daarbij is het verzorgen van een structuur
op technisch gebied die waarborgt dat Ajax
in die toekomst mee blijft tellen - aan de
top.
Beenhakker: 'Het voetbal bij Ajax behelst
het betaald voetbal, de jeugdopleiding, de
scouting en de deelnemingen in Zuid-
Afrika, Ghana en België en - meer latent - in
Mexico en Peru. Uiteindelijk is dat hele
pakket mijn verantwoordelijkheid, waarbij
de nadruk ligt op de lange termijn. Voor de
lange termijn is het noodzakelijk dat in al
deze zaken een zodanige structuur wordt
aangebracht dat het voor het reilen en
zeilen van Ajax in wezen niet meer van
belang is wie er aan het hoofd van zo'n
afdeling staat. Niet de persoon, maar de
werkwijze is van belang.'
Het persoonsgebondene terugdringen
Beenhakker geeft als voorbeeld de scouting,
die sinds jaar en dag onder leiding staat van
Ton Pronk: 'Ik heb hem ooit, in '89, '90,
zelf nog bij Ajax gehaald. De leiding van de
hele scouting, nationaal en internationaal,
ligt in handen van Pronk. Mijn taak is
ervoor te zorgen dat die scouting normaal
doorfunctioneert op het moment dat er een
ander hoofd van de scouting komt. Ik hoop
dat Ton nog heel lang bij ons zal zijn, daar
gaat het niet om, maar dat apparaat mag
niet afhankelijk zijn van de aanwezigheid
van een bepaalde persoon. Hoe dat
apparaat werkt, moet vast liggen. Dat moet
een structuur hebben. Die structuur breng
je aan, die leg je vast en vervolgens probeer
je er de juiste mensen aan te hangen.'
Voor de deelnemingen, de jeugdopleiding
en het betaalde voetbal geldt hetzelfde
principe. Beenhakker: 'Het
persoonsgebondene moet worden
teruggedrongen. Het moet altijd de Ajax-
scouting zijn, de Ajax-opleiding; en niet de
scouting of de opleiding van de persoon die
er op dat moment de leiding heeft. Bij de
jeugd heb je te maken met inhoudelijke
vragen als: wat is het niveau, de kwaliteit
van de opleiding, welke trainers moeten
worden aangesteld, welke spelers schuiven
door, wie krijgt een contract? Dat zijn
vragen die beantwoord moeten worden
Foto: Louis van de Vuurst
'Het is belangrijk om bij het
aantrekken van spelers de
termijn in de gaten te
houden waarbinnen je ze
nodig hebt'
vanuit het Ajax-perspectief en niet vanuit
een individuele inbreng van iemand die
hier nog twee jaar is, dan weggaat en een
ander misschien in een situatie brengt waar
hij niet mee kan werken.'
Aan- en verkoopbeleid
De laatste situatie, geschetst als een
theoretische mogelijkheid binnen de
jeugdopleiding, is bij de profafdeling even
onwenselijk, maar was daar de laatste jaren
alles behalve theoretisch. Beenhakker
constateert dat Ajax 'nogal een verloop van
trainers' gehad heeft, maar voegt eraan toe
dat dat tot op zekere hoogte onvermijdelijk
is: 'Ik mag het zeggen want ik ben het zelf
vijfendertig jaar geweest: trainers zijn, hoe
je het ook wendt of keert, passanten. De
een blijft een jaar, de ander drie maanden,
een enkeling vijf jaar, maar er komt een
moment dat een trainer weer gaat. Of hij
nou moet gaan of uit zichzelf gaat, hij gaat
een keer.'
Ook ten aanzien van het betaalde voetbal is
AJAX MAGAZINE DECEMBER 2000
Beenhakker er voor de lange termijn. Want
ook Co Adriaanse zal ooit gaan. Hoe
verhouden de taken van de directeur
betaald voetbal en de directeur technische
zaken zich tot elkaar? Beenhakker: 'Het
staat buiten kijf dat alles wat direct te
maken heeft met het eerste elftal
uitsluitend de verantwoordelijkheid is van
Co. De training, de begeleiding, de
voorbereiding, de elftalsamenstelling, de
coaching, allemaal voor Co. Het raakvlak is
het aan- en verkoopbeleid. Daarvoor moet
uiteindelijk één man verantwoordelijk zijn,
die ook over de periode van de huidige
trainer heen moet kijken. Het is belangrijk
om bij het aantrekken van spelers de
termijn in de gaten te houden waarbinnen
je ze nodig hebt. Is een speler een
versterking op directe termijn of op
langere termijn? Een jongere speler kan
best op termijn pas een versterking zijn, als
hij maar past in het Ajax-concept, in de
manier van spelen en in de bestaande
groep. Co en ik hebben wat het
spelersbeleid betreft duidelijke afspraken
gemaakt. Ik kan nooit een speler halen en
zeggen: Co, dit is jouw speler. Dat gaat
niet, dat moet je samen doen. Als een
gearriveerde speler aangetrokken moet
worden, een Machlas, een Galasek, dan
moeten we het er allebei mee eens zijn.
Anders ligt het ten aanzien van jongere
spelers, spelers die voor de middelkorte
termijn zijn aangetrokken. Of je die
aantrekt is minder afhankelijk van de
huidige trainer. Ook al gebruikt hij die
speler van 18 niet direct, zo'n jongen kan
zich wel doorontwikkelen in de Ajax-
cultuur, zodat een nieuwe trainer aan hem
een typische Ajax-speler heeft en niet een
typische speler van zijn voorganger. Zo
voorkom je het enorme kapitaalverlies dat
ontstaat als nieuwe trainers het in vier, vijf
van de bestaande spelers niet zien zitten.'
De Ajax-cultuur
In de taakomschrijving van de technisch
directeur is het bewaken van de Ajax-
cultuur opgenomen. Dat zal niet de lichtste
van zijn opdrachten zijn, te meer omdat de
term maar zelden echt goed gedefinieerd
15