mmivmiKtm
'IKHE&NM 52INTERi-ANPS
INMIPPESAANVOERPER.
PAnsqaVEim MAAR
IEMKISANPERS'
het begin had niemand het idee dat er
binnen een paar jaar een elftal zou staan
dat de Champions League kon winnen.
Binnen een paar jaar waren voorheen
onbekende spelers als Van der Sar, Davids
en Kluivert opeens wereldsterren. Geduld
dus, pas over een tijdje zijn er resultaten
mogelijk. Ik begrijp dat men niet eeuwig
kan wachten op steeds weer nieuwe
talenten, maar als we nu een beetje de tijd
krijgen, kan er wat moois gebeuren.'
Nooit iets gewonnen
Toen Machlas werd gekocht van Vitesse
maakte de toenmalige voorzitter Aalbers er
een bepaald treurig schouwspel van. Hij
beweerde dat Arsenal op het laatste
moment 40 miljoen had geboden voor
Machlas, maar dat de Griek door Ajax zo
werd afgeschermd dat hem dat bericht
nooit heeft kunnen bereiken. Machlas zou
hierdoor een premie van 8 miljoen zijn
misgelopen doordat hij 20 procent van de
transfersom zou krijgen, waarbij hij nu
'maar' de helft kreeg doordat Ajax slechts
19 miljoen neertelde. Ajax' voorzitter Van
Praag belde de vice-voorzitter van Arsenal
David Dean om te checken of er waarheid
stak in de suggestie van Aalbers. Die
antwoordde ontkennend. 'Achterbaks'
vatte Van Praag de tactiek samen van zijn
toenmalige Arnhemse tegenvoeter. Aalbers
op zijn beurt schroomde niet te spreken
van 'mensenhandel'. Dit tot zeer grote
woede van het Amsterdamse kamp, hoewel
de term feitelijk juist prima past op
voetbaltransfers. Machlas houdt er niet van
om over zijn voormalige clubs te spreken.
Ook over OFI Kreta zwijgt hij liever. Hij
wil alleen kwijt dat hij goede herinneringen
bewaart aan de club waar hij zijn
bovenmatige kwaliteiten toonde aan de
Nederlandse trainer Géne Gerards, de man
die vijftien jaar succesvol was met OFI
Kreta maar inmiddels op een belachelijke
manier als scout is ontslagen bij diezelfde
club. Spijt heeft de Kretenzer van geen
enkele overstap. Na Vitesse koos Machlas
bewust voor Ajax. En ook na dat
dramatische eerste seizoen bij Ajax is er
van spijt geen sprake.
Machlas: 'Vitesse was mooi. Ik had er nog
jaren met veel plezier kunnen voetballen
en doelpunten kunnen maken. Maar je kan
van Vitesse niet verwachten dat de club
ooit iets in de Champions League kan
bereiken. Bij Ajax heb ik dat idee wel. Dat
was de gedachte die mij naar Amsterdam
bracht. En daar komt nog bij dat het altijd
een droom van me is geweest om hier te
spelen. Maar als iemand me zes jaar
geleden zou hebben gezegd dat ik ooit bij
Ajax in de spits zou staan, zou ik heel hard
hebben gelachen. Nu is het zo. Misschien
gaat het nu allemaal niet zoals we zouden
willen en kan je moeilijk volhouden dat
Ajax een topclub is. Zeker als je je laat
uitschakelen door Lausanne zegt dat
genoeg. Maar toen ik voor het eerst hoorde
dat Ajax mij wilde kopen, dacht ik aan
Ajax als een van de beste clubs van de
wereld. In ieder geval in historisch opzicht.
Dat je daar ooit mag spelen, als Griekse
spits, is gewoon een eer. En zo voel ik het
nog, ondanks dat vorig jaar de blijdschap
niet zo lang kon standhouden. Nu heb ik
het gevoel dat ik met deze ploeg aan het
begin sta van een mooie periode. Ik wil
prijzen winnen. Ik heb tot nu toe geen
slechte carrière, maar ik heb nog nooit iets
gewonnen. Nog nooit. En dat kan gewoon
niet.'
Onheilsprofeten
Of Ajax een gelukkige keuze blijkt om de
honger naar prijzen te stillen, is vooralsnog
de vraag. Voorlopig zijn er slechts vage
contouren waar te nemen die zouden
kunnen duiden op een revival. En volgens
de laatste mode is succes in de Champions
League al helemaal uit den boze voor een
Nederlandse club. We zouden te ver
achterop zijn geraakt bij andere, en
financieel daadkrachtiger traditionele
grootmachten. Alsof het grootkapitaal van
Inter, Milan of Barcelona zoveel rendement
heeft opgeleverd. Alsof Ajax niet Europa's
beste werd in een era waarin hetzelfde werd
beweerd. In Nederland lopen de spelers
voor- en het niveau achteruit, zo brallen de
onheilsprofeten. Om over een paar jaar
weer vast te stellen dat ze de Nederlandse
successen op de Europese podia altijd al
hebben voorzien.
Machlas kan zich ook richten op de
nationale ploeg van Griekenland om prijzen
mee te winnen. Maar statistisch gezien is die
kans nog kleiner dan met Ajax.
Machlas: 'Spelen voor het nationale team is
totaal verschillend van spelen voor Ajax. Ik
ben altijd zeer trots dat ik voor Griekenland
mag uitkomen. Het mooiste is om als
international succes te hebben. Je land gaat
altijd voor. Dat gevoel heb ik nog iedere
keer als ik word geselecteerd. Ik heb nu 52
interlands gespeeld en ik ben inmiddels
aanvoerder. Dat is geweldig. Maar leuk is
anders. Een eindronde halen zou ook
weieens prettig zijn. En de manier van
spelen zou ook leuker kunnen. Soms
vergeet ik dat de nationale ploeg heel anders
voetbalt dan Ajax. Hier houdt men van één
keer raken en mooie combinaties. In
Griekenland zien ze liever alleen maar acties
en lange dribbels. Druk op de verdediging
van de tegenstander zetten is totaal
onbekend. Laatst nog, ik dacht dat we
hadden afgesproken dat we pressie zou
spelen. Dus ik begin te rennen en te jagen.
Kijk ik om me heen... niemand! Ze keken
me aan of ik niet helemaal lekker was.
"Waar ga jij naartoe," vroegen ze. Toen ben
ik er ook maar mee opgehouden. Bij Ajax
AJAX MAGAZINE JANUARI 2001