'Eert keer goed verliezen is
soms ook weieens prettig'
jongetje, wil jij even een WC-rol voor mij
halen?" Dat is mij dus overkomen, toen
kon ik op school een week niet meer stuk.
Ik zat in die tijd tussen de sterren. Zo
ontstond automatisch mijn liefde voor
DWS en later FC Amsterdam. Er werd veel
gelachen. Mensen als Jongbloed en
Flinkevleugel maakten voortdurend gein
met elkaar. Uit kleedkamer 52 klonk altijd
gelach, ik denk dat ze daarom ook een keer
kampioen zijn geworden, want echt
overlopen van de kwaliteit deed die ploeg
niet.
'Ik ging ook om de veertien dagen naar de
thuiswedstrijden van Ajax, op de fiets. Flet
was de tijd van Bleyenberg, Muller en
Geelhuizen. Ajax was natuurlijk
fantastisch, maar ik was wel altijd blij als
DWS van Ajax won. Ik herinner me nog
een 1-0 overwinning, door een doelpunt
van Arie den Ouden. Die kon helemaal
niet voetballen, maar scoorde wel altijd.
Later, toen het FC Amsterdam was, hebben
we nog een keer gewonnen, met
doelpunten van Nico Jansen en Geert
Meijer. Van Meijer was al bekend dat hij
naar Ajax zou gaan. Zo werkte de scouting
in die tijd: als je tegenstander het een keer
goed deed, werd je meteen gevraagd om te
komen. Toen ik eenmaal bij de televisie
werkte, bepaalde de kwaliteit van mijn
uitzending of ik de koffie in het stadion al
dan niet moest betalen. (Begint opeens plat
Amsterdams te praten en doet daarbij de
koffiejuffrouw na:) "Nee, laat maar zitten
hoor, want dat programma van gisteren
was wel goed," hoorde ik dan. Maar de
andere kant kon ook. Dan was het
(opnieuw in plat Amsterdams): "Betaal
nou maar dubbel, want gisteren was het
echt niets."
'Ik vind het anno 2000 overigens echt
belachelijk dat Amsterdam maar één
profclub heeft, daar wil ik na mijn
televisieloopbaan nog weieens mijn
levenswerk van maken, om net als vroeger
twee betaalde clubs in Amsterdam te
hebben. Het is natuurlijk idioot dat je in
zo'n stad maar eens in de veertien dagen
een topwedstrijd hebt.'
De supporter van nu
'Ik heb drie seizoenkaarten, voor mij en
mijn twee zonen. We zitten met twintig
vrienden in vak 120. Ik mis bijna nooit een
zag je goed hoe Neeskens die ploeg geleerd
heeft om bij iedere vrije trap de bal even
weg te trappen. Heel ergerlijk. Of neem die
rechtsback van FC Utrecht, Stijn Vreven,
die drie elleboogstoten in één wedstrijd
uitdeelt. Dat zijn zaken waaraan ik me
verschrikkelijk kan ergeren. Dan word ik
heel erg voor Ajax. Terwijl ik vroeger bij
een wedstrijd als Ajax - MW erg voor de
tegenstander kon worden als het eenmaal
6-0 stond. Als Ajax van een zwakke
tegenstander verliest, kan ik daar overigens
wel vrede mee hebben. Jan Mulder
beschreef dat eens heel mooi. Had hij met
Anderlecht een verre uitwedstrijd in de
winter dik verloren en moesten ze
vervolgens in de bus naar huis, terwijl het
onophoudelijk regende en de wegen vies
geworden waren door de vallende
bladeren. Mulder noemde dat een perfect
gevoel. Dat ben ik wel met hem eens. Een
keer goed verliezen is soms ook weieens
prettig.'
thuiswedstrijd. Het is puur ontspannen
voor mij. Wat ik als supporter van Ajax
voel, is dat de humor steeds meer naar de
achtergrond wordt gedrukt. Het is zo
zakelijk geworden. Ik heb zelf een bedrijf
waar meer dan honderd mensen werken,
maar hier wordt wel enorm gelachen. Dat
is volgens mij echt een levensvoorwaarde
om goed te presteren. De verzakelijking
van het voetbal is niet tegen te houden, het
heeft geen zin om je daartegen te verzetten.
Maar de leiding van een club moet wel
blijven inzien hoe belangrijk het is dat
mensen het lekker met elkaar hebben.
Toen Olsen trainer van Ajax werd, voerde
hij in dat de spelers tussen de middag op
stretchers bij elkaar in één ruimte sliepen.
Dat was bedoeld om de nieuwe spelers aan
elkaar te laten wennen. In dat soort
teambuilding kan ik me helemaal vinden.
Niet meteen na iedere training wegracen
met z'n allen, neen, bedenk iets goeds,
maak er een ploeg van. In de film Ajax:
daar hoorden zij engelen zingen zie je ook
dat het allemaal zo verschrikkelijk ernstig
is geworden.
'Ik ga behoorlijk in een wedstrijd op.
Tijdens Ajax - NEC van dit seizoen (0-0)
Kritische geluiden
'Ik vind het vreselijk dat het voetbal van
tegenwoordig mensen als Jan Wouters
slachtoffert. Iedereen wist dat hij de
ervaring miste toen hij aan zijn
trainersloopbaan begon. Er is op die plaats
een charismatisch mens nodig. Van
Hanegem zei terecht: je bent tegenwoordig
geen trainer meer, maar psycholoog. In het
bedrijfsleven geldt dat ook: een
charismatische leider behoort tot de oude
waarden die overeind zijn gebleven.
Wouters miste dat en had dus nooit aan
die klus mogen beginnen. Adriaanse is
streng, wat op dit moment nodig is. Ik
denk overigens dat iemand als Ronald
Koeman een ideale trainer voor Ajax is.
Een leuke man, iemand met een geweldige
loopbaan en iemand die vreselijk veel
respect afdwingt. Ik ken hem een beetje en
denk dat hij alles in zich heeft om een
topcoach te worden. Bovendien houdt hij
van andere dingen dan alleen maar
voetbal, wat ik ook belangrijk vind.'
De eigen loopbaan
'Ik droomde ooit, net als mijn kinderen
nu, van een grote carrière maar ik had
fysiek absoluut geen aanleg. Ik kan nog
steeds een corner feilloos bij de tweede paal
leggen. Technisch zat het altijd wel goed,
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2001