Portman Road, de fraaie thuishaven van Ipswich Town. Stadion vol nostalgie. Vraag een willekeurige voorbijganger - jong of oud - of hij Arnold Mühren of Frans Thijssen nog kent en hij zal superlatieven tekortkomen. Het Nederlandse tweetal is na bijna twintig jaar nog altijd razend populair in de Oost-Engelse kustplaats, waar het eind jaren zeventig onder manager Bobby Robson grote successen vierde. Ipswich Town won niet alleen in 1978 de prestigieuze FA Cup, maar veroverde begin jaren tachtig ook nog eens Europa door onder meer de winst op AZ '67 in de dubbele finale van de UEFA Cup in 1981. Natuurlijk vergeten ze die tijd nooit meer. Dat kunnen ze niet eens. De buik van het imposante stadion van Ipswich Town hangt vol met foto's en krantenknipsels van die succesvolle periode, zodat je niet om de geschiedenis heen kunt. Ze zijn trots op het verleden en dat laten ze maar al te graag weten ook. Maar er is meer wat deze ÖMPE LIEFPE door Vincent de Vries club zo uniek maakt. De gastvrijheid. Iedereen wordt er als een koning ontvangen. Niet alleen (oud-)spelers en supporters, zelfs de vrienden van de media. Ook het Nederlandse bezoek wordt volledig in de watten gelegd. Voor het gesprek met Martijn Reuser stelt hoofdsponsor bierbrouwer Greene King zonder problemen zijn beste en grootste skybox ter beschikking. Sandwiches en drankjes staan klaar, het fantastische uitzicht op het veld maakt het feest compleet. Martijn Reuser (1 februari 1975) laat echter nog even op zich wachten. Hij is net terug van een kilometerslange fietstocht met de selectie en staat onder de douche Foto's: Vincent de Vries nog even bij te komen, zo vertelt de perschef. Tijd om te vervelen is er niet. De man raakt niet uitgepraat over de Nederlanders van toen. Glunderend: 'Laatst was Thijssen hier nog. Hij kreeg een staande ovatie.' Of Reuser over twintig jaar ook zo'n heldenontvangst krijgt, valt nog te bezien. Feit is wel dat hij eind van vorig seizoen de harten van vele supporters stal. Als huurling zorgde hij op een uitverkocht Wembley in de eindstrijd van de play-offs tegen Barnsley - met als inzet promotie naar het Premiership - in de slotminuut voor de beslissende 4-2. En dat zijn ze in Ipswich niet vergeten. Mooi voorbeeld: de meeste shirtjes die worden verkocht zijn die met nummer 30, inderdaad met de naam van Reuser op de schouders. 'Dat is toch wel grappig. Hier word ik dus wel gewaardeerd,' zou de Nederlander, in het clubblad ook wel ladies' man genoemd, later zeggen. Deukjes Als Reuser aanschuift, oogt hij ontspannen. Is dat ook, zegt hij. 'Ik heb het hier prima naar mijn zin,' vertelt hij. 'Qua beleving en geld is het natuurlijk top hier.' Nee, hij mist Ajax niet. 'Het doet me eigenlijk ook niet meer zoveel dat het nu wat minder gaat. Dat verrast me eerlijk gezegd ook niet. Het is logisch dat ze het moeilijk hebben. Ze zijn nog in opbouw. Qua structuur is de club een beetje in de war. Daar gaat natuurlijk nog wel een tijdje overheen. Of ze daar uitkomen? Ze hebben in ieder geval een trainer met visie. Hij weet wat hij wil. Op de langere termijn zal dat waarschijnlijk wel resultaat hebben. Maar daar maak ik me niet meer zo druk om. Vroeger was het altijd mijn duppie, maar ik merk dat het de laatste tijd wel wat minder geworden. Ik heb in Amsterdam toch wat deukjes opgelopen.' Daar leek het in het begin niet op. Vanaf zijn veertiende doorliep Reuser, die was weggeplukt bij Rood-Wit Amsterdam, de hele jeugdopleiding van Ajax. Hij werd gezien als een pareltje, een jongen die weieens kon doorbreken. Op 20 oktober 1993, in het Europa-Cup-2-duel met het Turkse Besiktas (2-1), maakte de aanvallende middenvelder inderdaad zijn debuut in de hoofdmacht, als invaller voor lohn van den Brom. Hoewel hij de eerste 151

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 2000 | | pagina 151