'Ik hoor onze supporters bijna nooit het team aanmoedigen, nee, je hoort ze roepen dat ze joden
zijn en dat joden kampioen worden'
oog is de associatie die een deel van het
Ajax-publiek aanbrengt tussen zichzelf en
het jodendom. Wat begon als een
racistische scheldnaam, gebezigd door
publiek van tegenstanders dat in de
onjuiste veronderstelling verkeerde dat
Ajax een joodse club was, werd door Ajax-
fans opgepikt als een geuzennaam. 'Joden
worden kampioen' klinkt het van de
tribunes, waar de Israëlische vlag met
davidsster wappert, en dat heeft weer een
pijnlijke tegenreactie tot gevolg van de kant
van de aanhang van de tegenpartij.
Ook Michael van Praag ergert zich eraan:
'Het is niet anti-joods bedoeld, maar ik
keur toch af wat zij doen. Het is ook
onbegrijpelijk, waarom zou je niet gewoon
"Ajax" roepen in plaats van "joden"? Ik
hoor onze supporters bijna nooit het team
aanmoedigen, nee, je hoort ze roepen dat
ze joden zijn en dat joden kampioen
worden. Ze zullen wel weer boos worden
als ze dit lezen, maar toen wij met 2-1 voor
stonden tegen Feyenoord heb ik het
Rotterdamse legioen twintig minuten lang
over Feyenoord horen zingen. Achter
elkaar door, tot je er doodziek van werd.'
Van Praag buigt zich naar de recorder en
roept in de microfoon: 'Doodziek werd ik
ervan, dames en heren supporters!'
Hij glimlacht, maar de boodschap is
serieus. 'Doodziek, want het was
Feyenoord. Maar het hielp wel, Feyenoord
kwam terug. Wanneer doet het Ajax-
publiek dat een keer voor Ajax? Hou toch
eens op met dat "joden! joden!". Het heeft
zijn effect ook niet meer. En het roept
inderdaad alleen maar ongewenste reacties
op.'
Bioscooppubliek
Als het Ajax-publiek in de Arena betiteld
wordt als bioscooppubliek, kan Van Praag
zich heel goed voorstellen dat de F-siders
daar beledigd door zijn. Van Praag: 'Dat
zijn de sfeermakers in het stadion en ik ben
ze er dankbaar voor dat ze dat doen. Dat
kunnen we absoluut niet missen. Uit het
publieksonderzoek dat door de KNVB
gehouden is, blijkt dat Ajax nog steeds de
club is met de grootste nationale aanhang.
Daardoor krijgen wij in de Arena heel veel
mensen die niet uit Amsterdam komen, die
het op een andere manier beleven. Veel
seizoenkaarthouders nemen gasten mee,
waardoor je elke wedstrijd weer andere
mensen op de tribune hebt. Op de
business-seats zitten regelmatig gasten van
de eigenaar die misschien wel voor de
tegenpartij zijn. Dat werkt allemaal
sfeerremmend. Maar, denk ik dan, sorry
Ajacieden, ik vind het verschrikkelijk om
dit te moeten zeggen, maar waarom is er in
de Kuip dan wel altijd sfeer? Daar hebben
ze óók business-seathouders die met
vreemde mensen komen. Net zoveel als
hier. Maar daar doet de rest van het
stadion mee en laten ze het niet over aan
hun fanatiekste side. Daar zitten we hier
mee, maar dat was in de Meer en in het
Olympisch stadion ook al zo, dus het heeft
niets met de Arena te maken.'
Toch omgeeft Ajax een hang naar vroeger,
naar de Meer en het Olympisch stadion,
toen 'alles beter was'. Daar zit veel
hardnekkige nostalgie bij, die met de jaren
wel zal slijten, maar niet voor niets
concludeerde de Commissie 2000 dat Ajax
een kil voetbalbedrijf aan het worden was.
Op de vraag of Ajax alleen maar een
verkeerd imago had of ook echt kil was, is
Van Praag stellig: 'Ajax was kil. Door een
samenloop van omstandigheden verkilde
Ajax. Ik heb ook dat gevoel gehad. Ik
hoorde het van supporters, ik hoorde het
van de pers. Het begon ermee dat we in de
Arena kwamen, wat een enorme
schaalvergroting betekende. Daardoor
ontstond een zekere weemoed naar de
knusheid van de Meer, maar we moeten
niet vergeten dat onze F-side daar achter
een dubbele rij hekken stond met een gang
ertussen en met NATO-prikkeldraad erop.
Als je naar de WC wilde moest je door de
pis en de modder naar zo'n plasbak en het
beste kon je daar maar je broekspijpen
oprollen. Vrouwen konden helemaal niet
naar het toilet. Het was vechten om je bal
gehakt of je biertje, als je dat al krijgen kon.
In heel Nederland worden nieuwe stadions
gebouwd. Laatst bij Fortuna
complimenteerde ik de mensen daar met
hun nieuwe stadion, dat werkelijk
schitterend is. Wat was de reactie? Ja, het is
allemaal wel mooi, maar de Baandert, dat
was het. Zo gaat het met veranderingen,
maar ik speel met je dat over tien, vijftien
jaar de generatie van dan zegt: die lui
hebben het indertijd toch goed gezien.
'Vervolgens kregen we de beursgang, die
gepaard ging met beursregels. Als
beursgenoteerde onderneming moet je
verschrikkelijk goed opletten dat je dit niet
zegt en dat niet doet. We waren opeens een
bedrijf en dat is doorgeslagen. Het ging
zelfs zo ver dat er AFC Ajax NV op de
spelersbus stond. In het zoeken naar een
manier om met de nieuwe structuur om te
gaan, hebben we krampachtig
gefunctioneerd.
A I A V AA A r. A 7 I M C III Ml O H fM 1 aq