door Chris Willemsen
foto's Louis van de Vuurst
110 MAN CE
f'Het veer I^^Bingen-Perkpolder is tijdelijk uit de vaart
genomen.was het eerste wat Olaf tegen haar zei. Hij zag haar
^meteen toen hlj Tante Tilly binnenliep. Ze zat aan de bar. In haar
eentje. Achtl^en biertje. Sigaret in haar hand. Een nogal stevige
hand, vond Olaf. Zoals ze helemaal aan de potige kant was. Struis,
kloek, hem schoten tal van omschrijvingen te binnen. Maar wel
heel aantrekkelijk. Olaf hield van grote, forse vrouwen. Brigitte
Nielsen, Geena Davis, Karin Bloemen, Grace Jones, dat werk.
Tegen de één negentig, schatte hij haar, hoewel dat moeilijk te
doen was omdat ze op een kruk zat. Hij telde twee stevige benen,
die onder haar halflange zwarte rokje uitstaken en waarvan de
voeten die door zwarte pumps werden omsloten gekruist rustten
op de barstang. Ze droeg een witte polo, haar zwarte leren jasje
lag onder haar billen, geroutineerd gedrapeerd over de kruk,
zodat hij kon zien dat ze niet voor het eerst in een kroeg was. Haar
armen konden van een Olympische zwemkampioene zijn, lang en
gespierd, hij wou dat hij ze had. Haar haar was kastanjebruin en
glansde in het van buiten komende late middaglicht. Over haar
gezicht en borsten had hij nog geen oordeel; nog maar net binnen
en hemelsbreed zeven meter en schuin achter haar, kon hij dat
ook onmogelijk hebben. Maar voor de rest, hier zat iemand om
wie niemand heen kon. Nu waren dat er trouwens nog maar
weinig geweest vandaag; behalve de bardoelman en twee van een
advocaatje met slagroom snoepende dames op leeftijd aan een
tafeltje bij het raam was er in het hele café geen kip.
Ze draaide zich om en lachte een wolkje rook. 'De mist zal spoedig
verdwijnen,' voegde Olaf er meteen aan toe en tenniste de rook
weg. Nu lachte ze voluit en informeerde met een prachtige
bronzen stem: 'Gaat het wel helemaal goed met je, Pelleboer?'
'Ach, je moet wat,' haalde Olaf de schouders op. 'Ik had ook
kunnen zeggen: ken ik jou niet ergens van? Of: is deze kruk nog
vrij. Of: wat doet zo'n heerlijk wijf als jij hier helemaal alleen in de
kroeg? Maar dan zou je mij hebben vermoord. En nu leef ik nog
en ben al aardig op weg om je te versieren. Biertje?'
'Ja, doe nog maar eentje. Trouwens, ik laat me nooit versieren; ik
versier zelf.' Weer die lach. En weer die stem. Een prachtig
donkerbruin timbre, met een randje hees. Shirley Bassey met een
octaafje Frederique Spigt. Wat had ze trouwens een bijzonder
gezicht. Beetje grof, beetje plooitjes, nauwelijks make-up, heel
bijzonder. Met een paar onvoorstelbare lippen. Lekker vol,
misschien wel opgespoten, maar dat vindt geen enkele man een
probleem, vuurrood gestift en voortdurend een klein uitnodigend
stukje open, zoals Amerikaanse stagiaires dat doen als ze trek
hebben in een sigaartje. Olaf kreeg het er warm van. En toen hij
een sneaky blik op haar borsten had geworpen, brak het zweet
hem helemaal aan alle kanten uit. Wat een jongens! Zo
geprononceerd en strak! En wat een verpakking! De witte polo
bleek toch niet helemaal wit te zijn. Op de linkerborst pronkte
heel ingetogen het Ajax-logo. Hier was sprake van de perfecte
combinatie: een plaatje van een vrouw die zich identificeerde met