dat op een spaarrekening wordt gestort. In Ofori verblijven ongeveer veertig talenten intern. De spelers slapen met zijn vieren op een kamer, beschikken over een eigen douche en wc. Verder zijn er een eetruimte, keuken, medische ruimte en een soort spelershome voor de ontspanning. 'De spelers die wij daar huisvesten, zijn maximaal vijftien jaar oud. Dat is de maximale leeftijd waarop ze voor een eerste korte proefjperiode naar Amsterdam kunnen komen. Er loopt nu ook een aantal oudere jongens rond, maar dat zijn voetballers die nog geen andere huisvesting gevonden hebben,' aldus Jan Pruijn. De aanpak van Ajax is als volgt. In Accra, een stad gelegen aan de kust van Ghana, selecteert de club de eerste talenten tot twaalf jaar. De beste voetballertjes uit Accra komen in aanmerking voor de academie in Obuashi. Verder traint er bij het stadion van Ashanti Sport Club nog jeugd tot 17 jaar, vergelijkbaar met de A-jeugd in Amsterdam. Een Ghanees talent komt op vijftienjarige leeftijd voor het eerst naar Ajax in Nederland. Ad Zonderland legt uit: 'Alleen de allerbesten komen in aanmerking om naar Amsterdam te gaan. De afgelopen twee jaar was een aantal jongens voor een periode van drie maanden in Nederland. Dat proces gaan we nog een paar keer herhalen. Jongens mogen pas na hun achttiende jaar definitief naar Nederland komen. Aan de andere kant is zo'n tijdelijk verblijf een goede ervaring voor die jonge Ghanese voetballers.' Quansah Een goed voorbeeld van de werkwijze is het verloop van de voetballoopbaan van de zestienjarige John Quansah, overigens geen familie van Kwame Quansah, de huidige Ghanese spits van Ajax 2. Jan Pruijn is behoorlijk tevreden over zijn ontwikkeling: 'Als alles goed gaat, komt John Quansah half maart voor een derde keer naar Nederland. Tijdens de eerste twee Nederlandse periodes is alles naar wens verlopen; ook sociaal heeft John zich goed aangepast. We hebben afgesproken dat er een vervolg komt op zijn eerdere stages in Amsterdam. Na afloop van de competitie beslissen we wat volgend jaar - sportief gezien, voor hem het beste is. Hij is dan tweedejaars B-junior, maar misschien kunnen we de lat wel hoger leggen door hem in de A2 een kans te geven. Maar eerst moet John aantonen dat hij in Ghana niet heeft stilgestaan en dat hij in Amsterdam de draad direct weer op kan pakken. Zo laten we zien dat het voor de speler geen probleem oplevert als hij drie maanden naar zijn roots terugkeert. Als dat wel het geval zou blijken, moeten we vraagtekens zetten bij de nu gekozen constructie.' IJkpunten Ad Zonderland is vrij tevreden met de getoonde progressie in Ghana. 'We hebben De voetbal academie Ofori in Obuashi. een aantal ijkpunten. Welke jongens zijn inmiddels uitgenodigd voor een stage in Amsterdam? En hoeveel? Dat zijn er reeds vijf en voor een periode van twee jaar is dat alleszins redelijk. We verwachten dat twee van die vijf jongens uiteindelijk in aanmerking zullen komen voor een contract in Amsterdam.' Dat is een behoorlijke uitspraak. Maar Ad Zonderland en de zijnen hebben veel vertrouwen in het aanwezige Ghanese voetbaltalent: 'Onze doelstelling is dat er jaarlijks één speler doorstroomt. Wat dat betreft zijn we een beetje eigenwijs, we proberen het nóg beter te doen dan de Toekomst in Amsterdam. De mogelijkheden hier zijn dan ook wat ruimer; dat heeft te maken met het potentiële talent. Maar er is een groot verschil in mentaliteit tussen Nederland en Ghana. En dat aspect is ongelofelijk belangrijk bij het opleiden voor een stage of carrière in Europa. Een sterk karakter en een goede mentaliteit zijn net zo van belang als het hebben van veel voetbaltalent. Tachtig procent krijgt een mens met de geboorte mee, maar twintig procent is aangeleerd. En daar proberen wij invloed op uit te oefenen.' Resultaat Toen Ajax in 1999 aan het 'Ghanese avontuur' begon, werd een limiet van vijf jaar gesteld. In 2003 moeten de investeringen in Afrika resultaat hebben opgeleverd. Tot die datum moet men geduld hebben, iets wat bij het opleiden van jonge voetballers noodzakelijk is. 'Vanaf de start van het Ghana-project' zijn er dus al vijf jongens in Nederland geweest voor stageperiodes. Dat geeft hoop voor de toekomst,' legt Ad Zonderland uit. 'Belangrijk is dat zij bij terugkomst aan de andere jongens in Ghana vertellen wat ze in Amsterdam allemaal hebben meegemaakt. Dat is weer een stimulans voor de anderen.' Ook Jan Pruijn hoopt dat er genoeg tijd is om 'iets moois' te laten groeien. Dat zou bij John Quansah weieens mogelijk kunnen zijn: 'Ajax - en zo'n jongen zelf - moet gewoon het geduld kunnen opbrengen.' AJAX MAGAZINE APRIL 2001 109

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 109