FREEK MÖINAF
Er was bijvoorbeeld veel meer discipline
dan bij SDW, de amateurclub waar ik
vandaan kwam. Maar als je laat zien dat je
goed kunt voetballen, word je
geaccepteerd. Hoewel het ook voorkwam
dat spelers elkaar in een wedstrijd de bal
niet toespeelden, omdat ze concurrenten
waren of omdat je je nog niet bewezen had.
'Ik was een echte dribbelaar, begonnen in
de spits. Het was nog de tijd van de
vijfmansvoorhoede. Op het moment dat ik
in de senioren kwam te spelen, verruilde ik
de midvoorpositie voor die van
binnenspeler. Rechts of links maakte niet
veel uit, want ik was tweebenig. Ik was een
weke voetballer, technisch wel goed, snel
en met een goed inzicht, maar fysiek stelde
ik niet veel voor. Vandaar dat ik er niet
gekomen ben. Ik was een te weke
voetballer. Dat had ik zelf goed in de gaten.
Dan zeiden sommige teamgenoten tegen
me: "Freek ga eens even opzij, dan zal ik
die back eens aanpakken." In de jaren
vijftig werd het fysieke in het voetbal steeds
belangrijker. In de spits kreeg je heel wat
opdonders. Ik was niet bang, maar ontliep
het een beetje. Vandaar dat ik liever op het
middenveld ging spelen.
'De verschillende trainers probeerden wel
wat aan mijn zwakkere fysiek te doen.
Gerrie Stroker bijvoorbeeld had een
apparaat, een ballenschieter. Dat was een
leren kussen, waar je tegenaan moest
springen. Net alsof je een kopduel aangaat.
En ik heb het wel geprobeerd, hoor, maar
het zat niet in me. Het leuke is wel dat ik
AJAX MAGAZINE APRIL 2001
157