kunt er geschokt door zijn. "Ze kunnen
niet blozen," wordt gezegd. Dat kan een
nare indruk maken. Aan de andere kant,
de talenten mogen gewoon niet ouder dan
15 zijn en bij de Ghanezen is de leeftijd
moeilijk na te gaan. Geboortecertificaten
zijn vervalst, of ze weten de datum gewoon
niet. Daarom is er een dokter bij gehaald
die is gespecialiseerd in bottenstructuur.
Een enkeling krijgt een duw als hij afvalt.
Zelf hebben die jongens er geen moeite
mee. Er is gesproken over "neo
kolonialisme" en "moderne slavernij", dat
zijn ééndimensionale termen, nou, ik vind
dat je moet proberen er met meer nuance
naar te kijken. Ik huil niet mee met de
wolven in het bos.'
Toch is dit wat gebeurt als je 'laat zien', en
weliswaar interpreteert, maar het oordeel
aan anderen laat. Kennelijk was dit het effect
van je registratie. Dat kun je niemand
kwalijk nemen.
'Ik neem het ook niemand kwalijk, ik
begrijp het allemaal wel. Ik vind het alleen
nodig er een nuancering tegenover te
zetten.'
Waarom heb je een dergelijke documentaire
over juist Ajax gemaakt, niet over Feyenoord
ofPSV?
'Een andere club dan Ajax was
Ook Nicky heeft problemen. Er
gaat een selectie van de Dl naar
Barcelona; vier spelertjes mogen
niet mee, onder wie Nicky.
Beelden van zijn gesloten gezicht,
en ook dat van Mohammed,
terwijl de onheilstijdingen over
hen heen komen, horen bij de
aangrijpendste van de film. De
illusie van een jong leven gaat
aan duigen. Onverbloemd maar
nooit onverschillig maken de jonge Ajax-
coaches duidelijk dat ze afvallers zijn.
Naast Mohammed zit met een doelloze
grijns zijn broer en naast de broer zit de
Arabische vader voor zich uit te kijken. Hij
begrijpt vermoedelijk alleen de
onderstromen.
Het kan niet anders, zo moet Ajax met zijn
jeugd omgaan, lijkt de boodschap. Ajax
heeft winnaars nodig, overlevers. We
volgen Virgil, Clint, Nordin, Ricardo,
Germaine, Adilio, Mitchell, Donovan,
Mohammed... en weinig van hen zullen
overleven. We zien ook - en horen aan de
namen - dat waar voetbal ooit een sport
was van de hogere sociale lagen, later
steeds meer van het volk, Ajax nu een club
is geworden van autochtone kinderen van
allochtone ouders.
Interpretatie
Maker en initiator Roel van Dalen (41) is
inmiddels een van de meest geïnterviewde
Nederlanders van het jaar 2000 geworden.
Bij navraag stemt hij ermee in dat de
documentaire niet alleen laat zien, ook
oordeelt. 'Natuurlijk. Iedere keuze houdt
een soort oordeel in. Ieder moment
waarop je de camera besluit aan of uit te
zetten, de wijze waarop je monteert. Aan
een opeenvolging van scènes ontleen je
zeggingskracht en daarmee interpreteer je.
Ik geloof toch niet dat ik echt een oordeel
heb over wat ik laat zien. Wat je ziet is mijn
interpretatie, zo zou ik het willen noemen.
Een echt oordeel moet iedereen zich zelf
maar vormen.'
Er zijn veel reacties geweest op de beelden die
in Ghana zijn opgenomen. De wijze waar
drie Ajax-vertegenwoordigers en een dokter
omsprongen met de jonge Ghanezen is hier
en daar als schokkend ervaren.
'Zelf zie ik dat niet zo. Maar natuurlijk, je
ondenkbaar. Bij PSV of Feyenoord een
jaar rondlopen? Ik had er niet aan moeten
denken. Wat had ik er moeten doen? Die
clubs interesseren me niet. Mijn leven
lang ben ik al Ajax-fan. Met dit project is
een jongensdroom in vervulling gegaan.'
Ben je in de loop van het opnamejaar van
mening veranderd over Ajax?
'Nee, want ik had geen
vooropgezet idee. Ik heb nooit
zoveel vooroordelen. Mijn
projecten ga ik "blanco" in.
Aan het begin van het seizoen
1999-2000 zag het er hoopvol
uit voor Ajax; als er een
vooropgezet beeld was, dan
dat. Laudrup was gekomen,
Machlas werd aangekocht. Dat
Ajax een verzakelijkt bedrijf
was, wist ik al. Over die
verzakelijking heb ik geen
oordeel. Als je mee wilt doen in het
profvoetbal, moet je immers wel iets doen
met geld. Dan moet je je jeugdopleiding
aanpakken zoals Ajax doet, dan moet je
aan waardeverlies of -winst denken, aan de
balans en aan de aandeelhouders.'
Aan welke mensen bij Ajax heb je voor je
project het meest te danken?
'David Endt was een supporter van het
project. Hij heeft veel bemiddelingswerk
gedaan. Zo ook Jaap Ellerbroek, toen een
van de vijf bestuursleden van Ajax.
Daarnaast heb ik veel te danken aan Ton
Pronk en zijn zoon Robin en aan Maarten
Stekelenburg.'
Hoe was het om - op 27 november - het
uiteindelijke resultaat aan de mensen die
erin optraden zelf te presenteren?
'Ik was enorm zenuwachtig, maar het is erg
meegevallen. Het is altijd kwetsbaar naar
buiten te komen met je werk naar het
onderwerp toe. Mensen hebben heel lang
een camera in hun buurt verdragen. Nooit
hebben ze iets gezien. Hoe langer het
uitblijft, hoe onzekerder iedereen wordt.
Maar veel betrokkenen, ook spelers zoals
Witschge, Chivu en Grim, lieten zich
waarderend uit. Jan Wouters was er ook,
dat vond ik klasse. Hij is immers op een
andere manier hoofdpersoon geworden
dan vooraf gedacht. Hij is enorm
AJAX MAGAZINE JANUARI 2001