Documentaire over Ajax
Engelen zijn niet sterfelijk - ze zijn als Johan Neeskens, ze gaan altijd door. Toch,
in het jubileumjaar van Ajax, het seizoen 1999-2000, verging de engelen het
zingen. Het 'Ajax! Ajax!' verstomde. Documentairemaker Roel van Dalen was er
met de camera bij. Zijn film werd voor het eerst gepresenteerd op het
International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA), afgelopen november.
door Jan Hof
foto's ID&Dtv
Hoe de engelen
het zingen verging
Maart 2000. Ajax speelt de
jubileumwedstrijd voor het 100-jarig
bestaan in de Arena tegen FC Twente. De
spelers dragen shirts en broeken naar de
mode van 1900, zonder réclame. Hatelijke
koren klinken van de tribune; 'Wouters rot
op!' Na het eindsignaal - de wedstrijd gaat
verloren - staat Jan Wouters op, de camera
volgt hem van dichtbij. Hij dribbelt het
trapje af naar de betonnen greppel, wat een
haast, wat een drift. Hij moet ergens zijn,
zoveel lijkt duidelijk. Hij loop een gang
door, een hoekje om, de mensen terzijde
letten nauwelijks op hem. Dan gaat hij een
kantoor in. Het is nagenoeg stil, het geluid
van de massa klinkt nog flauw. Wouters
staat opeens stil. Alles verstilt. Hij doet zijn
jasje uit. Verschuift een stoel. Kijkt naar de
grond. Dit was de plaats waar hij wilde
zijn... en daar was volstrekt niets.
Dit is de definitieve mislukking van Jan
Wouters. Het overbodige aanschuiven van
een stoel. De stilte. Hij kijkt om naar de
camera. Aarzelt. Komt dan naar de
deuropening; beschaafd en
verontschuldigend mompelt hij: 'Ik doe 'm
even dicht, ja?'
De beleidsmakers van Ajax dachten aan
glorie en feest en in het 100ste bestaansjaar
werkten zij mee aan de wording van de
documentaire. De deuren gingen open
voor Roel van Dalen, zijn cameraman
Mark Bakker en geluidsman Kees de
Groot, die mochten bijwonen wat maar
heel weinigen vergund is bij te wonen: dat
wat zich bij de wereldberoemde
proforganisatie binnenskamers afspeelt.
Reacties in de kleedkamer pal na een
wedstrijd, die warempel doen denken aan
gewone emoties van gewone jongens;
vergaderingen van bestuurslid Arie van Os
met Jan Wouters en Danny Blind over
spelersbeleid; de dagelijkse werkelijkheid
van het trainingskamp compleet met
computerspelletjes spelende, achterover in
een hotelbed liggende, doelloos zappende
topvoetballers; glorie en vooral - leed
onder de jongste jeugd; en nog veel meer.
Doordat uitgerekend dit 100ste seizoen een
rampjaar werd, is de film de weerslag
geworden van een onthutsende maar niet
te loochenen werkelijkheid. Iedereen die
Ajax liefheeft of haat, zelfs wie Ajax
onverschillig laat, zal zich bij de beelden
niet vervelen. Het is namelijk meer dan een
film over Ajax en over modern, verzakelijkt
topvoetbal. Het gaat over mensen, over
tegenslag, over beleving.
Een propagandafilm werd het al met al dus
allerminst. Die zou ook totaal niet
interessant zijn geweest. Het schijnt dat
spelers, officials en beleidsmakers van Ajax
de waarde van wat het geworden is inzien.
Bij de eerste vertoning voor hen en
genodigden, op 27 november, was de
waardering breed. Het viel de kijkers mee:
er waren geruchten gegaan van schokkende
scènes, èn Ajax zou er maar slecht afkomen.
'Heb jij iets ergs gezien dan? Ik niet,' riep
Richard Witschge die avond naar een van
de aanwezige Ajax-coaches.
Wat de spelers, coaches en officials van Ajax
op het witte doek zagen, klopte met de
realiteit die zij zelf kennen. Waarom
zouden zij daar moeilijk over doen? Zij
weten, daarnaast, dat Roel van Dalen niet al
het materiaal heeft gebruikt. Hij heeft
mensen in bescherming genomen en te
pijnlijke scènes weggelaten. Ook spelers
voelen intuïtief dat een juist beeld van de
werkelijkheid waardevoller is dan
geflatteerde, jubelende flauwekul.
28
AJAX MAGAZINE JANUARI 2001