mooi. De mijlpaal in zijn carrière kan Van der Vaart niet van zijn stuk brengen. Oké, hij geeft toe vooraf een tikkeltje meer gespannen te zijn geweest dan in de aanloop naar een jeugdwedstrijd. Maar echte zenuwen? Nee, die komen in zijn gevoelsvocabulaire niet voor. 'Ondanks dat het met het elftal niet echt goed ging, ben ik redelijk tevreden over mijn debuut. Ik heb als linkshalf in ieder geval lekker kunnen spelen.' Heeft het leven na zijn debuut een wending genomen, of kabbelen de jeugdjaren rustig voort? Van der Vaart: 'Eerder dat laatste, er is nog niet zo gek veel veranderd. Mensen spreken je toch wel aan op je prestaties. Dat is altijd al zo geweest. Nu ik een aantal keer heb gescoord, merk ik wel dat ik vaker word herkend. Gelukkig kan ik nog steeds rustig door de stad lopen.' Waar hij aan toevoegt geen enkel probleem te hebben met het uitdelen van een handtekening of het maken van een praatje met belangstellenden. 'Zoiets moet je gewoon doen, vind ik. Als iemand een handtekening wil hebben moet je die geven. Daarvoor ben je toch ook profvoetballer?' Zijn finest moment tot nu toe, moet zijn doelpunt in het competitietreffen met Roda JC zijn geweest. De treffer, een beheerst geplaatste en perfect uitgevoerde lob met het linkerbeen, bracht de Arena in extase. Zijn feilloze aanname en controle over de bal, de gracieuze voetbeweging waarmee de lob werd verstuurd, zelfs de prachtig ingetogen blijdschap waarmee de treffer werd gevierd, verraadden zijn klasse. Het derde en beslissende Ajax-doelpunt van die avond droeg de overtuigende signatuur van, inderdaad, het grootste talent van Ajax. Thuis op het middenveld De keren dat hij door Hans Westerhof of Co Adriaanse, respectievelijk de trainer onder wie hij debuteerde en onder wie hij thans actief is, werd opgesteld verliepen nimmer teleurstellend. Van der Vaart voelt zich thuis links op het middenveld. Adriaanse gunde hem dit seizoen de kansen zich in meerdere gedaantes aan het voetbalpubliek te presenteren. Naast positie 'acht' (linkermiddenvelder), blijkt hij op 'tien', als aanvallende middenvelder/ schaduwspits, eveneens goed uit de voeten te kunnen. 'Een heerlijke positie,' vervolgt Van der Vaart over de plaats die hij in het Nederlands elftal al langer bekleedt. 'Ook omdat aanvallen me beter ligt dan verdedigen. Verdedigen is niet mijn sterkste punt.' Als trainer van de Al bereidde John van 't Schip de sprong van zijn pupil naar de A-selectie voor. 'Hij heeft me vooral veel vertrouwen gegeven,' verhaalt Van der Vaart over de voormalige rechtsbuiten en jeugdtrainer. 'Daarnaast heeft hij me op verschillende posities laten voetballen, wat heel leerzaam was. Ik ben gaan inzien dat als je op meerdere plaatsen inzetbaar bent, de kans op een plaats in de selectie groter wordt.' Je ontwikkeling voltrekt zich in sneltreinvaart, want die plaats in de selectie heb je al. Hoe zie je het vervolg van je carrière voor je? Van der Vaart: 'Zoals het nu gaat bij Ajax en het Nederlands elftal voor spelers onder 18 jaar vind ik het voorlopig prima. Ik hoef me niet te haasten, want ik heb tijd zat. Voorlopig hoop ik zo veel mogelijk speeltijd mee te mogen pikken in het eerste van Ajax, zodat ik me over pakweg anderhalf jaar kan richten op een basisplaats als linkshalf. Daarna misschien Jong Oranje en, als het kan, het grote Oranje.' Hoe zijn de eerste maanden bij de selectie bevallen? 'Ik heb al flink mee mogen trainen en spelen. Het is voor mijn ontwikkeling alleen maar goed als ik er vast bij kom. In de beide Europa-Cupwedstrijden tegen KAA Gent scoorde ik en tegen RBC stond ik voor de eerste keer in de Arena in de basis. Tot nu toe gaat het allemaal perfect.' Hoe was dat, je basisdebuutin de Arena maken? 'Voetballen voor veel publiek is altijd mooi. Zeker als je ouders, vriendin, familie en vrienden op de tribune zitten. Dat brengt geen extra spanning met zich mee. Ik me af komen maar reken dat het talent er vanzelf wel uit zal komen AJAX MAGAZINE DECEMBER 2000

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 41