bepalen de spelers en de mensen met wie je
heel nauw samenwerkt. Het oordeel van de
elftalleiders, de medische staf en collega
trainers uit mijn directe omgeving is voor
mij het belangrijkst. Zij zijn de enigen die
werkelijk een goed beeld van mij kunnen
schetsen. Ik kan wat dat betreft met een
geweldig gevoel terugkijken. Het
clubbelang en de ontwikkeling van de
jonge talenten van Ajax hebben altijd
voorop gestaan. De mening van
omstanders die van afstand oordelen, vind
ik niet belangrijk.'
Wel kan hij aangeven wat eigenschappen
zijn die hem als trainer typeren: 'De
betrokkenheid bij het team typeert mij. Ik
denk dat ik een menselijke coach ben.
Iemand die zich naar zijn spelers toe
voordoet zoals hij zich voelt, het oog voor
detail in de loop der jaren heeft ontwikkeld
en zijn spelers op een gestructureerde
manier het voetbalspel bij probeert te
brengen. Om de wedstrijd vanaf de bank
goed te kunnen observeren is het van
belang emoties zoveel mogelijk onder
controle te houden. Erg juicherig ben ik
tijdens een wedstrijd niet.'
Tussen het trainen van D-junioren en van
jonge fullprofs die toewerken naar de stap
naar het eerste elftal, lijkt een wereld van
verschil te zitten. Het typeert Olde
Riekerinks visie op het trainerschap dat hij
toch nadrukkelijk ook overeenkomsten
ziet. 'De kern van coachen is beïnvloeden.
Bepaalde facetten van het voetbalspel
blijven hetzelfde: het samenspel, de
omgang met ruimtes, het zien van
oplossingen, samen verdedigen. De Dl
speelt elf tegen elf en het eerste elftal ook.
Elk niveau vraagt echter wel om een eigen
manier van beïnvloeden. Bij de jongste
jeugd ligt de nadruk op techniek, terwijl
het accent bij het eerste voornamelijk op
de tactiek ligt. Het verschil zit
voornamelijk in de communicatie en de
eisen die je aan een elftal mag stellen. Je
moet je in alle facetten aanpassen aan het
ontwikkelingsniveau.
Een bijzondere, voor velen onvermoede
kwaliteit van de soms wat koel en
ongenaakbaar lijkende Olde Riekerink
kwam aan het licht bij de uitvoering van de
Ajax-musivue 'n Juichtoon davre langs de
velden in april van dit jaar. De trainer
toonde zich een echte clubman en nam in
de jubileumrevue een rol voor zijn
rekening. Hij deed het met verve. Olde
Riekerink bleek te beschikken over een
onmiskenbaar acteertalent en een
bovenmodale muzikale aanleg. Repetities
en uitvoering bleken voor hemzelf een
ervaring waarop hij met een gevoel van
bevrediging kan terugkijken. En vanzelf
trekt de analyserende trainer een
vergelijking. 'Op toneel kroop ik in de huid
van een speler en zong onder meer een
door Uri Coronel en mij geschreven lied
over het gras in de Arena. Het proces dat
we als groep amateurtoneelspelers
doormaakten was fantastisch om mee te
maken. Net als met een groep voetballers
werd ook hier heel intensief naar bepaalde
AJAX MAGAZINE DECEMBER 2000