anpersöm niet 'PB ML VGNP ME VAAK NlETMRPld. IKHI&PWEL VANPEML. maar aan mijn knie gaf mij ook de mogelijkheid om mijn hoofd helemaal leeg te maken. Ik kon rusten, zo lang dat ik echt weer heel veel zin kreeg om te voetballen. Het was ook fijn om zo lang in mijn eigen land te kunnen zijn. Sinds ik vertrokken ben naar Nederland was ik niet meer zo lang thuis. Op Kreta zag ik mijn familie en mijn vrienden. Ik kon af en toe uit; het was prachtig weer. Ik was er bijna vier maanden. In Griekenland ben ik een god. Dat is mooi. De mensen zijn vriendelijk en hebben bewondering voor het feit dat ik bij het grote Ajax speel. Ze weten heus wel dat het nu minder goed gaat, maar de naam van Ajax is onnoemelijk groot. Ik was weer helemaal opgeladen toen ik terugkwam. En nu kan ik weer van het voetbal genieten. Zo was het niet in het eerste jaar bij Ajax. De druk was toen veel te groot. Op het team en op mij. Dat had toen bij mij tot gevolg dat ik erg negatief ging denken. En dan is het alleen nog maar moeilijker om erbovenop te komen. Die blessure is natuurlijk niet iets waarop je zit te wachten, maar misschien kwam het nog helemaal niet zo slecht uit. Ik moest echt even los komen van alles wat met het voetbal te maken heeft. Er waren zoveel problemen... En de omstandigheden waren bij Ajax ook zo anders dan bij Vitesse. De druk is daar toch lang niet zo groot. We speelden lekker; ik speelde lekker; scoorde goals; allemaal leuk en aardig. Het leven bij Ajax was veel minder eenvoudig. En toch was het de juiste keuze voor mij om naar Ajax te komen. Als je je als voetballer wilt ontwikkelen, moet je naar het hoogste streven. Ajax is een topclub, dus moest ik daarheen. Alleen was de timing niet zo gelukkig. Het ging bergafwaarts met de club terwijl ik hier kwam met heel veel mooie dromen. Ik zag ook niet waarom het niet ook bij Ajax zou lukken. Het ging dus anders. Ik was niet in vorm en hetzelfde gold voor de ploeg. Ik kon de ploeg net zo min helpen als andersom. We kwamen niet over dat punt heen. 'Dit jaar besloot ik dat het anders moest. Ik moest vrij zijn in mijn hoofd. Ik wilde niet meer aan scoren denken. Het is veel beter als je gewoon goed probeert te spelen, in elk opzicht. Het scoren komt dan vanzelf wel, dacht ik. Tot nu toe werkt dat. Ik heb inmiddels gemerkt dat ik ook goed kan spelen zonder te scoren. Het is een nieuwe ervaring voor me: geen doelpunt maken en toch tevreden het veld aflopen. Het enige belangrijke is winnen. Vroeger kwam ik waarschijnlijk op de eerste plaats en dan pas het team. Nu is dat andersom. Maar als ik eerlijk ben moet ik wel toegeven dat ik altijd graag de man ben die de doelpunten maakt. Daarvoor ben je spits.' Psycho-hobbyisme Zelfvertrouwen lijkt een eerste vereiste bij iemand die wordt geacht doelpunten te maken. De openbare zelftuchtiging waarin Machlas zich vorig seizoen in toenemende mate verloor na het missen van opgelegde kansen, deden iedereen beseffen dat er voorzichtig met hem moest worden omgegaan. Jan Wouters moest telkens inschatten hoeveel schade een wissel zou uitrichten, afgezet tegen de schade die werd aangericht door Machlas te laten staan. Het verdriet en de woede van de wegbenende spits leken de zaak steeds onoplosbaarder te maken. Maar te verwijten viel het Wouters nauwelijks, hoewel de wisselbeurt in de eerste helft tegen het Slowaakse Dukla Banska slecht viel. De Telegraaf sprak van 'de ultieme vernedering'. Het voetbal is het toneel van de psychologie van de koude grond. Hoe kon het toch dat iemand die er in het seizoen 1997-1998 nog 34 voor Vitesse inschoot, nu een leeg doel nog niet kon vinden? Aanvankelijk volstonden aanpassingsproblemen aan het Ajax- systeem als reden. Waar Machlas bij Vitesse alleen maar hoefde te scoren, moest hij bij Ajax ook, en juist, meevoetballen. Maar na verloop van tijd besloten de psycho- hobbyisten dat er meer aan de hand moest zijn, en dat scoren toch kennelijk vooral een mentale kwestie was. Machlas: 'Je moet het in je hebben. Dat ten eerste. Je wordt geboren met het talent om te scoren. Of niet, en dan word je geen spits. De goalgetters zijn niet zo dik gezaaid. Dat is ook de reden dat er zo veel geld wordt betaald voor voetballers die wel het vermogen hebben. Dergelijke spelers zijn belangrijk. Logisch, want voetbal is in de eerste plaats de bal die tegen het net moet. Goed voetballen is leuk, maar winnen is het enige wat echt telt. De trainer zei het laatst nog, na de wedstrijd tegen NEC. We hadden een record gebroken: 68% balbezit en 500 keer overgespeeld. Maar zonder winst koop je er niets voor. Totaal onbelangrijk is het eigenlijk als het 0-0 blijft. Je moet scoren. En dat is in zoverre mentaal, dat je je er wel op een bepaalde manier op moet richten; vooraf en in de wedstrijd. Het heeft met concentratie te maken. Als het in je hoofd niet goed zit, krijg je geen doelpunten uit je voeten.' Maar de negatieve gedachten leken soms te hevig. Je was zo meedogenloos kwaad op jezelf Machlas: 'Dat lijkt maar zo. Het heeft met het moment te maken. Soms wil je zo graag scoren en lukt het steeds maar niet. Dat is weieens moeilijk te accepteren. Maar een moment na mijn woede of teleurstelling ben ik het over het algemeen wel weer kwijt. Als je erover blijft tobben, mis je ook de volgende kans. Het kan op zoveel manieren net mis gaan. Dat je hem net niet goed raakt; dat je de verkeerde keuze maakt; schiet als je nog door kunt lopen; een pass AJAX MAGAZINE JANUARI 2001

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2001 | | pagina 15