mijn enkel ging, ben ik gaan tennissen. Op mijn vijftigste ben ik echter weer gaan voetballen, met vrienden in de veteranen van Muiderberg. Ik heb wel eerst nog uitgezocht of dat mijn lidmaatschap van Ajax in gevaar zou brengen, maar dat bleek niet zo te zijn. Je mocht van twee verenigingen lid zijn, maar je mocht maar bij één spelen. Tweeëneenhalf jaar later kreeg ik weer een tik op die enkel en ben ik definitief gestopt. Ik ben wel blijven tennissen.' En ook bij zijn Ajax bleef Moinat komen. 'Ze hebben me weieens gevraagd om jeugdleider te worden. Maar door mijn werk, ik zat in de verzekeringen, had ik daar geen tijd voor. Na mijn pensioen kwam ik vaker bij Ajax. Samen met Jany van der Veen, dé scout, bekeek ik veel wedstrijden. Via hem ben ik uiteindelijk in de scouting voor Ajax terechtgekomen. Jany reed geen auto, dus dan gingen we samen naar wedstrijden. Dan stonden we samen langs de lijn en vroeg hij ook mijn mening. En dan had ik het vaak goed gezien. In 1994 ben ik begonnen met zelfstandig scouten en dat doe ik nog steeds. Het is niet eenvoudig, maar heel leuk. Je moet altijd spelers vinden die beter zijn dan wat we al hebben. Daarom moet je ook wedstrijden van je eigen elftallen zien. Ik scout in de regio Amsterdam Oost, waar ik veertien verenigingen bezoek. Ik bekijk zoveel mogelijk wedstrijden, in alle leeftijdscategorieën. In de jeugd van Ajax loopt nu een aantal jongens die ik gescout heb. Maar het is altijd afwachten of ze het halen. Tegenwoordig hebben velen al een zaakwaarnemer, en dat maakt het er niet eenvoudiger op. Zo'n zaakwaarnemer bepaalt weieens waar zo'n jongen gaat voetballen. Voor Ajax is dat vervelend.' Warmte 'Gelukkig heb ik met die eindfase niets te maken. Ik scout, en daar houdt mijn invloed op. Als ik een talent zie, en ik bekijk zo'n jongen in meerdere wedstrijden, maak ik een rapport op en dan gaat een andere scout, of een van de jeugdtrainers, kijken. En dan mag zo'n jongen misschien stage lopen, of wat wedstrijden bij Ajax spelen.' Let Moinat alleen op technische types, zoals hij zelf was? 'Nee, ik vind dat een elftal ook power moet hebben, en dus scout ik ook spelers die dat kunnen brengen. Het moeilijkste vind ik de doelverdedigers. Daar is een tekort aan bij Ajax. 'Er wordt soms wel eens te gemakkelijk tegen het scoutingsvak aangekeken. Je moet er toch veel voor opzij zetten. In weer Foto: Yvonne Witte 3-5-1953: NEC - Ajax 0-3 (0-2) Scoreverloop: Bouwens 0-1; Bouwens 0-2; Michels 0-3 Scheidsrechter: Drijfhout Toeschouwers: 10.000 NEC: Jansen; Roes, De Winter, Cuyten; Van Spierenburg, Wiskamp; Meijers, Hendriks, Roos, Van Ringelenstein, Seewald Ajax: Pieters Graafland; Van Mourik, Krist, Boskamp; Bakker, Van Dijk; Leeser (Moinat), Bouwens, Michels, Van der Wel, Bruins Bron: Evert Vermeer en wind ben je bezig, en dan niet alleen in het weekeinde, maar ook regelmatig door de week. Je werkt in de anonimiteit, hoewel dat niet altijd lukt. Bij sommige verenigingen kennen ze je wel, maar ik probeer zo discreet mogelijk te werken. 'Ik neem mijn petje af voor de mensen, en dan bedoel ik niet mezelf, die al zo lang zo veel voor Ajax doen, pro deo. Het zijn heel belangrijke mensen binnen de club. En ze krijgen niet altijd warmte van hun club. Ajax moet duidelijk laten blijken dat ze erbij horen. Dat geldt trouwens voor alle mensen die gratis voor de club werken. Zij geven namelijk zelf ook zoveel aan de club, zijn heel loyaal. Een vaste clubavond zou bijvoorbeeld aan de waardering kunnen bijdragen. Ajax moet oppassen dat het kader niet wegvalt. Steeds meer mensen blijven maar even bij de club. En op een gegeven moment heb je niemand meer over. Mensen die graag voor Ajax willen gaan werken, moeten worden opgeleid voor kaderwerk. Je kunt niet alles aan professionals overlaten. 'De band met de club is belangrijk. Wat me bijvoorbeeld tegenvalt is het aantal oud leden die bij de jeugd komen kijken. Dat constateer ik ook bij de ledenraad. Je ziet de meesten weinig bij de jeugd. Dat vind ik jammer. Die mensen willen wel iets voor Ajax doen, maar kennelijk verkeren zij in hogere sferen. Ze praten er misschien wel over, maar daadwerkelijk aanwezig zijn ze niet. En de Toekomst, dat ik een prachtig complex vind, is toch het kloppend hart van Ajax.' AJAX MAGAZINE APRIL 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 160