interview in het buitenland. Hij had duidelijk geen zin en zat met wat vrienden in de keuken toen we binnenkwamen. "Oh yes," zei hij toen hij ons opmerkte, "daar hebben we de duizendste interviewer met dezelfde duizend vragen." Toen zei ik: "Ik zal het u nog mooier vertellen, want ik weet alle antwoorden al." Ik nam daarbij natuurlijk de nodige risico's, want zo'n opmerking kan helemaal verkeerd vallen. Maar het tegendeel was waar, hij liet ons zelfs plekken filmen die nog nooit door iemand gefilmd waren.' Zenuwen 'Ik ben nooit nerveus. Alleen bij mijn interview met Kissinger. Gelukkig had ik goede vragen van Hans van Mierlo meegekregen. Ik wist dat Kissinger in slaap zou vallen als ik niet meteen met enkele goede vragen zou komen. Die vragen van Van Mierlo waren zo goed dat hij meteen opveerde bij het stellen van de eerste drie vragen. Hij had werkelijk geen idee waar ik die vandaan had. In de voorbereiding maakt mijn redactie de eerste selectie van vragen en ideeën. Zelf pik ik daar later de meest interessante dingen uit. Vroeger bereidde ik me een volle dag voor op een interview, nu niet meer. Het belangrijkste is het kennen van de highlights. Dan kun je je verder in het gesprek nog over iets verbazen. 'Op locatie ben ik altijd enorm ontspannen. Dan heb ik soms wel aan een uurtje draaien genoeg. In de studio is het lastiger. De openingsvraag is cruciaal, vooral als ik buitenlandse mensen interview die mij niet kennen. Ik probeer altijd te beginnen met een prikkelende vraag.' Reacties 'Na twintig jaar weet je het wel, moet ik eerlijk zeggen. Ik krijg ongeveer net zoveel goede als slechte reacties, dat hoort volgens mij ook bij het medium. Ik ben blij dat ik een behoorlijke groep vaste kijkers heb. Dat vind ik heel mooi. We scoren redelijk goed, zeker als je bedenkt dat we laat op de avond uitzending hebben. Het aardige is dat er de laatste jaren een groeiende waardering is. Als ik john Cleese portretteer, doe ik dat niet alleen voor mensen die hem al door en door kennen, maar ook voor mensen die hem misschien pas één of twee keer hebben gezien. De NRC vond dat verschrikkelijk, die wilden meer weten over de psychiatrische behandelingen die Cleese op dat moment onderging. Maar zo werk ik dus niet. Trouwens, zowel Cleese als ik hebben het item als zeer positief ervaren. Al twintig jaar probeer ik uit te leggen dat het werken voor een groot publiek mijn missie is, om maar eens een zwaar woord te gebruiken. Pas nu lees ik hier en daar dat recensenten het ook wel aardig vinden dat ik al die jaren mijn eigen lijn heb vast gehouden. 'Twee complimenten zijn erg waardevol voor me. Remco Campert gaf ooit in een interview als antwoord op de vraag "Denkt u nog weieens aan uw moeder?" het volgende antwoord: "Jazeker, als ik de Tv- show zie bijvoorbeeld, want daar keek ze 'Juist Paul Witteman zou de deuren van zo'n klein landje naar de grote wereld moeten open zetten' altijd naar." Dat vond ik mooi. Het andere compliment dat me is bijgebleven, is afkomstig van professor Vroom, oud directeur van de kunstacademie in Den Haag. Een reactionaire man voor die tijd. Hij belde me op om het volgende te zeggen: "Wat u doet, schept ruimte." Dat vond ik zo'n mooie zin. Het is precies wat ik wil met mijn programma's.' De talenknobbel 'Ik heb Frans gestudeerd, dat bleek voor mij uiteindelijk een zinloze studie. Maar ik wilde altijd iets anders doen dan wat mijn vrienden deden. Mijn vrienden gingen rechten of economie studeren, dus dat viel voor mij af. Dan maar een taal, dacht ik. Mijn oma had een Franse achtergrond en ik had een 9 voor Frans op mijn eindexamen gymnasium, vandaar. Spaans en Italiaans heb ik geleerd met behulp van de Teleac-cursus. Gewoon zitten en je huiswerk maken. Mijn Italiaans is nog heel matig, moet ik zeggen Als ik een Italiaan moet interviewen, doe ik dat met behulp van een leraar. Toen ik Mastroianni interviewde, speelde mijn leraar tijdens de voorbereiding enkele lessen voor Mastroianni. Een interview in een buitenlandse taal is een van de moeilijkste dingen die er zijn. Dat heb ik Paul Witteman altijd verweten. Hij is toch dé interviewer van Nederland, maar hij interviewt nooit buitenlandse mensen. Omdat hij vindt dat er in Nederland nog genoeg te doen is. Daarmee ben ik het niet eens. Juist hij, die van het interview zijn vak heeft gemaakt, zou de deuren van zo'n klein landje naar de grote wereld moeten open zetten. 'Ik beschouw mezelf overigens niet in de eerste plaats als interviewer. Ik ben programmamaker. Het leukste van mijn werk vind ik het monteren. Ik doe dat thuis, op zolder. Zelfs als ik al twee nachten nauwelijks heb geslapen en thuis kom van een reportage, ga ik meestal meteen naar boven om al vast het één en ander in elkaar te zetten. Het is mogelijk om van een matig verhaal toch iets moois te maken door het goed te componeren. De huidige generatie televisiemakers denkt zuiver vanuit beeld. Ik niet, ik denk vanuit een verhaaltje. Ik werk altijd van A naar B, met een zekere spanningsboog erin.' 172 AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 172