geschreven. Dat vind ik heel denigrerend.
'Wat betreft die uitspraak van Richard: hij
zal het gezegd hebben, maar je kan het er
ook uitzuigen en uitlokken. Ik weet precies
hoe dat gaat met die journalist van
Sportweek. Die zit te zeuren. Witschge zit
met zijn broer in een restaurantje, wijntje
erbij, een beetje stoer doen. Hij is
Amsterdammer en zegt: "Hij kan lekker in
de stront zakken. Hij kan de kolere
krijgen." Dat wordt duizend keer per dag
geroepen, maar die journalist gebruikt het
in zijn stukje. Daar reageer ik dus niet op.
Het Parool heeft trouwens ook een
Ardennenoffensief e proberen te voeren,
maar dat is mislukt. Ze kopten op de
voorpagina met "Hoeveel vrienden heeft
Co Adriaanse?" Ik vind het ook nergens op
slaan dat AT5 uitzond dat Johan Cruijff bij
het slaan van de eerste paal van een
sportcentrum in Zuidoost zei dat hij mij
niet mag. Ik vind dat pure
roddeljournalistiek. Johan Cruijff kent me
niet eens. Alleen via via. Ik zou niet
overtuigd kunnen zeggen of ik hem wel of
niet mag. Ik ken hem niet. Ik heb hem nog
nooit ontmoet. Ja, weieens handje gegeven
bij het voetbal, maar ik heb hem nog nooit
gesproken.
'Barend en Van Dorp hebben er vlak voor
de wedstrijd Ajax - Feyenoord ook een
slotoffensief e uitgegooid toen ze de
stelling poneerden "Is Co Adriaanse wel de
geschikte coach voor Ajax?".
'Het is meestal ook zo dat wanneer mensen
de hele context gehoord of gezien zouden
hebben, ze mij gelijk zouden geven.
Neem het "geval"-Muller en Swart. Dat
was absoluut niet denigrerend bedoeld.
Maar AT5 bleef elke week maar zeuren
over Winter en Witschge. Vier of vijf
weken lang steeds dezelfde vraag. Toen ze
al ruim een maand op de bank zaten en het
dus geen actueel item meer was, zei ik: "Je
vraagt toch ook niet aan mij of Muller en
Swart nog meedoen?", om duidelijk te
maken dat het al een groot aantal keer was
gevraagd. Ik ben dan meer bezig met de
strijd tegen de journalist dan met de kijkers
van AT5. Ik heb er geen spijt van, maar het
wordt tegen mij gebruikt terwijl ik het
absoluut niet denigrerend bedoelde. Ik leer
dat nooit af, want zo ben ik nou eenmaal.
Ik ben ad rem, creatief, heb lef en ben soms
boos. Ik kan me vaak goed beheersen,
maar soms kan ik wel flink uitpakken.'
Wil je er iets aan doen?
'Nee, sommige media hebben mij zo
beledigd, dat ik daar niets aan wil doen.
Extern sta ik altijd ter discussie. Intern niet.
Ik doe gewoon mijn werk en ben
beschikbaar op de open persdag, rond de
wedstrijd en op de persconferentie. Dan
kies ik zelf af en toe een medium waaraan
ik een interview geef. Een objectief, integer,
eerlijk medium. Die zijn er niet veel. Maar
Christiaan Ruesink bij het AD, Paul
Onkenhout bij de Volkskrant en Studio
Sport zijn dat wel. VI heeft ook niet zo
negatief over mij geschreven. V7 is niet
alleen Derksen, maar ook Cees van
Cuilenborg bijvoorbeeld.'
Hoe ga je persoonlijk om met negatieve
verhalen in de pers?
'Het is heel vervelend. Als je zo hard werkt
en je voortdurend negatieve dingen over
jou als persoon en over je functioneren
leest, zou het demotiverend kunnen zijn.
Maar het demotiveert me zeker niet.
Vroeger wel, zo'n tien jaar geleden. In mijn
functioneren doet het niets, maar het doet
wel pijn. Je raakt er echter aan gewend. Als
je vaak pijn hebt, is dat naar, maar op een
gegeven moment leer je ermee leven. Het is
niet alleen voor mij vervelend. Het is
vooral voor Ajax vervelend. En ik ben ook
Ajax. Het is goed voor Ajax als iedereen die
bij Ajax werkt, positief in het nieuws
komt.'
Adriaanse voegt lachend toe: 'Het mooiste
wat ik in de media las, was het volgende.
Een Feyenoord-speler is aan de bal. Hij
komt een Ajax-speler tegen en vraagt:
"Wat is de kortste weg naar het doel van
Grim?" Zegt de Ajax-speler: "Dat is
rechtdoor!" Aan de ene kant is dat
griezelen, maar aan de andere kant
geweldig gevonden. Zo was het in de
tweede helft thuis tegen Feyenoord ook.'
La Solneige
Uit alles blijkt dat Adriaanse een gedreven
man is. Zijn leven staat in het teken van
Ajax. Veel ziet hij zijn vrouw, zoon en
dochter niet, aangezien hij 's ochtends
vroeg de deur uitgaat en 's avonds laat pas
thuis is.
Adriaanse: 'Ik weet niet waarom ik zo
bezeten ben van mijn vak. Alles heeft zijn
oorsprong in de jeugd, zeggen ze weieens.
Ik kan me geen jeugdtrauma herinneren.
Mijn ouders leven nog en zij hebben goed
voor mij gezorgd. Geldingsdrang zat er bij
mij vroeg in. Op de lagere school wilde ik
altijd hoge cijfers halen. Ik kan niet tegen
falen, ik kan alleen maar tegen succes
hebben. Als ik zie dat ik niet goed genoeg
ben, stop ik ermee. Dat is misschien
vluchtgedrag, maar ik vind iets niet leuk als
ik het niet goed kan. Als je ergens goed in
bent, moet je de drive hebben om de beste
te zijn. Daar hoef je je niet voor te
schamen. Ik kom uit een cultuur in de
gymnastiekwereld waar prestatie een vies
woord was. Het moest ludiek, sociaal en
opvoedkundig zijn in de jaren zeventig.
Mensen met talent werden onder druk
gezet dat ze altijd samen moesten spelen.
Jantje moest de bal meteen afspelen aan
Pietje ook al kon hij niet vangen. Ik zei
tegen Jantje dat hij het eerst zelf moest
proberen en pas als hij moe was, moest hij
de bal aan Pietje geven of zelf wat anders
bedenken. Ik vind dat je de sterken ook
AJAX MAGAZINE JUNI 2001 21
Extern sta ik altijd ter
discussie. Intern niet