'Mijn oordelen over spelers
zijn louter gebaseerd op wat
ik lees en eromheen
fantaseer'
zich. De jaren zeventig, toch een hausse op
voetbalgebied in Amsterdam, zijn vrijwel
aan me voorbijgegaan. 'Eigenlijk is mijn
werkelijke liefde voor voetbal nog later
gekomen, toen mijn zoon inmiddels op de
middelbare school zat. We keken samen op
tv naar belangrijke wedstrijden, waarbij hij
me intussen van alles uitlegde. Toen ben ik
er werkelijk door gegrepen en er meer over
gaan lezen. Mijn zoon stopte met voetbal
toen hij veertien jaar was. Het werd op die
leeftijd opeens allemaal veel fanatieker en
gevaarlijker. Het leuke is dat hij later in zijn
studietijd met hetzelfde elftal als indertijd
bij JOS een vriendenelftal heeft opgericht,
met wie hij nu nog steeds samen speelt. Ze
zijn nu officieel RAP 11 en spelen met dat
team alweer acht jaar samen. Heel leuk, het
is hetzelfde groepje als in de kleutertijd. Ja,
ook daar ga ik nog weieens kijken. Ik moet
trouwens toegeven dat ik het meest naar
mijn zoon kijk en niet daar de wedstrijd als
geheel.
'Voordat ik voor het voetbal viel, stond ik er
vrij onverschillig tegenover. Ik was vroeger
nooit goed in sport, vond het zelfs een
beetje eng. Het was niet mijn gebied, ik had
er geen verstand van. Ik vond het ook een
beetje modieus gedoe, zeker toen plotseling
al die intellectuelen in voetbal
geïnteresseerd begonnen te raken. Maar het
rare is dat ik inmiddels in dezelfde positie
zit en nu vind ik het wel leuk. Ik ben
opgegroeid in Delft en onze sigarenboer,
Piet de Vries, was linksbuiten van Sparta.
Als ik bij hem tabak haalde voor mijn
vader, voerde ik hele gesprekken met hem
over zijn liefde voor voetbal. Zo herinner ik
mij nog goed dat hij na het weekeinde moe
was, maar op woensdag kreeg hij altijd
honger naar de bal. Ik geloof dat hij in die
tijd op de brommer naar Sparta reed. Ik
had kennelijk al vrij vroeg in mijn leven een
raakvlak met voetbal.'
Feyenoord als het leven zelf
'Ik word weieens uitgenodigd voor het
bijwonen van een wedstrijd, maar ga niet zo
vaak. Ik kijk veel thuis. Studio Sport op
zondag is vaste prik en teletekst staat
overdag aan voor de tussenstanden. En als
ik in de auto zit, luister ik naar Langs de
Lijn. Waar mijn liefde voor Feyenoord
vandaan komt? Ik denk dat het door de
werklust komt. Laat ik vooropstellen dat ik
er ook nu nog niet veel verstand van heb.
Volgens mij heeft voetbal veel met vechten
en agressie te maken. Het is ook niet voor
niets dat Michels ooit zei dat voetbal
oorlog is. Dat is een diepe waarheid. Nou,
als het dan toch vechten is, doe het dan
maar goed. Het militaire voetbal van
Feyenoord vind ik veel realistischer dan het
elegante voetbal van Ajax. Een ander aspect
is het verliezen. Ik vind het wel leuk als iets
altijd mislukt en wat dat betreft zit ik bij
Feyenoord goed. Want die enkele keer dat
het wel lukt, leidt dat meteen tot
ongekende blijdschap en vreugde. Het
kenmerkende van het echte
Feyenoordgevoel is dat je je de hele dag
verheugt op een wedstrijd, gespannen gaat
zitten en na drie minuten al ziet dat het
helemaal verkeerd zal gaan. Feyenoord is
als het leven zelf. In de tijd van Louis van
Gaal verloor Feyenoord altijd van Ajax,
meestal met ruime cijfers. Maar ik bleef
hopen en dacht alleen maar: wacht maar.
Mijn zoon is trouwens voor Ajax, net als de
rest van mijn gezin. Iedereen heeft hier een
seizoenkaart. Gelukkig geeft het geen
problemen, ze accepteren dat mijn liefde
elders ligt.
'Ik kan voetbal heel intens beleven. Zeker
als ik in het stadion ben en dan vooral in
de Kuip, dat ik een prachtig stadion vind.
In zo'n sfeer word ik meegesleept. Thuis
bekijk ik een wedstrijd met meer afstand
en zit ik lekker te schelden wanneer er iets
misgaat. In het stadion ben ik veel
positiever, ook over alle mislukte acties.
Dit jaar is voor mij vrij merkwaardig, een
beetje a-typisch. Feyenoord speelt mooi
voetbal en staat ook nog eens bovenaan.
Daar moet ik nog aan wennen. Ik denk dat
het aan de trainer ligt, Van Marwijk is
volgens mij een goeie. Een paar jaar
geleden konden ze elkaar de bal helemaal
niet toespelen, maar nu lukt dat opeens,
zonder te missen. Ik geniet daarvan, maar
herhaal het nog maar eens: het is
a-typisch.'
De val van Ajax
'Ik moet eerlijk toegeven dat ik daar een
soort leedvermaak over heb. Dat hele
gedoe met de gang naar de beurs getuigt
toch van kapsones. Ik heb op dit moment
overigens weinig tegen Ajax, maar had dat
wel in de periode onder Van Gaal. Dat
gedril stond me tegen. Toch ben ik daar
recentelijk anders over gaan denken. In het
nieuwe voetbalblad Johan las ik een stukje
van Auke Kok. Hij schreef dat hij nog
nooit een speler had gesproken die negatief
over Van Gaal had geoordeeld na onder
hem gewerkt te hebben. Van Gaal kan dus
kennelijk op een buitenstaander een
afschuwelijke indruk maken, maar heeft
ondertussen op al zijn spelers een heel
betrokken en vriendelijke invloed. Dat
heeft me aan het denken gezet. Overigens
moet ik opmerken dat het Nederlands
elftal, waar ik een groot fan van ben,
voorlopig niet meer van mij hoeft. Ik ben
al sinds het EK zeer teleurgesteld.
Ongelooflijk dat ze niet de discipline
hebben kunnen opbrengen om op
strafschoppen te trainen, terwijl dat
helemaal niet moeilijk is.
'Ik denk dat Ajax de zogenaamde
onmogelijke maatregelen moet nemen om
er weer helemaal bovenop te komen. De
AJAXMAGAZINE JANUARI 2001
167