Frans Vlietman (links
naast de paal) tackelt
in een wedstrijd van
Ajax 3 in de Meer.
Foto: Ajax
ik als amateur deed. Ik kreeg nu wel
betaald, maar dat maakte me niet zoveel
uit. Zoveel was het ook niet: 150 gulden
voor een zege, honderd gulden voor een
gelijkspel en een tientje bij een nederlaag.
En iedere keer als je ging trainen, ontving
je 7,50. Maar die prikkel had ik niet nodig.
Ik ging iedere keer, vier keer in de week,
trainen.'
Een van die trainingen werd Vlietman
noodlottig. 'Ik liep er een meniscusblessure
op en toen was het voor mij eigenlijk
afgelopen bij Ajax. Ik heb nog wel
gerevalideerd, onder Vic Buckingham. Ik
moest een loden schoen aan van ruim
zeven kilo. En dan moest ik alleen maar
buigen en strekken.'
Zijn comeback verliep matig. 'Als ik
zondags een wedstrijd had gespeeld, had ik
uren later een dikke knie. Pas op dinsdag
was die verdwenen. Ik ben nooit meer op
mijn oude niveau teruggekomen. Dat was
het lullige van de hele zaak.'
Vlietman praat omzichtig over deze
periode. Er zit hem duidelijk nog iets
dwars. Pas als in een ander verband de
naam Co Prins valt, wil hij nog even iets
kwijt: 'Ik heb die meniscus door toedoen
van Prins opgelopen, je moet weten: Co
Prins, Sjakie Swart en Bennie Muller waren
drie gabbers. Ze waren altijd te laat op de
training. Wij waren al bezig en daar
kwamen de heren op hun scootertjes
aanzetten. Buckingham had al een paar
keer tegen ze gezegd dat dat afgelopen
moest zijn. Ze trokken zich er niets van
Ajax 2. Staand vanaf
links: Wim van der
Werf, Jan Severijns,
John Schaap, Donald
Feldmann, Wim
Anderiesen, Frans
Vlietman, Wim
Bruynesteyn. Gehurkt:
Peet Petersen, Guus
van Ham, Jan Fransz,
Karei Vesters, Ad
Visser.
Foto: Jan Mud
meemaakte was Jany van der Veen. 'Daar
gingen we vaak op visite; hij woonde in
Betondorp, tegenover het Ajax-stadion.
Zaterdagavond, de dag voor de wedstrijd,
hadden we bij hem thuis bespreking. Dat
was leuk. Veel mensen vonden Van der
Veen een strenge trainer, maar daar was ik
het niet mee eens. Als je gewoon voor
honderd procent je best deed, was er niks
aan de hand. Ik deed altijd mijn best, dat
was voor mij gewoon. Ik kon een man
uitschakelen en bovendien was ik
razendsnel. Van mijn snelheid moest ik het
hebben. Bij Blauw Wit had ik in de
zomerperiodes nog acht jaar aan atletiek
gedaan, onder leiding van de beroemde
Chris Berger. Daar profiteerde ik van.'
Ook aan de Engelsman Buckingham
bewaart Vlietman goede herinneringen.
'Dat was een vreselijk fijne man. Hij was
doeltreffend in zijn bewoordingen. Als je
niet je best had gedaan, nam hij je apart.
Persoonlijke kritiek uitte hij nooit in de
groep. Je was als voetballer altijd voor
verbetering vatbaar, hoewel ik nooit bij
hem heb hoeven komen.'
Meniscus
Na zijn eerste seizoen bij Ajax kreeg
Vlietman een contract aangeboden. 'Dat
vond ik wel leuk, maar meer ook niet. Als
semiprof speelde ik op dezelfde manier als
AJAX MAGAZINE FEBRÜARI 2001 153