is. Beenhakker: 'Er is een beleidsplan
waarin bijvoorbeeld staat dat we bij
balbezit 3-4-3 willen spelen. Het is goed
dat zo'n uitgangspunt vastligt. Maar het
moet geen dwingend keurslijf worden,
geen harnas waarin je nog amper kunt
bewegen. Het voetbal ontwikkelt zich en
een club is voor het te voeren beleid van
veel factoren afhankelijk. Neem het
spelersaanbod. Met de beschikbare
voetballers is het uiteindelijk de bedoeling
uitvoering te geven aan het opgestelde
tactische beleid. Ook daar dienen we
rekening mee te houden.
Door een aantal dingen vast te leggen kun
je wel een behoorlijke duw in de goede
richting geven. Dat doe je door simpelweg
te analyseren en hardop te denken met
elkaar. Ajax heeft op dit moment 55 spelers
onder contract, van wie de helft
buitenlands is. Het gevolg van een bepaald
beleid, maar wat willen we ermee? We
denken nog steeds hardop: de integratie
van Afrikaanse spelers in het Nederlandse
en zeker het Ajax-voetbal verloopt
moeizamer dan die van bijvoorbeeld
Deense of Poolse voetballers; we willen de
doorstroming van de jeugdopleiding naar
het eerste elftal optimaliseren; we willen
een zekere "verhollandsing" van Ajax;
tegelijkertijd hebben we belangen in Afrika
en Zuid-Amerika, dus dat botst. Hierover
ga je met elkaar een aantal principe
uitspraken doen en die zullen
consequenties hebben. Dat is beleid. Je
zoekt de goede weg, niet voor het hoofd
van die afdeling of voor die en die trainer,
nee, je zoekt de goede weg voor Ajax voor
de komende vijftien of twintig jaar.'
Kapitalen
Het aanstellen van een technisch directeur
was een van de aanbevelingen die gedaan
zijn door de Commissie 2000. Deze heeft
ook geconcludeerd dat Ajax een te kil
imago heeft opgebouwd en weer meer een
club moet worden. Beenhakker kent de
club uit twee periodes in het verleden en
kan meepraten over hoe het was. 'Als ik
met een jeugdelftal van Feyenoord of
Vitesse op de Toekomst kwam en ik kwam
'Er is een
beleidsplan
waarin
bijvoorbeeld
staat dat we
bij balbezit
3-4-3 willen
spelen. Het is
goed dat zo'n
uitgangspunt
vastligt. Maar
het moet
geen
dwingend
keurslijf
worden'
Foto: Louis van de Vuurst
al die mensen tegen die je al honderd jaar
kent, dan proefde ik wel wat verschillen. In
mijn laatste periode bij Ajax, van 1989 tot
1991, was Ajax een hechte familie. Alles
hing aan elkaar. Op zaterdagochtend na de
laatste training gingen we me z'n allen naar
Ome Carel, zoals de Schippies en de
Roytjes zeiden. Een bakkie doen bij Ome
Carel en naar de pupilletjes kijken. En op
zondag kwam iedereen naar de Meer toe,
de ouders en de spelertjes. Er was binding,
er was enorm veel sfeer en warmte binnen
Ajax. Ik kan niet oordelen over de laatste
jaren, maar je merkt wel dat dat een beetje
weg is. Of dat alleen een kwestie is van de
afstand tussen de profafdeling en de
jeugdafdeling, is nog maar de vraag. Het
huidige voetbal is al lang geen spelletje
AJAX MAGAZINE DECEMBER 2000
17