m
l^rolliKê'erstilde de bal aan de
vnv
d. Het gekrioel dat
r?dpaten had, suisde elders nog wat
~nr i n
W' door m|||||ier was het kalm, sereen. Na de
ontvang||§|&or de voetbalschoenvoet
daalde er^É|||en verademing over de bal
en diens o^^ving, een verademing die
tevens verwachting en hoop inhield.
Heerlijk, hier op links, veilig in bewaring
bij die voet die de hobbels in het gras leek
glad te strijken. Die voet die voor
oplossingen en heerlijke bestemming zou
zorgen. Maar eerst nog even die rust, hier
aan de linkerkant van het paradijs. Land
van melk en honing, land van
samensmelting van geniale meetkunde en
art nouveau. De meest directe weg naar het
hart, de meest efficiënte wijze van genieten.
Iedere keer wanneer de bal daar op links
voorin terechtkwam en zich ontvangen
wist door die voet, liet hij de spanning
varen en vleide zich in het besef dat er goed
gedaan zou worden.
Als geen andere voet wist deze linker hem
te raken. Zijn ballen-hart gloeide aan
wanneer de juiste vierkante centimeter van
zijn leren vacht werd aangewreven. Dan
hielp hij de draaiing volledig tot zijn recht
komen, in het besef deel uit te maken van
een meesterwerk. En de bal lachte wanneer
hij tegenstanders om zag vallen, een beetje
onhandig, plompverloren. Uitglijdend over
een bananenschil die er niet lag, achterover
tuimelend over een hekje dat er niet stond.
De bal wist een schaterlach te
onderdrukken wanneer hij de voet uit het
niets flitsend langs zich zag scharen. De
schaduw van het lichaam daarboven viel
over hem en weg en keerde weer terug en
de wereld raakte in een stroomversnelling.
Geluiden vanaf de tribunes, het scherende
gras, een klein duwtje en daarna het echte
contact. Voortreffelijke aanraking. Iets van
onderen, ter linkerzijde, een veeg... en daar
vloog hij voort in voorzet. Bal en voet
hadden kunstwerk gesmeed.
Het kwam voor dat van alle intenties niets
terechtkwam. Wat zag het er dan onhandig
uit. Een 'jammer' ontsnapte bij die
gelegenheid aan de ballenziel, de
heerlijkheid werd uitgesteld. Was de voet
AJAXZIUEN
door David Endt
illustratie Thijs Damsma
de gedachten vooruit geweest of waren de
hersenimpulsen te snel geweest om het
instrument te bedienen? Vanaf de tribunes
klonk dof gegrom. De verwachtingen
waren zo hoog dat de teleurstelling dubbel
zwaar woog.
En er waren nukken. Venijnig en
geïrriteerd kon hij een tegenstander uit zijn
spel halen omdat die al schoppend en
hakkend hem uit zijn spel had gehaald.
Jennend met die oogopslag. Beschermend
en voor even afziend van balcontact. Beetje
gemeen, amigo? Ook in die linkervoet
verplaatsten wij ons, ook afwezigheid en
voelbaar misnoegen hoorden bij die plek.
Daar, aan de linkerkant van het paradijs,
stond Piet Keizer.
Het was zijn voet waarnaar de bal
verlangde, het waren zijn ideeën die
meetkunde en art nouveau aaneen deden
smelten. Het was zijn voet die schaarde en
het was zijn lichaam dat voor de razende
wisseling van licht en schaduw over de bal
zorgde.
Vanaf de tribune zong zijn naam op de
wijs van een hitje uit die jaren van Anneke
Grönloh. 'Ajax één zal ze-ge-vie-ren, Pietje
Keizer, Pietje Kei-eizer.' Wij zagen wel wat
er gebeurde, wij genoten wel van wat er
gebeurde, daar aan de linkerkant van het
paradijs, maar wat erachter zat, hoe het tot
stand kwam, daar hadden we amper benul
van. Het gebeurde en het was mooi. En wij
juichten onze harten uit bij een vol
diabolisch effect getrapte hoekschop. De
cadans waarin Keizer trapte en de
zekerheid waarmee de bal geraakt werd,
dat was zichtbaar. De kalme stabiliteit
waarmee hij onvoorstelbaar verrassend
voorspelbaar met de schaarbeweging de
rechtsback uit het lood sloeg, dat was
waarneembaar. De hooghartigheid
waarmee hij toezag hoe een glijdende
verdediger een plag uit de grasmat zaagde,
dat zagen wij. En wij genoten van de
techniek en de houding. En toch zagen
onze ogen nog niet eens de helft. Zo simpel
als hij het zelf stelde, kon het toch niet zijn?
Hij noemde het 'de meest effectieve manier
vinden om de bal van het ene punt naar
het andere te brengen'. Bij Pythagoras,
waren wij blind, hoe kon het er dan zo
verstillend geniaal uitzien!? Pas later, soms
veel later, werd het onzichtbare duidelijk;
bleken de bedoeling en de wetenschap
achter de daad. De kennis van dat
achterliggende terrein van idee en
calculatie maakte het voetballen van Piet
Keizer nog meer bijzonder en kweekte
begrip en consideratie voor de
knulligheden die soms als zwarte vlekken
in het oeuvre voorkwamen.
Precies op het moment dat wij meenden al
het Keizerlijke te doorgronden, op het
moment waarop wij de gedachten van de
meester meenden te kunnen
onderscheiden en dachten te kunnen
genieten van de extra dimensie waarvoor
die ontdekking had gezorgd, stapte hij over
de lijn die de linkerkant van het paradijs
scheidt van het ordinaire gras. Piet Keizer
spuugde misnoegd op de grond en stapte
uit. Hij had er genoeg van, kwam niet meer
terug, definitief zag hij af van balcontact.
De linkerkant werd nooit meer zoals die
was. Wel mooi, soms. Prachtig zo nu en
dan. Kleurig en avontuurlijk bij tijd en
wijle. Maar nooit meer zo paradijselijk
links.
De linkerkant-voorin van elk Ajax-veld, of
dat in de Watergraafsmeer, op de
Toekomst of in de Arena ligt, zal altijd
heimwee hebben naar die paradijselijke
jaren. En in hoofden die toen toekeken zal
altijd het deuntje van Anneke Grönloh's
hitje blijven zingen met de simpele
woorden 'Ajax één zal ze-ge-vie-ren, Pietje
Keizer, Pietje Kei-ei...'
Het werk van Thijs Damsma is te
bezichtigen bij Galerie Peter Bax,
Singel 82, 8601 AM Sneek
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000