KATERN
's Lands wijs, 's lands eer. Suurbier en
Meulensteen weten dat je, om in Qatar te
kunnen werken, de mensen en de cultuur
als gegeven dient te accepteren. Suurbier:
'In dit land moet je willen én kunnen
werken. Met vloeken en kwaad worden
schiet je niets op. Dat is zonde van de
energie, dus proberen we het op een andere
manier.' Zo is de belangrijkste man bij Al
Sadd sjeik Tamim. Hij werd onlangs
verantwoordelijk voor het Olympisch
Comité in Qatar, waar in 2006 de Aziatische
Spelen plaatsvinden. Bij wedstrijden zit de
sjeik naast Meulensteen in de dug-out;
Wim Suurbier zit op de tribune.
Voorafgaand aan de training houdt de sjeik
een praatje tegenover de spelersgroep.
Meulensteen en Suurbier houden zich op
zo'n moment bewust afzijdig. Meulensteen:
'Je moet de mensen hier zelf laten vertellen
wat belangrijk is in het voetbal. Op basis
van tekortkomingen, die wij op papier en
video tonen, willen we hen zelf laten
aangeven wat er ontbreekt. Dat is dan een
hele waslijst, maar het management pikt dat
dan op en ondersteunt zo automatisch onze
doelstellingen. En die zijn gericht op
verbetering van de kwaliteit. Een ander
punt is dat je hier niet rechtstreeks op de
man kunt spelen. Daar houden ze niet van.
Als ik een speler direct vertel wat er allemaal
misging, stort hij mentaal in elkaar. Ik
vertel alles in algemene termen tegen de
hele groep. Je kunt niet te persoonlijk
worden. Ik confronteer de spelers met de
feiten en probeer ze houvast te geven.'
Honderd vliegtickets
Naast traditionele sporten als het racen met
kamelen, jagen met valken en paardenraces
door de woestijn is voetbal volkssport
nummer 1. Op de Qatarse tv-zenders is
altijd wel een voetbalwedstrijd te zien en in
de kranten staan dagelijks verslagen van
voornamelijk Engelse wedstrijden. Aan het
eind van het seizoen komt er steeds meer
publiek naar de voetbalstadions.
Meulensteen: 'Het venijn zit hier in de
staart van de competitie. Tijdens de play
offs voor het kampioenschap zitten de
stadions bomvol. Worden er onder het
publiek zes auto's, tachtig televisies en
honderd vliegtickets verloot. De sfeer
tijdens de finale is dan echt uniek.'
Toch leeft de voetbalsport niet als in
Europa. Het nationale elftal brengt geen
grote helden voort, daar is het land
eenvoudigweg te klein voor. Meulensteen:
'Van de 600.000 inwoners zijn er 100.000
echte Qatarezen. De rest bestaat uit
Soedanezen, Irakezen, Pakistani, noem
maar op. De meesten van hen hebben een
Qatars paspoort en kunnen dus wel in het
nationale elftal spelen, maar wat je uit zo'n
bevolkingsaantal overhoudt aan jongens,
aan potentiële voetballers dus, is veel te
weinig om te komen tot een behoorlijk
nationaal elftal.'
Het Nederlandse fundament, begin jaren
negentig gelegd door Coerver en zijn
assistent, is door de Qatarezen niet benut
om een mooi gestructureerd voetbalhuis op
te bouwen. Meulensteen: 'Er zijn negen
clubs in de hoogste afdeling en acht tweede-
divisieclubs. Per club hebben Coerver en ik
bepaald dat ze, in iedere leeftijdsgroep, 25
spelertjes moesten hebben. Dat is aardig
gelukt. Alleen, ze hebben het programma
van Coerver en mij niet verder uitgevoerd.
Dat is heel jammer. De jeugd wordt niet
meer gestimuleerd om te gaan voetballen.
Ik ben zelfs bij de tweede man van het land,
kroonprins Yassim geweest. In mijn rapport
stond precies hoe ze het jeugdvoetbal op
niveau konden houden. Niets aan doen,
gewoon uitvoeren. Het was net een oude
auto; met nieuwe wielen en een grote beurt
loopt-ie weer. Maar ze willen het wiel weer
opnieuw uitvinden.'
Pareltje
Natuurlijk is er altijd één uitzondering die
de regel bevestigt, één pareltje uit de
Perzische Golf met net iets meer glans en
waarde. Hussain Yasser is een talentje dat
bij Ajax op proef kwam. Meulensteen: 'Een
spelertje viel mij op. Een type vergelijkbaar
met Vanenburg, Olsen of Zola. Na heel veel
geregel kon hij één week naar Amsterdam
komen, directeur opleidingen Hans
Westerhof knoopte er nog een week aan
vast. Hij liet een uitstekende indruk achter
en onderscheidde zich vooral in de één-
tegen-één duels. Het is ook nog een goed
joch met een mooi karakter. Het enige wat
ik wil, is die jongen een kans geven. Hij is te
goed voor hier. Omdat hij van buiten de EG
komt levert dat problemen op. Daarnaast
zagen de sjeiks de interesse van Ajax en
dachten: met Yasser kunnen we geld
verdienen. Uiteindelijk is hij de dupe. Dat is
typerend. Geen enkele speler afkomstig uit
Saoedi-Arabië, Bahrein, Qatar of de
Emiraten zal het ooit maken in een
Europese competitie.'
1Een eeuwenoud
Qatars beeld:
nomaden op
dromedarissen.
2. In Nederland
zijn het meestal
herten, maar in
Qatar kunnen
overstekende
dromedarissen
voor
verkeersproblemen
zorgen.
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 2001
123