het voetbal. Alle spelers moeten om
kunnen gaan met de rol van vrije man, met
het spelen in grote en kleine ruimtes.
Iedereen kan dat hier.'
Ondertussen is hij een van de
geroutineerde spelers geworden in de nog
jonge selectie van Adriaanse. Daar hoort
niet vanzelfsprekend bij dat hij de soms
dartele talenten in de selectie op hun
verantwoordelijkheden wijst. Daarvoor is
het nog te vroeg. 'Ik ben er heel lang uit
geweest en dan is het logisch dat ik zelf
eerst in topvorm probeer te komen. Dan
ben je toch meer met jezelf bezig. In het
veld let ik natuurlijk wel op wat er om me
heen gebeurt met de andere spelers. Ik
moet wel praten en de scherpte erin
houden, maar dat is iets wat automatisch
gaat. Maar in de eerste plaats moet ik
zorgen dat ik zelf op de trainingen scherp
blijf. Ik zit nu op tachtig procent en kan
nog groeien. Twee jaar heb ik op een laag
pitje gezeten. Ik merk dat ik steeds meer
kan. Per wedstrijd groei ik.'
Dankbaar
Bijna alle wedstrijden ziet Eddie vanaf de
tribune dat Ferdi langzamerhand weer echt
fit wordt. De verdediger krijgt de vorm die
hij had toen hij twee keer werd opgeroepen
voor Oranje. Maar met wat voor gevoelens
kijkt Eddie naar de succesvolle loopbaan
van zijn jongere broertje? Ferdi: 'Ik denk
niet dat het mijn broer steekt als hij mij
ziet voetballen op het hoogste niveau. Hij
vindt het heel erg mooi. Ik probeer hem er
zoveel mogelijk bij te betrekken. Ik denk
dat ik hem eigenlijk heel dankbaar moet
zijn. We bellen elkaar weieens na de
wedstrijd. Hij zegt dan dat ik bepaalde
dingen anders had moeten doen. Ik weet
dat hij er kijk op heeft. Maar we maken
ook geintjes. Als ik een keer gedold ben, of
zo. Er zijn mensen van wie je dat altijd
kunt hebben. Eddie is voor mij zo iemand.'
32
AJAX MAGAZINE OKTOBER 2000