VOHML De intervie De afspraak vooyjÉet interview met Ivo Niehe moest al in een vroeg stadium worden gemaakt. In de zomermaanden werk| Mehe niet en benut hij de tijd voornaJBijk ontspannend in zijn Franse Bptenhuis. In de overige maanden werkt hij zestig uur per week. We treffen elkaar uiteindelijk eind november, een reeds aan het einde van de zomer gemaakte afspraak. Het interview zou aanvankelijk in het Hilversumse kantoor van Ivo Niehe Producties plaatsvinden, maar op het laatste moment wordt de afspraak verplaatst naar een filiaal in Bussum, tevens de woonplaats van Niehe. 'Het bevalt me prima hier,' zegt hij opgetogen. 'Ik ben zo in Amsterdam als ik dat wil, terwijl mijn kinderen in een rustige omgeving kunnen opgroeien.' Ervaart de geboren Amsterdammer het in het Gooi zo gevreesde geroddel en gekonkel dan niet als ergerlijk? Vastberaden: 'Ben je gek, dit is Bussum, daar wordt niet geroddeld.' De toon is gezet. Gedecideerd en vrijwel zonder pauzes neemt Niehe het woord. Hij praat snel en heeft overal wel een mening over, soms ook een verrassende. Hoewel buiten de zon schijnt, zitten we binnen, in Hij is met grote regelmaat te zien op televisie en legde de meest uiteenlopende beroemdheden vast voor zijn programma 'De tv- show'. Toch is er over Ivo Niehe zelf minder bekend. Het grote publiek weet feitelijk niet veel meer dan dat hij een uitgesproken televisiepersoonlijkheid is, met voor- en tegenstanders. Zelfs de geboortedatum (31 mei 1946) van de man die ooit op achtjarige leeftijd zijn eigen sportkrant uitgaf, is lastig te achterhalen. Niehe houdt niet zo van het geven van interviews, maar over voetbal praten wilde de van oorsprong DWS-supporter wel. DE &MIEEN STAANDER door Jeroen van den Berg foto's Wanda Tuerlinckx zijn werkkamer. Ivo Niehe over zijn passies, voetbal en werk. Ofwel, en volgens sommige critici mag dat eigenlijk niet, de interviewer geïnterviewd. Het begon als ballenjongen 'Mijn liefde voor Ajax was aanvankelijk heel klein, want ik ben begonnen als ballenjongen in het Olympisch stadion. Dat had mijn vader voor mij geregeld toen ik zes jaar was, we woonden vlak bij het stadion. In kleedkamer 52 zat de thuisploeg, in kleedkamer 53 de uitploeg en in kleedkamer 54 zaten de ballenjongens. Er was in die tijd natuurlijk niets mooiers denkbaar dan wanneer iemand als Faas Wilkes aan je vroeg: "Zeg 'Mijn liefde voor Ajax was aanvankelijk heel klein, wai ik ben begonnen als ballenjor in het Olympisch stadion' AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 162