behaald, het doel ligt nog verscholen op een volgend station. Nieuwe reizigers nemen plaats, anderen pakken hun plunje en vertrekken. Wat blijft is die in Noord-Hollandse zomeravondschoonheid gewikkelde verliefdheid. AJAX MAGAZINE JUNI 2001 27

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 27